Frank van Tellingen

Wennen aan de meesterklasse

Het is alweer een tijdje geleden, maar de gedachten gingen afgelopen zaterdag toch onwillekeurig naar lang vervlogen tijden, waarin het eerste team na zes jaar en vijf tweede plaatsen eindelijk wist te promoveren naar de tweede klasse KNSB een gedenkwaardig moment, waarover Frank Agter een hilarisch verslag schreef over een incident dat deze wedstrijd kenmerkte: Telefoonterreur. Op onderstaande foto het kampioensteam van dat jaar.


Het kampioensteam van 2012 v.l.n.r. Frank van Tellingen, Jos Vlaming, Gerard de Geus, Danny de Ruiter, Frank Agter, Daan Geerke, Jan Poland, Roland Punt, Rob Konijn

Van dat team spelen er nog vijf spelers in het huidige eerste team. Wim Andriessen publiceerde in datzelfde jaar een prikkelend artikel onder de kop Hoe worden we beter? Het duurde vervolgens nog negen jaar om de stap naar de eerste klasse te zetten, versterkt door de aanwezigheid van Yong-Hoon en Midas. Door het aantrekken van Dimitri hoopten we ons vervolgens wat eenvoudiger te handhaven in de eerste klasse, wat resulteerde in een onverwacht hoogtepunt in de clubhistorie: promotie naar het hoogste niveau.

Afgezien van enkele sterkhouders, waren er vorig seizoen ook spelers – waaronder de schrijver dezes, die voor het eerst sinds 25 jaar met een enorme motivatiecrisis kampte – niet heel goed in vorm, maar op beslissende momenten wisten ze net voor de beslissing in een wedstrijd te zorgen. Een beetje geluk kwam er zeker bij kijken. Was Wim er nog maar bij geweest om dat met ons te kunnen vieren. Alles zat dan ook mee, dat moet gezegd. Alles viel goed. Ik denk dat het goed is om hier even bij stil te staan, om het resultaat van de eerste wedstrijd enigszins te relativeren.

Wellicht is dat ook deels het antwoord op Wims vraag: een paar sterkere spelers bij het team heeft zijn weerslag gehad op de prestaties. Daarnaast blijft het van belang om te investeren in jeugdspelers.

 

De eerste wedstrijd werd dus verloren. Van een goede tegenstander en met een flinke score (3-7). Had er meer ingezeten? Wellicht, als…als… Maar wie de partijen naspeelt, zal zien dat we ook het nodige geluk hebben gehad. Zie hier: Partijen meesterklasse. Voor velen was het toch wel wennen aan het niveau, een paar hoogtepunten:


De Ruiter – Wemmers na 14…Te8

Kersverse vader Danny speelde met jeugdig élan en bereikte na een goede openingsfase bovenstaande stelling. De wending Pc4 benevens Lxf6 was de juiste weg, maar dat is nog niet zo eenvoudig zelf te vinden. Na 15.Dd2 stond zwart OK. En even later had onze reuzendoder toch het nodige fortuin aan zijn kant:


De Ruiter – Wemmers na 20. Tf3?
Hier had zwart niet alleen door middel van 20…d4! de diagonaal kunnen openen en zo de witte toren immobiel kunnen maken, maar dit tevens kunnen combineren met de dreiging het witte paard in te sluiten met h6-h5. Gelukkig voor onze reuzendoder koos zijn meesterlijke opponent voor 20…Dg6? En even later ging de zwartspeler in een lastige situatie wederom in de fout, waarna – dat moet gezegd worden – Danny alle geboden kansen zonder enige twijfel in het doel schoot.


De Ruiter – Wemmers na 23.Lf5
Hier had de zwartspeler nog een eindspel in kunnen vluchten met 23…Td4. In plaats daarvan koos hij voor 23…Dg5? 24.Lxe4 dxe4 25.Td1! Pb4?! en met een fraai geometrisch motief 26.Dd7! Lc6 27.Dh3! duurde het niet lang voor het punt binnen was. Dimitri deed – ondanks de vermoeidheid – wat er van hem werd verwacht, nadat tegenstande Jan-Willem iets te ambitieus speelde in de opening:


Van de Griendt – Reinderman na 9.Kd1?!
Zwart ontwarde zijn stelling middels Dg6 benevens f6, exd5 en Pe7 en behield daarna steeds het initiatief.

Rob was ongetwijfeld geïnspireerd door de openingsopzet van Yong-Hoon, maar had wel meer geluk in de afwerking:


Konijn-Ondersteijn na 26.Kc1

In een ingewikkelde opening waarin de kansen elkaar afwisselden, krijgt zwart hier een heel grote kans in een gecompliceerde stelling. Zwart koos hier voor het sterk ogende 26…dxe5? waarna Rob fraai toesloeg met een zet die zo in een opgavenboekje zou kunnen 27.Pa4! Altijd lastig, terugzetten met het paard. De technische fase duurde nog even, maar Rob liet de winst niet meer glippen.

Tot zover de hoogtepunten. Hoewel er over de overige partijen nog genoeg te vertellen valt, houdt uw verslaggever het kort. Tycho speelde verdienstelijk in een bajonetaanval tegen het Konings-Indisch, maar had het op het kritieke moment wat simpeler kunnen houden tegen Joris Kokje. Daarna ging het snel. Michaël had zijn dag niet. Vanuit een Trompovski kwam een interessante stelling op het bord, waarin wit in elk geval een van de zwarte lopers had moeten elimineren. Toen er een gapend gat in de koningsstelling ontstond, was het snel gedaan. Maaike had zich terdege voorbereid, maar bleek door een ver familielid van ene Mislintat een andere kleur te hebben gekregen. Tegen de jeugdige Smeets wilde ze iets te snel gelijk maken in de opening, verloor daardoor een paar tempi en kwam deze achterstand niet meer te boven. Gezegd moet worden dat de witspeler het fraai uitmaakte:


Smeets-Keetman
Een mooie opgave voor alle clubgenoten / lezers. Wit speelt en wint. Daan zat niet lekker in de wedstrijd: hij speelde tegen zichzelf, tegen de klok. Hij was overduidelijk niet tevreden over zijn stelling en investeerde daardoor teveel tijd in te ingewikkelde pogingen gelijk spel te bereiken. Dat lag in de onderstaande stelling op een redelijk eenvoudige manier voor het grijpen.


Breukelman-Geerke na 15.dxc5
Hoe reageert zwart het best? De simpelste zet is vaak de beste: na 15…Dxc5 16.Ld4 Dc7 heeft zwart geen bijzondere problemen na bijvoorbeeld 17.0-0 0-0. De computer vindt 16…Dc4 nog net iets beter. Daan koos echter voor de moeilijke weg met 16…Da6? om even later tactisch de mist in te gaan. Een tactische oplossing werkt vaak niet goed in een mindere stelling en dat was hier ook het geval. Tsja, schaken is simpel, maar simpel schaken is het moeilijkste wat er is. Frank A. kreeg een stelling op het bord die ik de hele ochtend had bekeken en die niet zo heel eenvoudig is (voor wit noch zwart). Frank had een aantal keer de mogelijkheid om door dameruil in een gelijkstaand eindspel te geraken, opende in lichte tijdnood de stelling toen dat niet echt kon en de rest is geschiedenis. Yong-Hoon speelde tegen zijn teamgenoot van Wachtebeeke, Demre Kerigan een scherpe opening. Een interessant moment ontstond op de 13e zet van zwart:


De Rover-Kerigan na 13.e5!?
Hier had zwart in de strijd om het initiatief een interessant offer tot zijn beschikking: 13…dxe5!?.
Na 14.Le4 volgt exf4 15.Lxa8 Td8 en nu bijvoorbeeld 16.De2? La6 17.De4 Lb5 en zwart wint materiaal terug, met aanhoudend initiatief. Het beste is 16.Ld5 en het is nu niet zo eenvoudig te zien dat zwart na 16…Le6 17.c4 bxc3 e.p. 18.Pc3 middels Pa6-b4 materiaal terugwint met compensatie voor de kwaliteit.
Demre koos begrijpelijkerwijs voor het solide 13…De7, waarna er een stelling ontstond met kansen voor beide partijen. De zwartveldige loper op g7 is echter wel een sterk en lastig stuk in die stelling en zoals Yong-Hoon zelf al aangaf, had hij er beter voor kunnen kiezen een min of meer gelijkstaand eindspel in te vluchten. En dan: op het NK snelschaken had ik in de finalegroep verpletterend van Hugo verloren. Graag had ik onze score in klassieke partijen gelijk getrokken. Het is echter onvoldoende om 30 zetten leuk mee te doen, je zult het tot de eindstreep moeten volhouden. De opening was interessant, na 6 zetten waren we allebei ‘out of book’ en er ontstond een strategisch ingewikkelde stelling, waarin zwart wellicht beter een keer axb4 had kunnen inlassen in deze stelling:


Ten Hertog – Van Tellingen na 11.b4
Een strategisch lastige stelling: wat doe je met de pionnenstructuur? Zwart wil in elk geval geen zwakke pion overhouden (bijvoorbeeld op b7). Natuurlijk schreeuwde alles in me dat de normale reactie voor zwart in zulke stellingen 11…axb4 12.axb4 cxb4 13.Txb4 d5 OK was voor zwart. Waarom dan toch niet daarvoor gekozen? Ergens vaag herinnerde ik me een partij Kramnik-Carlsen uit 2007, waarin zwart het lastig had in deze structuur. Maar concreter 14.Tb5 Le6 15.La3 was een reden, waarbij ik volledig miste dat zwart dan 14…Pc3 heeft. Daarnaast meende ik dat wit niet goed bxc5 dxc5 kon spelen, omdat de zwakte op d3 dan een rol zou gaan spelen. Maar dat geldt natuurlijk ook voor de zwakte op b7/b6.
SF16 is het op diepte 20 wel eens met mijn beslissing om 11…0-0 te spelen, maar toch bekruipt me het gevoel dat deze stelling erg complex is. Een aantal zetten later stond het zo:


Ten Hertog – Van Tellingen na 16…Tfd8
Hier had ik eerlijk gezegd alleen 17.Pd5 verwacht, waarna ik dacht met 17…b5 mijn problemen aardig te hebben opgelost. Hugo speelde echter verrassend 17.0-0!? waarna 17…Dxd3 (gedwongen) 18.Pd5! Dxd1 19.Pxe7+?! (Txfd1 was sterker) Kf8 20.Pxg6+ fxg6?! (hxg6!? was logischer, maar ik was bang dat wit dan f3/g4/h4/h5/h6 kon spelen met een eenvoudige winst in het lopereindspel). 21.Tfxd1 Txd1+ 22.Txd1 en nu volgde eigenlijk de eerste zet richting de afgrond.

Ten Hertog – Van Tellingen na 22.Txd1
Hier had ik het simpel kunnen houden met 22…Lxc4, waar ik vanaf zag vanwege een oppervlakkige stellingsbeoordeling na 23.Lxc5+ Kg8 24.Td7 heeft wit slecht oppervlakkig activiteit. Zwart kan juist dan eindelijk tegenspel creëren met zijn vrijpion: 24…Tc8! gevolgd door b5 (of 25.Lb6 a4!) en zwart heeft activiteit. Ik koos echter voor het hopeloos passieve 22…Kf7, waarna wit na 23.Lf1 weliswaar niet veel concreets heeft, maar wit heeft ruimte, een betere structuur en onaangename druk op de stelling. Wel had Hugo veel minder tijd. Dat is juist geen excuus voor de naïeve slotblunder:

Zwart heeft hier een paar onhandige zetten gedaan, maar er is nog niet veel aan de hand. De laatste zet was nodig om na Tf8+ de zet Lf4 uit de stelling te houden en om de loper van g4 naar g6 om te spelen. In theorie kan zwart Lg4-h5-g6 en Kf7-e6 doen en daarna blijven staan. Geen prettige stelling om nog 40 zetten passief te spelen, maar nogal wat beter dan de partijvoortzetting, waarvoor geen excuus is. Met 20 minuten op de klok (tegen 1) had ik in elk geval mogen berekenen dat na 28.Ld2 Ke6 29.h3 Tf8+?? niet werkte (dat was niet heel lastig te zien, als je gewoon de moeite neemt de recht-toe-recht-aan-zetten te berekenen). Na 30.Kg1 Lf3? 31.Txb6+ Kxe5?? 32.Lc3+ Kxe4 was er van activiteit geen sprake na 33.Te6+ en over…

Al met al een leerzame middag, maar er moet wel bij iedereen een tandje (of het liefst twee) bij.
En vooral een stuk simpeler. Maar da’s logisch.

 

 

 

 

Leave A Comment