Marten Coerts

Waagtoren N2 lijdt eerste nederlaag

Na ruime zeges tegen Castricum en Volendam (twee keer 5,5-2,5), gingen we in de derde ronde met 5-3 ten onder tegen het sterke Purmerend met in hun gelederen Pieter Hopman (rating 2302). En je je toch afvraagt: wat doet die man in hemelsnaam in de eerste klasse van de NHSB?

De hoop op een minimale 4-4 eindstand was vooral gevestigd op de onderste drie borden waarvan het zevende en achtste bord uitstekend presteerden: Max Hooijmans en Paul Toepoel wonnen in goede stijl hun partij. Helaas gold dit niet voor degene die op het zesde bord zat, namelijk de auteur van onderstaand relaas. Die had weer eens één van die schaakavonden waarvan hij achteraf dacht: waar ben ik eigenlijk mee bezig geweest?

Marten Coerts (1820) – Rob Hahlen (1809), bord 6

Alkmaar, 14 november 2023

In een Pirc heeft wit de ene na de andere verkeerde zet, op het verkeerde moment op het bord gebracht: Ld3 in plaats van Le2, Lh6 in plaats van Td1, Lg5 in plaats van Lxg7, et cetera. Gevolg is dat je de hele avond het vervelende gevoel hebt niet te spelen tegen degene die tegenover je zit, maar tegen jezelf. Dat er dan wordt misgegrepen in onderstaande stelling is dan ook niet zo vreemd..

17.Kb1?

Als wit dan toch nog íets had willen bereiken, had hij in íeder geval 17.h5! moeten proberen.

17..h5(!)

En nu zat er helemaal geen puf meer in deze oersaaie stelling. Na vier overbodige zetjes werd reeds de vrede getekend. ½-½

Alex slaagde er eveneens in zijn tegenstander (met een surplus aan Elo-punten) een halve punt te ontfutselen.

Alex Albrecht (1844) – Frank van der Velp (2000), bord 2

Alkmaar, 14 november 2014

1.d4 d5 2.Lg5

Vanwege het ontbreken van zwarts ..Pf6 wordt dit zowel de Dameloper-aanval (Queen Bishop Attack) als een pseudo Trompowsky genoemd, vernoemd naar de eenmalige Braziliaanse kampioen Octavio Siquiero F. Trompowsky (1897-1984) die daarmee in de jaren ’30 en ’40 experimenteerde.

2..c6

Zowel 2..c5, 2..g6, 2..Lf5, 2..h6, 2..f6, 2..Dd6 of alsnog 2..Pf6 zijn goede alternatieven.

3.c3 Db6 4.Db3 Pd7 5.Pd2 Pgf6 6.Pgf3 e6 7.e3 Ld6 8.Le2 Dc7 9.c4 h6 10.Lh4 0-0 11.c5 Le7 12.Lg3 Dd8 13.h3 b6 14.cxb6 axb6 15.0-0 c5 16.a4 La6 17.Lxa6 Txa6 18.Dc2 Da8 19.b3 b5 20.Ta2 Tc8 21.dxc5

21..bxa4?

Een vreemde uitglijder. Voor de hand lag 21..Txc5 en dan pas 22..bxa4.

22.b4!

Nu krijgt wit zomaar twee verbonden vrijpionnen in de schoot geworpen. Vandaar dat zwart – terecht! – onmiddellijk aan de noodrem trekt.

22..Pxc5! 23.bxc5 Txc5 24.Dd3 Dc8

24..a3!

25.Le5 Pd7 26.Ld4 Tc1?

27.Txc1?

Mist 27.Dxa6! Dxa6 28.Txc1 en wit heeft maar liefst twee torens en een stuk voor de zwarte dame. Bijvoorbeeld 28..a3 29.Tc7 Da4 30.Ta7 Dc6 31.Pe1 en wit gaat op weg naar de a3-pion.

27..Dxc1+ 28.Kh2 Dc8 29.Db5 a3 30.g3 Ld6 31.La1 Tb6 32.Dd3 Db7 33.Pe1 h5 34.Pc2 h4 35.e4 f6 36.Pxa3 Ta6 37.exd5 Pc5 38.Dg6 hxg3+ 39.fxg3 Dxd5 40.Dc2 ½-½

Minder goed ging het met onze kopman Willem Meyles (die overigens een uitstekende partij speelde!), nestor Ruud Adema en de twee jonkies van het team, Chaim en Daan.

Pieter Hopman (2302) – Willem Meyles (1884), bord 1

Alkmaar, 14 november 2023

1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 Lb4

Het Nimzo-Indisch.

4.Dc2 d5 5.cxd5 exd5 6.Lg5 0-0 7.e3 Le6 8.Ld3 h6 9.Lh4 c5 10.a3 cxd4

10..Lxc3+ met licht voordeel voor zwart.

11.axb4 dxc3 12.bxc3

Nu is het wit, mede vanwege de half open a-lijn, waarvan hij later dankbaar gebruik van zal maken, die beter staat.

12..Pbd7 13.Pf3 Te8 14.0-0 g5?

Zonder een loper op g7, een (relatief) slechte loper op e6, een niet ontwikkelde toren op a8 én de witte batterij Dc2 en Ld3, vraagt de tekstzet ‘iets’ te veel van de zwarte stelling.

15.Lg3 Lg4

Beter is het door Willem aangegeven 15..Ph5, maar ook dan heeft wit groot voordeel. Vanaf nu moet zwart alle zeilen bijzetten zijn huid te redden.

16.Pd4 Pe5 17.Lf5

Na 17.Lxe5 Txe5 18.f4! gxf4 19.Txf4, gevolgd door Taf1 speelt de witte stelling vrijwel vanzelf.  

17..Lh5 18.f4?

Het goede idee op het verkeerde moment uitgevoerd.

18..Pc4! 19.fxg5 Pxe3 20.Dc1

En nu zag de zwartspeler wél de juiste zet. Maar: ‘Ik durfde Pxf1 niet aan, hoewel deze zet beduidend beter was’: 20..Pxf1 21.gxf6 Pe3 22.Lh4 Dd6!. En zwart heeft de stelling onder controle.

20..fxg5

Jammer..

21.Te1 Pxf5 22.Dxg5+ Pg7 23.Le5?

Nu komt zwart toch weer beter te staan. Na de vrijwel geforceerde variant 23.Lh4 Pe4 24.Dxd8 Taxd8 25.Lxd8 Txd8 enz. is er sprake van een dynamisch evenwicht met kansen voor beide partijen.

23..Txe5!

Willem, een vrijgevig mens, is niet te beroerd iets terug te geven aan zijn sterke tegenstander. En nog belangrijker: het is dé weerlegging van wits vorige zet!

24.Txe5 Pe4(?)

Een op het eerste gezicht sterke zet die vrijwel à tempo werd uitgevoerd. Aangewezen was echter 24..Lg6 en zwart behoudt zijn voordeel.

25.Dxd8+ Txd8 26.Txa7 Td7

Na zowel 26..Lg6 of 26..Pxc3 is de balans nog steeds niet verstoord. Na de tekstzet staat en blijft wit aan het roer.

27.c4! Pc3 28.c5 Lg4 29.h3 Pe6 30.Pb3

30.Pxe6 Lxe6 31.Txe6! fxe6 32.c6! had de partij iets eerder beslist.

30..f6 31.Te1 Lf5 32.c6 Td8 33.cxb7 Pc7 34.Pd4 Ld7 35.Te7 1-0

Ruud kruiste ook dit keer de degens tegen een sterke opponent met maar liefst 100 ratingpunten meer. Ondanks veel goede zetten te hebben gedaan, ging hij alsnog – mede door tijdnood – ten onder.

Anton Bakels (1963) – Ruud Adema (1863), bord 3

Na 22..f6 staat het wat betreft materiaal volkomen gelijk, maar springt onmiddellijk in het oog dat wits loper toch een ‘stukje’ beter is dan die van zwart. Én dat de zwarte stelling er vanwege de verzwakte witte velden rondom zijn koning onveiliger uitziet (alle zwarte stukken en pionnen, behalve de toren op e8 staan op een zwart veld!). De partij ging verder met:

23.Td5! Dc8 24.Dg6 Lc7

Na 24..Lb4 of 24..Lc5 is de stelling nog steeds in evenwicht. Op c7 staat de loper té passief, zowel in aanvallend als in verdedigend opzicht (de loper kan bijv. niet zo snel naar f8 worden overgebracht).

25.Lc1!

Goed gespeeld. Op b2 had de loper niet veel meer te zoeken. Er dreigt nu een ‘kleinigheidje’ op h6 waartegen zwart helaas weinig kan doen.

25..Txd5 26.cxd5

26..Dd7!

De juiste verdediging, die Ruud, behalve een pion, veel tijd kostte. Na 26..Td8 27.Lxh6 moet zwart alsnog 27..Dd7 spelen. En 26..Kf8? 27.La3+ Kg8 28.Tc1 of 26..Kh8 27.Lxh6 zouden eveneens vreselijk zijn geweest. Met zijn pluspion (én omdat Ruud op zijn 45ste zet door de vlag ging), wist wit na twintig zetten zijn voordeel te verzilveren. 1-0

Na het analyseren van de partijen van Ruud en Chaim (zie hierna) viel het mij op hoe groot de overeenkomst is. Dit geldt met name voor de significante rol die de zwartveldige lopers van alle vier de spelers vervullen in beide partijen, zowel in positieve als in negatieve  zin.

Sanne Visser (1852) – Chaim Bookelman (1812), bord 5 

Alkmaar, 14 november 2023 

1.e4 d6 2.d4 Pf6 3.Pc3 g6 4.Lg5

De Byrne-variant vernoemd naar de Amerikaanse grootmeester Robert Byrne (1928-2013), kampioen van de V.S. in 1972 en kandidaat in 1974. Naast zijn carrière als schaker was Byrne meer dan dertig jaar schaakcolumnist voor The New York Times van 1972-2006. Byrne werd kandidaat door als derde te eindigen in het interzonale toernooi van Leningrad (het huidige Sint-Petersburg) waarna hij voormalig wereldkampioen Boris Spasski trof in de kwartfinale van de kandidatenmatches en verloor.

4..Lg7

Omdat wit met zijn volgende zet de ‘agressieve ruil’ Lg5-h6 is de stelling kan brengen, is er in de loop der tijden ook intensief naar levensvatbare alternatieven gezocht, bijvoorbeeld 4..c6 (Paul van de Sterren in De wereld van de schaakopening, deel 3, 2006/2007).

5.Dd2 c6

Een andere populaire mogelijkheid is nu 5..h6 6.Lh4 g5 7.Lg3 Ph5 (Van der Sterren)

6.f4

De scherpste variant.

6..0-0 7.0-0-0

Wit heeft hier – zoals wel vaker in de Pirc – vele andere goede zetten tot zijn beschikking: 7.Pf3, 7.e5 en 7.Ld3. 

7..b5 8.e5

Te snel. Wit moet eerst zijn stukken ontwikkelen te beginnen met 8.Ld3 of 8.Pf3.

8..b4!

Goed gespeeld.

9.exf6 bxc3 10.Dxc3 exf6 11.Lh4 d5(?)

Maar dit is minder goed. Na 11..Db6 of 11..Dc7 kan zwart met ..f5 de diagonaal voor zijn loper openen.

12.Ld3 Dc7 13.Lg3 f5! 14.Pf3 Pd7 15.Pe5 c5 16.Lf2 Tb8 17.b3?

Een positionele fout. Met de tekstzet verzwakt wit de belangrijke diagonaal a1-h8 en geeft hij zwart een aanknopingspunt met a7-a5 een aanval te beginnen. Beter was 17.dxc5. 

17..Lb7

17..c4! met groot voordeel voor zwart: bijv. 18.Le1 Db7 of 18.bxc4 dxc4 19.Dxc4 Db7.

18.Pxd7 Dxd7 19.Dxc5

Daar zal zwart niet rouwig om zijn geweest; hij krijgt er de controle over de c-lijn voor terug.

19..Tfc8

20.Da5 Lf6

20..Lf8! en de zwarte koningsloper oefent direct druk uit op de witte damevleugel waar wits koning wordt omringd door de zwakke velden a3 en c3.

21.The1 Lc6 22.Te2 Le7 23.Le1 Ld6

De stelling is in evenwicht.

24.g3 Lb5 25.c3(?)

Dit is in zwarts voordeel. Na bijv. 25.h4 a6 26.h5 onderneemt wit zélf (enige) actie richting de zwarte monarch.

25..Tc6 26.Kb1 a6

26..Tcb6!

27.Lxb5 Txb5

Niet de beste manier van terugslaan: kansrijker was 27..axb5 28.b4 Tc7!.

28.Da4 Dc8 29.Td3 Tc4 30.b4 Db7

Na 30..Dc6! heeft zwart de dreiging 31..Tbxb4+.

31.a3 a5 32.Ka1 axb4 33.axb4 Tc8 34.Ta2 Db6 35.Da6 Te8 36.Ld2 Db8 37.Te3 Txe3 38.Lxe3

Wit heeft zich aardig los weten te werken en ondanks zijn bijzonder slechte loper, heeft hij nu toch – vanwege zijn pluspion en de open a-lijn, de beste kansen.

38..Tb6

Een interessant alternatief bestond uit 38..Dc7! Na 39.Dxb5 Dxc3+ kan er volgen: 40.Kb1 Db3+ 41.Tb2 Dxe3 42.Dxd5 De1+ 43.Ka2 Lxb4 44.Dc4 Lf8 45.Te2. En hoewel wit ook dan beter staat, moet er nog heel wat gebeuren het volle punt te scoren met een koning zonder enige pionnenbescherming.

39.Da8 Kg7 40.Db8 Lxb8 41.Ta8

41..Te6??

Nu besef ik als geen ander dat met een computer als hulpmiddel, commentaar geven op de zetten van medespelers, soms wel heel gemakkelijk lijkt. Maar ook zonder Fritz of Stockfish, of welk apparaat dan ook, is dit de meest onbegrijpelijke zet in de partij. Zwart levert zijn goede (= actieve) loper in voor de bijzonder slechte (= passieve) loper van zijn tegenstander, met als gevolg dat de witte vrijpion vrijwel ongehinderd kan doorlopen naar b8. Na bijv. 41..h5 is er nog een hele strijd te gaan.

42.Txb8 Txe3 43.Kb2 Te2+ 44.Kb3 Kf6 45.b5 Ke7 46.Tb7+ Ke6 47.b6 Txh2

Een stelling die zo in een boek over tactiek en combinaties kan worden gezet. De vraag luidt: ‘Hoe kan wit de partij in één zet beslissen?’

48.Tc7(?)

Niet zo. Na het spectaculaire 48.Te7+!! (ook 48.Txf7 is goed) kan zwart opgeven.

48..Th1 49.Kc2 Th2+ 50.Kc1 Th1+ 51.Kb2 Th2+ 52.Kb3 Th1 53.Ka2 Th2+ 54.Ka3 Th1 55.Kb4 h5

Na 55..Kd6 rommelt zwart nog even door, hoewel ook dan aan de einduitslag niet hoeft te worden getwijfeld. Na de tekstzet wandelt de witte koning naar binnen en is de partij afgelopen.

56.Kc5 Tg1 57.b7 Tb1 58.Kc6 Tb3 59.c4 dxc4 60.d5+ Kf6 61.d6 c3 62.d7 Ke7 63.Tc8 Txb7 64.d8(D)+ Ke6 65.Kxb7 c2 66.Txc2 h4 67.Tc6 mat 

Met Daan, die mijns inziens de potentie heeft zich de komende jaren te ontwikkelen tot minimaal een 1900/2000 speler, ging het dit keer snel bergafwaarts.

Daan de Vetten (1769) – Vladimir Bartels (1875), bord 4

Alkmaar, 14 november 2023 

1.c4

Dé zet van Wim Andriessen zou ik haast willen zeggen. Als hij nog had geleefd, zou hij ongetwijfeld Daan een aantal concrete tips hebben gegeven om voor een volgende partij goed beslagen ten ijs te komen! 

1..e5 2.Pc3 f5 3.g3

Niet de beste reactie op de zwarte opzet. Beter is 3.d4! waarna 3..exd4 4.Dxd4 de witte dame op d4 niet slecht staat (Paul van de Sterren in De wereld van de schaakopening, deel 2, 2005). Bijvoorbeeld 4..Pc6 5.De3+. Ook 3..e4 is, vanwege het ontbreken van een paard op f3, minder effectief, omdat wit dan 4.Ph3! kan spelen, zoals in een partij Palatnik-Borngasser, Odessa 1973 (1-0 na 29 zetten).

3..Pf6 4.Lg2 Pc6 5.d3 Lc5 6.Pf3 d6 7.Pa4 Lb4+ 8.Ld2 Lxd2+ 9.Dxd2 0-0 10.0-0 De8

Een wending die eveneens bekend is in het Hollands. Het zwarte plan is vergelijkbaar: de dame gaat naar h5 gevolgd door een pionnenstorm op de koningsvleugel met g7-g5.

11.Pc3 Dh5 12.Dg5

Na 12.Pd5! Pxd5 13.cxd5 Pe7 14.Tac1 Pxd5 15.Pxe5! staat wit nog steeds een tikkeltje beter. De tekstzet ‘doet niks’ en speelt alleen zwart in de kaart.

12..Df7 13.Dd2 h6! 14.Tae1?

Het verkeerde plan. Wit wil op zijn volgende zet e4 spelen, maar dit is slechts in zwarts voordeel, hetgeen zal blijken. Vandaar dat het rustige 14.b3 of 14.Tad1 betere opties waren.

14..Dh5?

Hier had zwart zélf de mogelijkheid e4 te spelen. Na zowel 14..e4! fxe4 15.Pd4 als 15.Ph4 Dxc4 wint hij een pion.

15.e4

Gaat verder op het verkeerde ingeslagen pad. Na 15.Pd5 heeft wit minimaal gelijk spel.

15..f4!

De juiste voortzetting.

16.Ph4?

Reeds de verliezende zet.

16..g5

Natuurlijk.

17.Pf5

Ook na 17.Lf3 Lg4 18.Lxg4 Pxg4 19.f3/19.h3 gxh4 20.hxg4 Dxg4 staat wit verloren. 

19..Lxf5 18.exf5 f3! 19.Pe4

Legt zijn hoofd op het hakblok. 19.Lh1 was eveneens kansloos: 19..Pg4 20.h4 Txf5 21.Te3 Pd4.

19..fxg2 20.Kxg2 Pxe4 21.Txe4 Pd4 22.g4 Dxh2+ 0-1

Een leuke slotzet. Na 22.Kxh2 Pf3+ en Pxd2 gaat er ook nog een kwaliteit verloren.

Een harde, maar leerzame les waar de jonge witspeler ongetwijfeld lering uit zal trekken.

Lang verhaal kort: een terechte overwinning voor het achttal van Purmerend, dat de geboden kansen beter wist te benutten dan wij.   

 

One Comment

  1. alexalbrecht
    alexalbrecht 22 november 2023 at 12:07

    Prima verslag !

Leave A Comment