Frank van Tellingen

Het 1e bekert nog steeds!

In een afgelegen, door God verlaten oord, stond een grote oostblok-achtige flat met daarop de opdruk ‘denksportcentrum Utrecht’. Zoals gebruikelijk met denksportcentra was deze met name door een grote groep bridgers bezet – waarvandaan rond een uur of acht de alcoholdampen al vrijelijk door de gangen van het complex walmden. Hoewel er een mooie bar was geplaatst, had men de speelzaal zo karig mogelijk ingericht. Genoeg ruimte voor borden en stukken, maar aan kachels had blijkbaar niemand gedacht. De club zelf leek toch voornamelijk een gezelligheidsvereniging te zijn, waarvan de sterke spelers zich alleen op externe wedstrijden laten zien. Ditmaal trad het team van Utrecht aan zonder Martijn Dambacher en Ruud Janssen – maar met IM Jelmer Jens, IM Thomas Willemze en twee sterke 2200-hoog spelers Vincent Diepeveen en Joost Michielsen. De wedstrijd ging gelijk op.

Merkwaardig genoeg zat Thomas op bord vier, waar hij Daan Bes niet in de problemen bracht door een buitengewoon rustige en slappe variant op het bord te brengen (1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.c3 Pf6 4.Lb5+ Ld7 5.Le2 Pc6 5.d3 g6 6.0-0 Lg7 7.e5 dxe5 8.Pxe5 – zo ongeveer, ik weet de exacte volgorde niet meer. In ieder geval kwam Daan lang niet slecht uit de opening, misschien dat er zelfs nog meer in heeft gezeten – het leek alsof zijn tegenstander niet bijster in vorm was. Uiteindelijk vond Daan een afwikkeling die tot eeuwig schaak leidde en zo was het eerste halfje een feit. Bij Jos ging het gelijk op, nadat wit niet voor de beste voortzetting had gekozen in de Winawer met 7…f5. (1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3 Lb4 4.e5 c5 5.a3 Lxc3+ 6.bxc3 Dc7 7.Dg4! f5 8.Dg3 cxd4 9.cxd4 Pe7 10.Ld2 0-0 11.Ld3 Pbc6 koos wit niet voor het standaard plan met Pe2-f4 gevolgd door h4-h5, maar speelde Ph3 en 0-0. Hoewel hij hierna ook een lichte druk ontwikkelde, nadeel voor zwart was het gebrek aan tegenspel – had hij niet echt iets concreets. Naar eigen zeggen maakte Jos een fout door te vroeg g6 te spelen, waar hij beter de koning naar veiliger oorden op de damevleugel had kunnen transporteren. Nadat wit een betere kans (Pf2-g4) i.p.v. Pg5 gemist had kon Jos met een kwaliteitsoffer à la Petrosian de boel nog keepen. Een schier ondoordringbare vesting bleek toch nog een klein lek te bevatten en na een onachtzaamheid van Jos kon wit afwikkelen naar een gewonnen Dame-en later pionneneindspel. Niet dat het veel uitmaakte: op bord 1 had ik weinig bereikt in een Spaanse partij die Fischer – Keres volgde. 12.dxc5 is hier wel niet de scherpste aanpak, maar je gaat er een hoop moderne theorie mee uit de weg, bovendien leek me een eerbetoon wel gepast. Zwart manoeuvreerde goed om de pion d5 heen, die hij nooit kon oppikken. De vraag was of deze sterk of zwak zou zijn. Het laatste bleek het geval – wit had eerder Ph4 en f4 moeten spelen. Te trage manoeuvres van de witte stukken zorgden ervoor dat het kleinood geofferd moest worden in ruil voor vage compensatie (kleine verzwakkingen van de zwarte koningsstelling). Op de beroemde 35e zet gaf zwart zijn pion weer terug, maar kreeg in ruil daarvoor de witte c-pion te pakken, waarmee hij zichzelf een vrijpion op c4 verschafte. Ik wist de stelling lastig te houden door op activiteit te spelen, de witte toren op e7 had een 7e rij absoluut en de vraag was of zwart er goed aan had gedaan op c3 te graaien, omdat nu de lange diagonaal open kwam. Voordat zwart kon consolideren zorgde een wit paard op d5 ervoor dat er een mattruc in de stelling kwam. Met zijn 40e zet en nog 7 minuten voor de rest van de partij maakte zwart de beslissende fout met 40…Ld7?? Na 41.Le3 sloeg zwart nietsvermoedend met Lxe3 de loper van het bord, waarna Pf6 het matnet sloot en er iets ondekbaars op h7 dreigde. En zo stond het gelijk met alleen de partij van Rob nog aan de gang die probeerde met dame + toren te winnen tegen twee torens en loper. Beide koningen stonden onveilig en lange tijd dachten wij (de onwetende omstanders) dat het vluggeren zou worden. Maar Rob wist zijn sterke spel te bekronen met een overwinning: zijn tegenstander had hij eerder een dame ontfutseld in een mooie siciliaan (met wit): Na 6.Lg5 tegen de Najdorf antwoordde Joost met 6…Pc6 7.Lxf6 gxf6 8.Dd2 Ld7 9.0-0-0 b5 10.f4 Db6 11.Pde2! en er ontstond een stelling die niet als heel veel belovend voor zwart bekend staat. Botwinnik speelde nog wel zo met zwart (o.a. tegen Suetin), maar gaf de variant eraan toen hij een beroemde partij van Keres verloor. Het eindspel is goed voor zwart en omdat zwart al b5 had gespeeld was Robs keuze (Pde2) positioneel de juiste. Na een ‘citroen’ van zwart, met h5 verzwakte hij zijn veld g6 nodeloos, kon Rob met e5! De stelling openbreken. Na een gedwongen zettenreeks was Pxe6! de kroon op het werk. Een dame-offer waarmee zwart toren en loper tegen de dame kreeg bood nog mogelijkheden om de strijd te rekken, maar Rob speelde het – gewoontegetrouw met minder tijd – keurig uit – heel even leek zwart nog een vestiging te kunnen bouwen van toren, pion en koning tegen dame, maar de enige witte pion die nog op het bord stond zorgde ervoor dat hem dit niet gegund was. Een goede en knappe technische overwinning, ik hoop dat Rob de partij nog analyseert voor het clubblad.

En dat betekende dus, tegen de verwachting in dat WIJ door waren! En nu dan even van Bloemendaal winnen…!

Het was hopeloos weer deze donderdagavond. Harde wind, regen, waterfonteinen, opgeworpen door vrachtwagens en de wetenschap tegen een zeer sterk team te moeten aantreden maakte de stemming bedrukt. Daan en Rob hadden nog wat tijd gevonden om openingen van eventuele tegenstanders te bekijken, Jos was blanco. Frank was op eigen gelegenheid naar Utrecht getogen en om circa 19.45 uur troffen wij elkaar. In de speelzaal stond nog niets klaar en ik maakte kennis met enkele spelers, tot ik Thomas Willemze trof, mijn contact persoon. Om te beginnen werden de opstellingen overhandigd en daarna verrichtte een Utrecht speler de loting. Wit op bord 1 en Daan teleurgesteld. Hij heeft last van een omgekeerd Veneman syndroom, hij speelt het liefst met wit en nu had hij zwart, tegen een IM nog wel. Ik liep even rond in de speelzaal, daarna het gebouw in en al snel ontwaarde ik de ook door Frank gesignaleerde bridgers. Bridgen is als denksport veruit het meest populair, iets waar wij als schaker jaloers naar kijken. En niet van dat benauwde, om 21.00 uur al volle bladen bier en wijn naar binnen, ik krabde eens op mijn hoofd. Verkeerde denksport keuze, bovendien veel meer dames in de bridge zaal dan er bij ons op het schaakbord te vinden zijn, nog maar eens een nachtje slapen….

Voor een club van het formaat van Utrecht is hun interne competitie een lachertje, 9 borden telde ik! En dat op een senioren bestand van ongeveer 90 leden en even later kwam de interne wedstrijdleider op mij af want er was een speler over en of ik……Ik bedankte vriendelijk voor het aanbod, want ik moest mijn ‘jongens’ in de gaten houden. Stel eens dat ze gekke dingen zouden doen en ik ben er niet, geestelijk dan. Dus rondjes lopen , stellingen van Van Tellingen, Vlaming, Konijn en Bes beschouwen en vragen hoe het ‘ging’. Daan melde al snel monter dat hij minder stond, maar dat was nergens op gebaseerd.  Daan was op zoek naar zelfvertrouwen en dat kreeg hij al snel via pionwinst. Na nog een paar tactische manoeuvres, een tijdelijk kwaliteitsoffer en er werd remise overeengekomen, tot mijn niet geringe verbazing. Heel netjes overigens, van Daan.

De andere borden stonden min of meer gelijk, totdat Rob na een Paard geïnvesteerd te hebben de Dame won! Sensatie! Het spel wat ontstond was D+T tegen 2T+L en een aantal pionnen. Er werd het een en ander geruild en Rob hield een vrije g-pion over en deze stoomde op naar promotie. Zwart gaf in arren moede de Loper voor deze pion, een stel Torens werd geruild en Rob wikkelde af naar een gewonnen stelling. In de tussentijd was Frank verwikkeld in een tactisch spel met de lichte stukken en Jos was een vesting aan het bouwen. Deze vesting was solide en bleek bestand tegen de aanvallen van de witte tegenstander mits de zwarte Koning bleef pendelen tussen g7 en h7. Jos meende echter de Koning naar de damevleugel te moeten overbrengen en dat gaf wit de gelegenheid een kwaliteit terug te offeren en met de Dame de pionnen van Jos te snoepen. De interne was bijna afgelopen en het werd druk rond de nog 3 spelende borden. Om 11.45 uur de climax, binnen 5 minuten was het afgelopen. Frank won een pion, verloor een pion en wist zijn Toren op de 7e rij te krijgen. Met beiden circa 5 minuten bezweek zwart, hij snoepte een pion en Frank plaatste bliksemsnel zijn Paard op f6. Met een Toren op e7, Paard op f6 en zwarte Koning op h8 staarde de zwartspeler een minuut lang naar de ruïne en gaf op. Jos zijn stelling ook een minuut aanziende gaf op aangezien er altijd wel een pionnetje promoveerde en Rob, tja Rob, is de held van de avond. Met Dame tegen Toren en Pion dreigde Rob met een paar schaakjes ook nog de Toren te winnen en de tegenstander stak de hand uit ter overgave. Stom verbaasd staarde ik Daan aan, wij hadden gewonnen, niet te geloven! De ene keer ben ik met dit team de wanhoop ten prooi, de andere keer spelen zij de sterren van de hemel. Gooi het maar in mijn pet. Jongens, ik trakteer op een rondje, Jos een rondje en wij togen huiswaarts. Het regende niet meer en ik lag om 2.15 ‘s ochtends in bed. Ik heb nog wel even mijn vrouw wakker geschud, ‘wij hebben gewonnen’ maar zij sliep binnen een minuut weer in. Ik niet.

Details:
Jelmer Jens (2402) – Frank van Tellingen (2229) 0-1
Vincent Diepeveen (2294) – Jos Vlaming (2019) 1-0
Joost Michielsen (2293) – Rob Konijn (2077) 0-1
Thomas Willemze (2376) – Daan Bes (2048) ½-½

Frank van Tellingen & Jan Poland

Leave A Comment