Geen Victorie Waagtorenteams
Op 7 oktober, de dag dat 8 oktober al jarenlang écht wordt gevierd in Alkmaar, met twee Waagtorenteams slechts vier schamele bordpuntjes pakken, is allesbehalve een feestelijke uitslag te noemen. Afgelopen zaterdag moest het Eerste diep door het stof tegen Voorschoten (een 6,5-1,5 nederlaag) en ook het Tweede bakte er niet veel van door met 5,5-2,5 van Oegstgeest ’80 te verliezen. Van de zestien partijen werden er slechts twee gewonnen, vier remise gemaakt en er maar liefst tien verloren. Lukte het het Tweede nog twee zeges en één halfje te boeken, het Eerste kwam niet verder dan drie remises en vijf nederlagen.
Teamcaptain.
Ik vraag me al jaren af wat iemand bezielt teamcaptain te worden van teams lager dan het Eerste. Dat je het aan het roer wilt staan van het vlaggenschip kan ik me nog enigszins voorstellen; je beschikt bijna altijd over de sterkste spelers en als er eentje uitvalt, dan pluk je gewoon de sterkste uit het team daaronder (het Tweede..) en kom je evengoed sterk aan de start. Ook deze ronde was het weer eens raak. Doordat Jeroen Smorenberg en Daan Geerke niet konden meedoen, werd naast superinvaller Peter Hoekstra, Hebert Perez Garcia, de sterkste Tweede teamspeler, gesommeerd zijn kunsten voor het Eerste te vertonen, hetgeen de zware wedstrijd tegen Oegstgeest er bepaald niet makkelijker op zou maken.
Naast dit ‘probleempje’ kreeg teamcaptain Rob Freer ook nog met een zieke Gerard de Geus (de op een na sterkste speler van het Tweede) te maken, die hem hiervan vrijdagavond rond de klok van tien uur op de hoogte stelde. Rijkelijk laat als je dan nog op zoek moet naar een invaller.. Gelukkig belde Gerard zaterdagochtend terug met de blijde boodschap dat, ondanks dat hij zich niet zo lekker voelde, hij toch bereid was te spelen.
Je zou er haast een hartverzakking van krijgen..
Ik heb Rob aangeraden het allemaal maar niet té serieus te nemen, anders krijg je er alleen maar slapeloze nachten van, hetgeen absoluut niet de bedoeling kan zijn van iets dat eigenlijk niets meer is dan een soms ietwat uit de hand gelopen hobby. (Als ik tussenhaakjes Frank van Tellingen bezig zie zo’n zaterdagmiddag, dan besef ik echter maar al te goed dat dit voor sommige mensen gemakkelijker gezegd is dan gedaan..).
Strategie
De te volgen strategie was door Rob al snel van tevoren bepaald: tegen de twee kanonnen van Oegstgeest te weten Nebosja Nikolic met een torenhoge rating van 2325 en Fred Slingerland met 2313 (Wat doen die twee in Godsnaam in de 3e Klasse KNSB?), werd een nul reeds ingecalculeerd. Op de tussenliggende borden 3-5 zou het wellicht mogelijk zijn 1,5 punt naar binnen te hengelen en op de laagste borden 6-8 zouden dan de Waagtorenaars proberen toe te slaan. Helaas pindakaas. Niet alleen op de bovenste twee borden, maar voor de hele bovenste helft, werd uiteindelijk een nul genoteerd, en slechts 2,5 punt gescoord op de borden 5-8.
Vooruitspelen in Oegstgeest
In twee vooruitgespeelde wedstrijden trof met name Ronald Groot een tegenstander van formaat, de nu 76-jarige Joop Piket (inderdaad de vader van grootmeester Jeroen en zijn broer Marcel), die net als Wim Andriessen, één keer het genoegen mocht smaken deelnemer te zijn aan het Nederlands kampioenschap. In 1969 eindigde hij weliswaar als elfde van de twaalf deelnemers, maar speelt wel remise tegen sterke meesters als Kick Langeweg, Coen Zuidema en Haije Kramer.
Zie hoe een voormalige, zeer sterke hoofdklasser met toentertijd een rating van 2200+, een sterke clubspeler als Ronald Groot eigenlijk al vanaf het begin geen enkele kans geeft op een half punt.
Ronald Groot (1951) – Joop Piket (2077)
1.c4 g6 2.g3 Lg7 3.Lg2 c5 4.Pc3 Pc6 5.a3 Pf6 6.e4 d6 7.Pge2 h5 (!?)
Een aparte bestrijdingswijze van het Engels!
8.h4 Pd4 9.Pxd4 cxd4 10.Pe2
Hier is natuurlijk 10.Pd5 ook mogelijk.
10..e5 11.d3 Pg4 12.0-0 Lh6 13.Lxh6 Txh6 14.Dd2 Th8 15.Lh3 Kf8 16.Kg2 Le6 17.Lxg4
Misschien toch minder goed dan een zet als 17.b4 of 17.Pg1. Zwart krijgt nu de half open h-lijn in zijn bezit.
17.. hxg4 18.Th1 Df6
Ietwat omslachtig gespeeld. Direct 18..f5 was reeds mogelijk geweest.
19.Pg1 De7
Bekent min of meer zijn ongelijk met zijn vorige zet.
20.Taf1 Kg7
Hier was wederom 20..f5 iets sterker.
21.f3 f5 22.exf5 gxf5 23.fxg4 fxg4 24.Pe2 Ld7!
Naast de sterke tekstzet, waarbij de loper op de lange diagonaal veel beter tot z’n recht komt,
was 24..b5! met hetzelfde idee, heel goed geweest voor zwart.
25.Kg1 Taf8 26.Th2 Lc6 27.Tff2 Lf3 28.Kf1
Met 28.b4 een klein offensief op de damevleugel te beginnen, lag meer voor de hand.
28..Th5!
Het juiste plan.
29.Ke1 Thf5 30.Tf1 (?)
En hier was 30.h5 beter geweest. Zwart, die de hele tijd al iets beter stond, neemt nu definitief het heft in handen.
30..Lxe2!
Bijzonder leerzaam: ruilen op het juiste moment!
31.Txf5 Txf5 32.Dxe2 Tf3
Er is een voor wit vreselijke stelling op het bord gekomen. Ondanks dat het materieel nog steeds volkomen gelijk is, staat hij zo goed als verloren.
33.Kd2 Df6?
Onnauwkeurig. Beter is 33..Df7!, omdat zwart behalve de druk vasthoudt ook de pion op b7 blijft dekken.
34.Tg2?
Overziet een tactisch grapje en mist 34.De4! en zwart moet na 34..Tf2+ 35.Txf2 Dxf2+ 36.Kd1 Dxg3 37.Dxb7+ Kf6 38.Dh7! en de op de loer liggende witte schaakjes toch nog nauwkeurig spelen het volle punt te scoren. Nu is het snel afgelopen.
34..Txg3
Goed genoeg. 34..Df5! was eveneens heel sterk geweest.
35.Tf2
Na 35.Txg3 volgt 35..Df4+ 36.Te3 Kf6! en ook dan gaat de winst naar zwart.
35..Dh6+
Waarom niet het eenvoudige 35..Dxh4?
36.Kc2 De3!
Vanwege deze ijzersterke zet!
37.Df1 Tf3 (0-1)
Een partij zoals Wim Andriessen die zelf bijzonder graag speelde; zonder tactische grapjes de tegenstander volkomen murw spelen met schijnbaar eenvoudige zetten!
En dan Dirk:
Evert Leeuwenburgh (2013) – Dirk van der Meiden (1952)
1.e4 c6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.Pxe4 Pbd7 5.Pf3 Pgf6 6.Ld3 Pxe4 7.Lxe4 Pf6 8.Ld3 Lg4 9.c3 e6 10.h3 Lh5 11.Lg5
Na tien zetten theorie is het wit die als eerste afwijkt, hetgeen in ieder geval geen verbetering inhoudt. Beter is 11.0-0 hetgeen snel zal blijken.
11..Le7 12.0-0 Dd5!
De weerlegging van wits 11e zet. Hij wordt nu gedwongen een eindspel in te gaan met een gemankeerde pionnenstelling.
13.Le3 Lxf3 14.Dxf3 Dxf3 15.gxf3 0-0
Ook de andere kant op rokeren had zo z’n charmes.
16.f4 g6 17.Kg2 Tfd8 18.Tfd1 Kg7
18..Td6 en op de volgende zet 19..Tad8 ziet er sterker uit.
19.Kf3 Ph5 20.b4 Ld6 21.a4 Pf6!
Prima! Het paard had op h5 niets meer te zoeken.
22.b5 Tac8 23.c4 c5 24.a5 Pd7
Beter is 24..cxd4 25.Lxd5 Lc5 en zwart staat nog steeds iets beter.
25.Le4!
Nu is het opeens wit die met zijn sterke lopers iets beter staat!
25..b6 26.axb6
Nog sterker is 26.d5!
26..axb6 27.Ta7
En ook nu was 26.d5! een goede optie geweest.
27..Tc7 28.Txc7 Lxc7 29.dxc5 Pxc5 30.Txd8+ Lxd8 31.Lc6 Pb3 32.Ke4 Lc7 33.Kf3 Kf6 34.Le4 Ke7 35.Lc2 Pa5
Verpest niets, maar 35..Pc5 was beter geweest.
36.c5! Pc4 37.Ld4
37.c6 is hier eveneens mogelijk.
37..Ld4 bxc5 38.Lxc5+ Kd7 39.Lb4 Pb6 40.Lb3 Ld6
De 40 zetten zijn gehaald en de stelling is nog steeds redelijk in evenwicht. In tijdnood gaat er echter van alles mis voor wit.
41.Ld2 Lc5 42.Le1 Kd6 43.Ke4?
Veel beter is 43.Lc3!
43..Pd5!
Zwart staat nu duidelijk beter.
44.f3?
Maakt het er niet beter op. Dan maar een zet als 44.h4 gespeeld.
44..f5+!
Natuurlijk!
45.Kd3 Pxf4+ 46.Kc4 Pxh3
Wie reife Äpfel fallen sie von den Bäumen!
47.Lg3 f4 48.Le1 Pg5 49.Ld1 Pf7 50.Lc3 h5 51.Lg7
Dirk, die zoals wel vaker, een prima partij heeft gespeeld, overziet met zijn volgende zet de doodeenvoudige (en enige!) zet die wit nog heeft in een straalverloren stelling.
51..h4??
Een zet die je zou besluiten nooit, maar dan ook nooit meer een schaakstuk aan te raken.
52.Lf8+
Dit behoeft geen commentaar..
52..Kc7 53.Lxc5 (!)
Natuurlijk geen 53.Kxc5 en zwart wint na 53..h3 alsnog. Nu is het wit die gewonnen staat.
53..h3 54.Lg1 Pd6+ 55.Kc5 Pb7+ 56.Kd4 Kd6 57.Ke4?
Begeeft zich volkomen vrijwillig in een matnet.
57..e5! 58.b6??
Geeft een gewonnen stelling uit handen. Hier moest natuurlijk 58.Kd3 geschieden.
58..h2!!
Een zet (en eindstelling!) die een diagram verdient en zo kan worden opgenomen in een nieuwe editie van Van Perlo’s Endgame Tactics!
(0-1).
Schaken bij AZ
In een bijzonder schemerige AZ-kantine dat zich beter leende voor een first date dan het spelen van een schaakpartij, kwam de eerste partij, nota bene van de jongste speler, Kevin Brands, al na 19 zetjes tot een einde.
Hier is toch een vermanend woord op zijn plaats: ‘Beste Kevin, al na 19 ‘oude-mannen-zetjes’ genoegen nemen met remise, dat is onverteerbaar! Schaak jongeman!
Bert liep alweer tegen zijn tweede nederlaag op dit seizoen. In tegenstelling tot vorige keer toen hij heel goed speelde, maar verloor door een verkeerde inschatting van de stelling, ging het nu eigenlijk al vanaf het begin de verkeerde kant op.
Gert Michiel de Niet (2084) – Bert Buitink (1947)
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 Lb4+ 4.Pbd2 0-0 5.a3 Lxd2+ 6.Lxd2 d6 7.Lg5 h6 8.Lh4 Pbd7 9.e3 Te8 10.Le2 b6 11.0-0 Lb7 12.h3 Le4?
Het begin van een slecht plan. Nadat zwart al eerder ..e5 heeft nagelaten (waarom speel je anders de toren naar e8?), was het nu tijd voor 12..c5 geweest.
13.Pd2 Lh7?
Blijft voortgaan op het verkeerde pad. De loper heeft op h7 niets, maar dan ook helemaal niets te zoeken. Hij had hier ongelijk moeten bekennen en weer terug moeten gaan naar b7.
14.Lf3
Natuurlijk. Om deze zet te doen hoef je geen Magnus Carlsen te zijn.
14..Tb8 15.Lc6!
Zo! Daar staat ie voorlopig bijzonder lekker!
15..g5
De dood of de gladiolen zal Bert hebben gedacht..
16.Lg3 Te7?
Maar dan moet je wel doorpakken met 16..e5. De tekstzet is veel te traag.
17.b4
Nog sterker is 17.f4!
17..d5 18.Tc1 dxc4 19.Pxc4 Le4?
De vierde zet met de witveldige loper, die bepaald niet de sterkste is en wit de kans geeft de partij snel uit te maken.
20.Pe5! Pxe5 21.Lxe5 Lxc6??
Na 21..Pd5 staat zwart heel erg slecht, maar leeft nog. Nu is het verloren.
22.Lxf6 Dd5 23.Txc6
De zet die Bert ongetwijfeld heeft overzien. (1-0).
En dan, na de zege van Dirk in Oegstgeest, het tweede (en laatste!) lichtpunt(je) van deze middag. Ton Fasel wint aan het zesde bord zijn tweede partij met uitstekend spel.
Ton Fasel (1893) – Wilfried Binnendijk (1833)
1.d4 Pf6 2.Pf3 d5 3.Lg5 e6 4.Pbd2 Le7 5.e3 0-0 6.h3 c5 7.c3 b6 8.Le2 La6 9.Lxa6 Pxa6 10.Pe5
Het veld e5, waar het allemaal om draait in de Torre-aanval, wordt voor de eerste keer door een van de witte paarden in bezit genomen.
10..De8 11.0-0 Tc8 12.a4 Pd7 13.Lxe7 Dxe7 14.De2 Pxe5 15.dxe5 Pc7 16.f4 a6 17.Dh5
Als wit echt iets gewild zou hebben, had hij hier natuurlijk 17.e4! gedaan.
17..f6 18.Pf3 Df7 19.Dh4 h6 20.exf6 Dxf6 21.Dg3 Tfd8 22.Pe5
De tweede keer dat er een paard op e5 verschijnt.
22..Pe8 23.Pg4 Dg6 24.f5!
Een wat je in de volksmond een ‘leuk zetje’ zou noemen!
24..exf5 25.Txf5 Kh7 26.Df4 Pc7 27.Pe5
En voor de derde en laatste keer gaat het paard naar het belangrijke veld e5.
27..Dd6 28.Tf7 Pe6 29.Df5+ Kg8 30.Taf1 Tf8
Een prima alternatief was 30..Pg5! 31.Ta7 Tf8 32.Pf7 Dc6 33.Td7 Tce8 34.Pe5 Txf5 35.Pxc6 Txf1+ 37.Kxf1 Txe3.
31.Pg6 Txf7??
Een blunder. Na 31..Tfe8 lijkt er weinig aan de hand te zijn voor zwart. Nu is het binnen een paar zetten uit.
32.Dxf7+ Kh7 33.Pe7! Td8 34.Tf6!
Ook hier een mooie slotzet! Behalve het slaan op e6, dreigt Txh6+ en mat op de volgende zet. (1-0).
Met Shannon ging het een stuk minder goed. Na 26 zetten ging het punt naar de witspeler.
Ed Wagemans (1840) – Shannon Vlaar (1914)
1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 d6 4.0-0 Ld7 5.d4 cxd4 6.Pxd4 g6 7.Pc3 Lg7 8.Lxc6
Vreemd. Waarom vrijwillig zo snel het loperpaar opgeven?
8..bxc6 9.Le3 Pf6 10.h3 0-0 11.Dd2 c5 12.Pde2 Lc6 13.f3 Tb8 14.Tab1 Lh8
Als je dan toch loperruil wilt vermijden, lag direct 14..Te8 meer voor de hand.
15.Tfd1 Pd7 16.b3
Deze zet, die de diagonaal verzwakt en dus sterker maakt voor zwart, begrijp ik niet..
16..Te8
Beter is 16..f5! De toren stond prima op f8.
17.Pd5 Tb7 18.Lg5 Pe5 19.f4 Pd7?
Overziet wits antwoord; 19..f6 20.fxe5 fxg5 21.exd6 exd6 is goed voor zwart.
20.Pxe7+ Txe7 21.Dxd6 f6 22.Dxc6 Tb4 23.Lh6 Tbxe4?
Te hebberig. Zwart had met 23..Lg7 een plaatsje voor de zwarte koning op h8 moeten reserveren.
24.Dd5+ T7e6 25.Pg3 Te3 26.Te1! (1-0).
En dan de ‘ingecalculeerde’ verliestpunten tegen de bovenste twee borden van Oegstgeest. Als eerste moest Wim Nieland onder het juk door tegen de Bosnische Nederlander IM Nebosja Nikolic het jongere broertje van GM Predrag Nikolic, toenmalig topspeler eind jaren tachtig, begin jaren negentig en twee keer kampioen van Nederland in 1997 en 1999.
Ondanks dat Wims tegenstander pas na een uur kwam opdagen (van tevoren was aangekondigd dat dit een half uurtje zou zijn), speelde hij een uitstekende partij.
Nebosja Nikolic (2325) – Wim Nieland (1952)
Na veel heen en weer geschuif in een stelling waarin Wim zich ongetwijfeld bijzonder ongemakkelijk heeft gevoeld (zie het treurige paardenpaar op a8 en h7 en de loper op d7 die naar zijn eigen pionnen op c6 en e6 aan het kijken is), is na 23.Pa2 de volgende stelling ontstaan.
23..Lf8?
De eerste keer dat de zwartspeler voor de eerste keer écht misgrijpt. Koste wat kost had hij door 23..a5 het paard van b4 moeten afhouden. In hogere zin is de partij hierna eigenlijk al verloren voor zwart, omdat hij zijn c-pion moet inleveren. Tegen een IM vecht hij vanaf dat moment voor een hopeloze zaak.
24.Pab4 Lxb4 25.Pxb4 De7 26.Pxc6 Lxc6 27.Lxc6 Td8 28.d5! exd5 29.Lxd5+ Kg7 30.Dc2
Allemaal even nauwkeurig gespeeld. Nu zou bijvoorbeeld 30..Tbc8 kansloos verliezen na 31.Dxc8 Txc8 32.Txc8 Pc7 33.Lc6!
30..Pf8 31.Dc6 Td7 32.Df6+!
Wederom sterk gespeeld.
32..Kh7
Na 32..Dxf6 33.exf6+ Kxf6? 34.Ld4+ Ke7 35.Te1+ Kd6 36.Lb2! Kxd5 37.Te5+ Kd6 38.La3 mat! was er een nog mooier einde van deze partij geweest!
33.Lc4 Pc7 34.Dxe7 Txe7 35.Td6 Pce6 36.Ld5 Td8 37.Txd8 Pxd8 38.Tc8
Het enorme verschil tussen de witte en zwarte stelling is evident. Behalve dat wit een gezonde (vrij!)pion voor staat, is er het contrast tussen het actieve witte loperpaar en het passieve zwarte paardenpaar.
38..Pde6 39.Lc4 Kg7 40.h4 Tc7 41.Te8 Pc5 43.e6! (1-0).
Als laatste was Gerard bezig zijn uiterste best te doen tegen IM Fred Slingerland het beruchte eindspel T + L tegen T remise te houden.
Gerard de Geus (2045) – Fred Slingerland (2313)
Na meer dan 25 zetten vrijwel foutloos te hebben gespeeld in een T + P tegen T + L eindspel, heeft Gerard de IM op de koningsvleugel ‘iets teveel’ de mogelijkheid gegeven op te rukken met zijn pionnen en is de volgende stelling op het bord gekomen na 32..e5, die duidelijk in het voordeel is van de zwartspeler.
33.Td5 e4+ 34.Kf4 Ld6+ 35.Kxf5
Ook na 35.Ke3 Ke6 36.Kd4 Lc7! (dreigt 37..Lb6+) 37.c4 Lf4 38.Tc5 Txg2 trekt zwart aan de touwtjes.
35..Tf8+ 36.Kxe4 Txf1
Deze stelling is natuurlijk gewonnen voor zwart, maar wit gaf nog (lang) niet op en wist, nadat alle pionnen waren geruild, het beruchte eindspel T tegen T + L op het bord te krijgen dat uiteindelijk door de IM na 95 zetten in winst werd omgezet, hetgeen ik helaas niet kan laten zien omdat de notatie niet klopt. Anders had ik natuurlijk graag laten zien hoe ‘gemakkelijk’ het is dit eindspel remise te houden.. (Zie hiervoor o.a. het instructieve eindspelboek 100 Endgames You Must Know, Vital Lessons for Every Chess Player, Jesus de la Villa, New in Chess 2008.
Kortom een kansloze nederlaag tegen een veel sterkere tegenstander, die dan ook na twee ronden fier de ranglijst aanvoert. Het Tweede zal het voorlopig met een 8e plek moeten doen, maar gelukkig is het seizoen nog lang niet afgelopen..