drulovic

S.G. Amersfoort 1 – De Waagtoren 1: 1-7

Ditmaal geen bloedstollend verslag, waarin de spanning bord voor bord wordt opgebouwd en de uitslag tot het laatste moment ongewis blijft. Neen, de titel fungeert reeds als anticlimax. Het was deze 19e maart dan ook geen spannende wedstrijd. Oké, zo hier en daar waren er enkele gelijkopgaande partijen te aanschouwen, maar aan een Alkmaarse overwinning werd nimmer getwijfeld. Zo schoot Jos op bord 6 weer als Usain Bolt uit de startblokken en vuurde de ene zet na de andere af op de verbouwereerde Amersfoorter. Die deed verwoede pogingen om een paard op d6 te posteren, maar Jos vertrok geen spier en riep zijn manschappen bijeen om deze vervelende indringer een halt toe te roepen, met een wit pionnetje als bijvangst. Verder heb ik het niet echt meer gezien, maar het zou me verbazen als deze niet in het rijtje ‘regelmatige overwinningen’ terecht komt.

Danny had op bord 1 iets soortgelijks aan zijn broek hangen. Een tweetal zwarte paarden (of, speciaal voor Klaas: een paardenpaar) drong onvervaard het witte kamp binnen, gelokt door een arm pionnetje op e2. Danny liet het gelaten toe, om ze even later in het nauw te drijven. Zwart offerde twee stukken tegen een toren en pion. Zo leek het althans. In plaats daarvan mocht hij van Danny zijn paard behouden, aangezien deze zijn onder vuur genomen bastion niet meer kon beschermen. Als een mes door de boter mocht onze kopman weinig later het punt bijschrijven.

Maaike werd op bord 4 in een opening gelokt die niet op haar repertoire staat, maar dat had geen invloed op haar spel. Wit overschatte zijn stelling, naar het scheen, en stormde als een kip zonder kop met zijn pionnen naar voren. Maaike bleef rustig, en raapte de arme drommels dankbaar op. Ik heb de partij niet helemaal gevolgd, maar het leek weinig moeite te kosten de vis op het droge te krijgen.

Daan speelde op bord 5 een witsysteem dat hij kan dromen. Toch duurt het altijd een klein millennium voordat de zetten op het bord verschijnen. De partij ging gelijk op, maarna verloop van tijd moest Daan alle zeilen bijzetten om het halfje veilig te stellen. Dat deed hij echter bekwaam.

Frank v. T. kreeg op bord 2 te maken met een witspeler die niet keek op een pionnetje. Wie de uitslagen in ogenschouw neemt, zou een dergelijke doldrieste speelstijl niet verwachten: de man had 5 van de 6 wedstrijden remise gespeeld. Na een wat weifelend begin dirigeerde hij zo ongeveer alle stukken richting de zwarte monarch, daarbij hier en daar een pionnetje offerend, om de muur te slechten. Dat lukte ten dele. Hoewel zwart bij nauwkeurig spel mogelijk wat stukken kon ruilen waarbij een beter staand eindspel in zicht was, werd het Frank toch te heet onder de voeten, en stuurde hij aan op -hoe kan het ook anders met zo’n tegenstander- remise.

Dat betekende 1-4. Zou het benodigde halfje op een van de drie resterende borden kunnen worden gescoord? Ja natuurlijk, dat had ik reeds verklapt.

Ik speelde op bord 3 met wit een niet al te ambitieuze partij. Waar ik voorheen nog wel eens een soort alles-of-niets schaak speelde, om de tegenstander zo spoedig mogelijk op te knopen, wacht ik de laatste jaren rustig af tot de kansen zich aandienen. Waarom? Omdat ik vaker dan me lief was zelf werd opgeknoopt. Ook nu ging het een zet of 25 gelijk op, waarna de volgende stelling ontstond:

Op bord 8 speelde Hebert tegen een invaller, maar lange tijd was daar niet veel van te merken. Hij leek gedrukt te staan. Langzaam maar zeker ontworstelde hij zich echter en nam het heft in handen. Wit was zonder plan en Hebert, die zoiets nooit gebeurt, schoof het resoluut naar winst. In werkelijkheid was Hebert als een van de eersten klaar en had juist Jos relatief lang nodig voor het volle punt, maar omwille van een coherent verhaal, sjoemelde ik een beetje met de chronologie. Ik hoop dat u het me vergeeft.

Rob was op bord 7 als laatste bezig, maar dat zal niemand verbazen. Ook hij had van doen met een invaller, maar van onderschatting leek geen sprake. Toch moest er een ingewikkeld toreneindspel aan te pas komen om hem op de knieën te krijgen. Maar Rob is een goede rekenaar, en dat komt in eindspelen goed van pas.

1-7 dus, waarmee de vierde plek werd verstevigd. De laatste twee wedstrijden kunnen vrijuit worden gespeeld, respectievelijk tegen het op papier sterke LSG 2 en het in degradatienood verkerende Kennemer Combinatie 2. Voor Amersfoort is handhaving nog allerminst zeker, al hebben zij het geluk dat Groningen 3 nog op bezoek komt, dat puntloos onderaan staat.

T Amersfoort 2027 De Waagtoren 2165 1 7
1. FM Dimitri van Leent 2171 FM Danny de Ruiter 2303 0 1
2. Peter Reedijk 2039 Frank van Tellingen 2235 ½ ½
3. Jeroen Schuil 2103 Frank Agter 2214 0 1
4. Joeri Piet 2052 Maaike Keetman 2103 0 1
5. Gerard van Otten 2039 Daan Geerke 2115 ½ ½
6. Johan de Zwart 1949 Jos Vlaming 2095 0 1
7. Hans van Doorn 1856 Rob Konijn 2116 0 1
8. Peter Sonder 2008 Hebert Perez Garcia 2137 0 1

5 Comments

  1. Frank van Tellingen
    Frank van Tellingen 20 maart 2016 at 21:48

    Hi Frenk, het beter staande eindspel was in zicht vanuit de dior wit ietwat mishandelde opening. Uiteindelijk mocht ik van geluk spreken dat mijn tegenstander een remisewending toeliet. Mijn voornaamste prestatie was dan ook Danny van twee krentebollen te hebben voorzien. Maar dat terzijde.

    Iets anders: Rob had na afloop nog een komisch verhaal in petto, maar het lijkt me beter om dat een keer mondeling over te brengen 🙂

  2. Peter van Diepen
    Peter van Diepen 20 maart 2016 at 23:22

    Frank, de lezers van de website zijn ook geïnteresseerd in komische verhalen!

  3. rob
    rob 21 maart 2016 at 14:09

    Frank en Frank, houd ons niet in spanning !, maar vertel de anekdote als waardevolle aanvulling op dit verslag.

  4. Frank van Tellingen
    Frank van Tellingen 21 maart 2016 at 15:13

    https://www.waagtoren.nl/?p=12247

    Ik verwijs naar dit verslag voor een soortgelijk incident. Bovendien wist Rob niet zeker of hij niet per ongeluk twee zetten achter elkaar had gedaan in de tijdnoodscrimmage. Maar hij won in ieder geval wel…

  5. Jan Poland
    Jan Poland 21 maart 2016 at 23:00

    Het ‘incident’ bij Rob bestond uit het feit dat het vlaggetje niet verscheen na het verstrijken van de ingestelde tijd…..en er plotseling bij zet 39 30 minuten op de klok verscheen voor Rob en 32 voor de tegenstander. Volgens de scheids zou Rob door zijn vlag zijn maar hij kon niets aantonen….Ik had de protestbrief al klaar maar die kon even later toch in de prullenbak.

Leave A Comment