NK Snelschaken Clubteams
In Rosmalen heerste een verhoogde staat van paraatheid. Hadden er zoveel tbs-ers vervroegd verlof gekregen? Neen. Hoewel het er bij de invasie van de plaatselijke jumbo in de pauze wel alle schijn van had, konden we de lokale bevolking geruststellen: er werd slechts een schaaktoernooi gehouden. En dat betekent een verzameling van – meestal – ongewassen, ongeschoren, onuitgeslapen, vaak vrijgezelle mannen, sommigen nog onder moeders vleugels, die rond elf uur ’s ochtends de tijd rijp achten voor het eerste Bacchanaal.
Het behoeft geen betoog dat de speelzaal van een buitengewoon goed ventilatiesysteem moet zijn voorzien, om de geuren die dit onwelriekende gajes uitwasemt af te voeren. Maar helaas – er was slechts één rooster met daarachter een schor- hoestende ventilator uit dezelfde fabriek waar doorgaans alleen Lada’s van de band rolden. De centrale hal was daarentegen wél een uitstekende locatie geweest voor het festijn, maar grensde aan een verzorgingstehuis. Men moet wel gedacht hebben dat schaken en een rusthuis goed samen gaan – een vergissing die men niet snel meer zal maken – naar adem en bier snakkende schakers zijn zo niet het best te vergelijken met een troep uitgehongerde zeemeeuwen om een haringvloot. En waar wordt er dan ook – de schrijver dezes maakt zich er ook schuldig aan – voornamelijk over gepraat? Precies. Over varianten, tegenstanders die er niets van konden etc. Bij binnenkomst valt een specimen van de nieuwe generatie jeugdspelers direct op doordat hij al zijn zetten uitvoert met de rust en zelfverzekerheid als ware hij Carslen zelve. Dat belooft nog wat vandaag. Om de rondes snel te laten verlopen hanteert de toernooiorganisatie een systeem dat al even geniaal als onbegrijpelijk is. Op verwachte score word je ingedeeld – aangezien niemand dit begrijpt, zorgt de stortvloed aan vragen desondanks voor de nodige vertraging, maar uiteindelijk heeft zelfs de grootste mathematische onbenul het voor de pauze – na negen rondes – toch wel zo ongeveer door. Minder briljant is het feit dat de indeling eveneens in de deuropening wordt opgehangen – waar evenveel schakers doorheen lopen als Gnoes tijdens de jaarlijkse oversteek. Probeer dan maar eens te achterhalen aan welke tafel je speelt.
De eerste ronden verlopen voorspoedig, met enige ochtendvermoeidheid wordt het even zwakke als sympathieke Aartswoud geklopt, overigens zonder M. Helder die op dat moment zijn naam reeds eer aan doet en door sommige bewoners van het verzorgingsthuis wordt aangezien voor een oude rockzanger. Onze tweede tegenstander is een jeugdteam dat schijnbaar verbaasd is over hun nederlaag, en zeg nou zelf, wat is er leuker dan in de knop gebroken jeugddromen? Rob en Daan moeten zichtbaar nog op gang komen, vooral het SNELschaken lukt hen nog niet zo. 2.Lf4 of 2.Pf3 zijn natuurlijk ook zetten die een nauwkeurige afweging verdienen. Gelukkig zijn Danny en ik lekker bezig, en zo komen we al snel aan de hoogste borden te spelen. Eerst een verdiende 2-2 tegen HMC, daarna minder geluk tegen LSG. Uit die wedstrijd nog wel een persoonlijk hoogtepunt. (Zie diagram na de zetten 1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6 6. Le3 e6 7. f3 b5 8. a4 b4 9. Pce2 d5 10. e5 Pfd7 11. f4 Lb7 12. Pg3 Pc6 13. Ld3 Db6).
Stelling uit Van Haastert – Van Tellingen (LSG – de Waagtoren 1)
Een beetje bluf. Na Pf5 Dc7 wint zwart een tempo, maar wel interessant is voor wit is bijvoorbeeld 14.a5 Pxa5 15.Pdf5 Dc7 16. Pd6+ Lxd6 17. exd6 Dd8. Wit koos echter voor het laffe 14.c3 Lc5 15.O-O Nxd4 16. cxd4 Lxd4 17.Lxd4 Dxd4+ 18.Kh1 g6! 19.Tc1 Tc8 20. Txc8+ Lxc8 21.De2 Nc5 22.Td1 Pxd3 23.Txd3 Dc4?! 24.Dd2 a5 25.b3 Dc5 26.De3 Dxe3 27.Txe3 La6 28. Kg1 Kd7 29. Pe2 Lxe2 30. Txe2 Tc8 31. Kf2 Tc3 32. Tb2 Kc6 33. Ke2 d4 34. Kd2 Kd5 opgegeven.
Na enkele ronden zijn Daan en Rob ook wakker geworden – hoewel ik hoop dat Daan zich niet te ernstig heeft geblesseerd bij zijn pogingen om de klok door de tafel heen te slaan. Een kleine hint van Bosboom: het gaat er om hoe snel je de klok indrukt, niet hoe hard.
Een paar fragmenten uit Robs partijen, uiteraard met de vlag op 9 seconden, tegen minuten voor de opponent. Ik kan het niet precies meer reconstrueren, maar zo ongeveer klopt het wel: Rob had hier een prachtige winnende wandelkoning, hoewel Lf1 wel wat praktischer was geweest.
Met nog enkele seconden op de klok speelde Rob hier moedig 1.Kf2! Dh2+ 2.Kf3! Dh3+ 3.Kf4! Dh2+? (een echte snelschaker zou nu natuurlijk zonder medelijden Dxg4+ spelen en wit door de vlag jagen) 4.Kg5?! Th8 5.Dxf7 Dh4+ 6.Kxf5! Df2+ 7.Ke6!
Een mooi plaatje, niet waar? Zwart deed hier een zet, waarna Rob Dxb7 met nog 2 seconden op de klok mat claimde…en zijn tegenstander het geloofde.
Het blijft toch bijzonder zenuwslopend om Rob te zien snelschaken. Doet ie iene-miene-mutte met de stukken? Welke zal ik zetten? De hand zweeft eerst twee seconden boven het stuk dat dan al weet dat het gezet gaat worden. Het doet me denken aan de race tussen de schildpad en de haas. Steeds denkt de haas te winnen, maar uiteindelijk is de schildpad door zijn sluwheid de haas toch de baas. Aan Rob was ook het meest komische moment van de dag te danken – ook in de wedstrijd tegen Accres. Het brein van Rob draaide intussen op volle toeren en hij stond dan ook dik en dik gewonnen, toen zijn gebrek aan tijd hem helaas noopte alle vijandelijke stukken te elimineren.
Stelling uit Konijn – Hachijan (de Waagtoren 1 – Accres Apeldoorn)
In plaats van het praktische Dxc4+, Txb3 en de eliminatie van alle pionnen, koos Rob voor een andere zet, waarop zwart 1…Tc3+ speelde (diagram). Daarop produceerde Rob het illegale, doch geniale 2.Txb3+??!! en eindigde de partij met 2…Txb3??? 3.Dxb3+ Kxb3 4.Kxf4 en Kxf5 net voor de vlag viel.
Over Bosboom gesproken, Hij ziet er trouwens goed en vrolijk uit, de held van Noord-Holland, strak in het pak, gewoon een paar GM’s vlaggen voor ze de laatste pion konden choppen. Zo hoort dat. Tot de pauze gaat alles naar wens en staan we zo waar gedeeld tweede, mede door Danny’s 7 en mijn 9 uit 9. Van alle mindere tegenstander en een enkele iets betere gewonnen. Daarvoor moest ik wel iemand vlaggen in een partij die ik ook had kunnen verliezen. De lezersvraag van de week is: wat vindt u: is het onsportiever door te spelen in een stelling die nog alle kanten op kan en dan op tijd te winnen, of om elke zet remise aan te bieden?
Na de pauze moeten we tegen vier sterkere tegenstanders, op papier dan. Euwe 1, Sissa 1, Charlois – de latere winnaar en Sc Utrecht. Vrij kansloze partijen, hoewel Daan had moeten winnen van Mehr Hovanisian – het wordt remise en ik had tegen Dgebuadze ook een halfje mogen pakken, hoewel het niet zo simpel was.
Geerke-Hovanisian (Charlois Europoort 1 – de Waagtoren 1)
Wat er precies door het grootmeesterlijke brein ging weten we niet, maar feit was dat Daan hier toesloeg met 1.Pxe5! Dg7 2.Pxf3 en twee pionnen voor stond. Uiteindelijk was Daan de laatste die nog bezig was en stond het (met nog 9 seconden voor Daan) zo:
Geerke-Hovanisian na Pg5!?!? (Charlois Europoort 1 – de Waagtoren 1)
Hier had Daan net het geniale Pg5!! Geproduceerd – uiteraard met de bedoeling door Pe6, Tg7+ en Kh4!! een matnet te spinnen. Helaas voor Daan door zag zijn grootmeesterlijke opponent deze uiterst doortrapte list en speelde daarom – met nog zeëen van tijd op de klok – het al even grootmeesterlijke fxg5?!?! waarna wit door T3e6+ – Te5+ eeuwig schaak wist te houden. Wel zo sportief dat de GM onze Daan niet keihard door zijn tijd joeg. Dat was ook niet nodig, want ik had net de volgende interessante stelling tegen Dgebuadze op gepaste wijze – want niveauloos – om zeep geholpen.
Na een blunder in de opening (1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Dxd4 Pc6 5.Lb5 Ld7 6.Lxc6 Lxc6 7.Pc3 Pf6 8.Lg5 e6 9.0-0-0 Le7 10.h4 h6 11.Le3 b5?? 12.e5! dxe5 13.Dxe5 Db8 14.Dxb5 en wit staat een pion voor – was de GM de controle over de stelling uiteindelijk toch kwijtgeraakt en kwam de volgende interessante stelling op het bord, waarin wit zojuist het voordehandliggende c7!? had gespeeld.
Stelling uit Dgebuadze – Van Tellingen (Charlois Europoort 1 – De Waagtoren 1)
Tijdens de partij dacht ik dat Ta8 had gewonnen – maar in een gesprek na afloop van het toernooi hielp Alexander me uit de droom: wit speel Lxe3 en b5 en is dan op tijd aan de overkant. Zelf dacht ik opeens dat Tc1! sterk was, maar ook daarop speelde wit simpelweg 1. Lxe3! fxg2 2. c8D Tc1+ 3.Lxc1 g1D en daarna was ik niet in staat om in het resterende eindspel voor echte (tijd)problemen te zorgen.
Toch heeft zwart in de diagramstelling een eenvoudige weg tot gelijk spel: fxg2! (de zetten omdraaien) en nu is zowel 2.Lxe3 Ta3+! 3.Kd2 Txe3 als 2.c8D Lxg1! remise. De dame komt niet in de buurt van de pion en dus moet wit eeuwig schaak houden. Persoonlijk dieptepunt was het feit dat ik niet alleen in staat was door ongeduld de volgende stelling (met 2.30 tegen 0.54 seconden voor mijn tegenstander) om zeep te helpen, maar ook nog eens vergat om – één zet voor het mat – een laatste blik op zijn klok te werpen. Vervloekt zij het internetschaak – daar gaat dat geheel automatisch, ik heb er simpelweg niet aan gedacht, dat ik het woordje ‘vlag’ ook moest uitspreken of zelfs maar dat het ding gevallen zou kunnen zijn.
Stelling uit Van Tellingen – Van der Griendt
Na vier nederlagen op rij zakken we behoorlijk terug – omdat het tweede aan een opmars bezig is, zitten we zowaar weer bij elkaar in de buurt. Het verschil tussen de voorgaande tegenstanders en b.v. Voorschoten is wel duidelijk. Daarom zijn de volgende drie matches een makkie. Slotstuk is de partij tegen Accres Apeldoorn, het team van generatiegenoot en GM Solleveld – het leek er niet op, maar na het vierde biertje schaakt Danny nog beter en hij blijft aanklampen. Uiteindelijk staat hij een kwaliteit voor en de GM geloofde het wel – uit walging van het eigen spel, wie weet. Deze partij had ik graag laten zien, maar ik moet eerlijk bekennen dat ik niet zo op Dannys partijen heb gelet – hij weet wel wat hij doet en het spannendst waren nu éénmaal de partijen van Rob en Daan. Cruciaal is ook nu weer de partij van Daan. Hij staat een kwal achter, maar heeft wel twee pionnen compensatie. De tegenstander heeft wel een lastige vrijpion al naar f7 weten te loodsen. In plaats van de makkelijke weg (pion elimineren, eindspel van T vs. T + L remise maken, doet Daan iets geniaals. Eerst geeft hij een toren tegen de pion – dan laat hij zijn nietsvermoedende tegenstander in de waan dat hij aan een helpmat meewerkt en zichzelf door de vlag jaagt, waarna volgende stelling op het bord komt.
Stelling uit Zwirs – Geerke (Acress Apeldoorn – De Waagtoren 1)
Wit slingerde hier de loper naar f8, bemerkte toen dat het ding daar geslagen kon worden en plaatste hem vervolgens – in de beste Böhmiaanse traditie in één beweging waarover Ceulemans instemmend zou knikken – op g7. Dit lokt uitzinnige kreten uit van de aanwezige hooligans, die hier anoniem zullen blijven – wellicht op een idee gebracht door al het tumult – ziet Daan het ook en claimt keurig de partij. Zo werden we toch maar mooi 9e.
13 Comments
Leave A Comment
You must be logged in to post a comment.
hoe kom je aan die foto?
Rob had nog een pion op h2 tegen Hachijan (Armen).
Danny, als je met de muis over de foto beweegt zie je dat deze van onze hofleverancier dhr. R. Olthof is (waarvoor dank, René). Via Wim kreeg ik deze in bezit en zodoende in het verslag van Frank geplakt. Vind je hem niet leuk?
Fijn Danny, en waar is nou jouw fragment? De hele dag heb ik ziek in bed liggen wachten tot ik jouw memorabele partij tegen sollevekd mocht invoeren in Fritz…
Frank, ik weet alleen nog de opening tegen Loek.
De rest ben ik alweer vergeten.
Leuk stukje Frank! Knap dat je de partijen van je teamgenoten zelfs kan reproduceren.
Het nummer was trouwens inderdaad van Neil Young. Als jij nou volgende keer naar de popquiz komt en Danny meeneemt, kan jij de muziekvragen beantwoorden en Danny de herrievragen…
Frank kent ook nog alle partijen die ik als 14-jarige speelde uit z’ n hoofd, inclusief analyses. Ieder zijn afwijking. Zo ken ik alle tegenstanders van Danny en Jos uit het hoofd. En hun ratings, uiteraard.
Frank, dat komt natuurlijk omdat jij naar het niveau van Jos en mij opkijkt.
Nee hoor, want ik ken ook de TPR’s van alle deelnemers aan een willekeurig toernooi uit het hoofd. Maar volgens mijn vriendin is m’n geheugen wel erg selectief… Zonder getallen ben ik een zeef.
Je bedoelt onze TPR`s tijdens TATA?
Frank, je verslag en analyses zijn overduidelijk de uitzondering op de regel dat snelschaakpartijen nooit geanalyseerd dienen te worden! Gelukkig geldt deze regel wel voor mij en zo hoef ik ook mijn miniatuur tegen oude bekende Erik Bosma hier verder niet te noemen (na mijn opgave hadden Erik en ik zomaar meer dan 9 minuten om bij te praten aan de bar en aldaar onder het genot van een biertje mijn halfbakken zeekadet weg te spoelen). Bij gebrek aan Danny’s terugblik zou ik nog mijn enige partij van de dag kunnen noemen die wellicht het waard is te tonen, maar die volgde vrijwel dezelfde zetten als tegen Roemersma van Caissa 4 vorig jaar (behalve dat de dames niet geruild werden en dat ik in plaats daarvan een paardoffer met mat in vier mocht geven). Dat lijkt me een prima reden om mezelf hier wel aan de regel te houden, maar dat Frank hierop de uitzondering is blijkt ook al uit het feit dat mijn stellingen tegen Charlois in Franks verslag piekfijn kloppen, net als de ligging van de rode, gele en witte bal bij mijn laatste partij.
Wat gebruik je toch altijd lange zinnen Daan!
Oh en Frank, volgens mij gaf mijn tegenstander in die eerste partij zich gewonnen, omdat jij me al feliciteerde 🙂 Maar wel terecht natuurlijk