Schaken met computers 2
In de aanloop naar het Tata Steel schaaktoernooi 2023 gaat het volgens mij te veel over de maatregelen die zijn genomen om valsspelen met computers tegen te gaan. Wereldkampioen Magnus Carlsen beschuldigt grootmeester Hans Niemann van valsspelen en wil nooit meer tegen hem schaken. Dat is natuurlijk heel bijzonder. Maar ik vind het interessanter om eens te beschrijven op welke manieren computers het schaken hebben veranderd voor de topschakers en de gewone clubschakers.
Afgebroken partijen
Oudere schakers herinneren zich nog wel dat partijen die te lang duurden, werden afgebroken. Het was heel normaal dat grootmeesterpartijen ergens na zet 40 werden afgebroken. De stelling en de volgende zet van een van de twee spelers werden op een papiertje geschreven en in een (met handtekeningen van beide spelers) verzegelde envelop aan de wedstrijdleider gegeven. Een speler wist dus de afgegeven zet en de andere speler niet. Beide spelers konden dan de stelling analyseren met wie ze maar wilden. Bij het Hoogovens schaaktoernooi werden de afgebroken partijen ’s avonds en eventueel nog in de ochtend daarna uitgespeeld. In de middag begon gewoon de volgende ronde. Als de afgebroken partij nog niet was afgelopen, kon hij weer worden afgebroken! Bij schaakverenigingen waren er speciale avonden om afgebroken partijen uit te spelen. Soms moesten de leden hun afgebroken partijen thuis uitspelen.
Het laatste FIDE-wereldkampioenschap schaken met afgebroken partijen was dat van 1994-1996. Dat was sowieso een raar wereldkampioenschap, want in 1993 hadden regerend wereldkampioen Garry Kasparov en uitdager Nigel Short zich van de FIDE afgescheiden. Toen waren er opeens twee wereldkampioenschappen: het PCA-wereldkampioenschap Short – Kasparov in London 1993 en het FIDE-wereldkampioenschap Jan Timman – Anatoly Karpov in Zwolle, Arhem, Amsterdam en Jakarta 1993. Bovendien was er nog een derde wereldkampioenschap geweest: Boris Spassky – Robert Fischer in Sveti Stefan en Belgrado 1992, omdat Fischer dacht dat hij nog steeds wereldkampioen was.
Het FIDE-wereldkampioenschap van 1994-1996 was een toernooi met 12 deelnemers (zonder Short en Kasparov) plus FIDE-wereldkampion Karpov, die matches speelden in Wijk aan Zee 1994 (tijdens het Hoogovens schaaktoernooi), Sanghi Nagar 1994 en 1995 en de finale in Elista 1996. Tijdens dit FIDE-wereldkampioenschap mochten de deelnemers dus nog computers gebruiken om afgebroken partijen te analyseren. Voor zover ik weet, gebeurde dat niet.
Het eerste wereldkampioenschap schaken zonder afgebroken partijen was dat van Short tegen Kaparov in London 1993. Misschien anticipeerden zij al op een toekomst waarin analyseren met computers het verloop van partijen zou beïnvloeden!
Sindsdien zijn afgebroken partijen geleidelijk helemaal verdwenen zowel uit de schaaktoernooien als de interne competities van schaakverenigingen.
Databases met schaakpartijen
Kasparov was de eerste wereldkampioen die computers gebruikte voor schaken, maar in het begin nog niet om te analyseren. Partijen van de tegenstander opzoeken in een database was de eerste toepassing van computers, die het schaken echt heeft veranderd. In die tijd nog zonder internet!
Kasparov was een van de eerste gebruikers van ChessBase. Bovendien was hij vanaf het begin betrokken bij de ontwikkeling van ChessBase.
Bij Timman en Karpov ging dat heel anders. Timman speelde een keer tegen Karpov een openingsidee, waarvan de weerlegging nota bene door Karpov was gepubliceerd in een New in Chess jaarboek. Het was Timman niet opgevallen en zijn secondanten ook niet, want ze hadden geen computer! Daarna zorgde Wim Andriessen (directeur van New in Chess en lid van onze schaakvereniging) er persoonlijk voor, dat Timman een laptop met NiCBase kreeg. Dat laatste herinner ik mij goed, omdat ik die computer mocht leveren bij Timman thuis in het Vondelpark te Amsterdam. En later nogmaals toen Timman zijn eerste laptop was kwijtgeraakt.
Na Kasparov gingen steeds meer grootmeesters computers gebruiken met schaakpartijendatabases. Tegenwoordig doen alle grootmeesters dat en veel clubschakers ook. Meer over deze ontwikkelingen staat in mijn vorige artikel Schaken met computers 1.
Wereldkampioen beschuldigt tegenstander van valsspelen 1
In de vorige eeuw gebruikten grootmeesters geen computers om partijen te analyseren, omdat die nog te zwak waren. Maar wel bestonden er al sinds de jaren 50 schakende computers. Het eerste partijtje tegen een computer werd gespeeld in 1957 bij IBM. Uiteraard op een IBM computer. Die IBM 704 was toen nog een zaal vol apparatuur met radiobuizen en een ferrietkernen geheugen. Transistors en chips bestonden nog niet! IBM had er een heel team op gezet. De belangrijkste programmeur was Alex Bernstein en in het team zat ook al een grootmeester: Arthur Bisguier. Daarna hebben vele schaakprogrammeurs, twee wereldkampioenen: Max Euwe en Michael Botwinnik en zelfs een Nobelprijswinnaar: Herbert Simon gewerkt aan schaakprogramma’s.
In 1997 (dus 40 jaar na die eerste partijen met computers) werd wereldkampioen Kasparov verslagen door Deep Blue. Dat was weer een computer van IBM, maar beslist geen IBM PC. Deep Blue was een supercomputer met speciale schaakchips, het eindresultaat van researchprojecten van studenten op Carnegie Mellon University (waar Herbert Simon hoogleraar was) en de University of Alberta (waar Tony Marsland hoogleraar was). Feng-hsiung Hsu en Thomas Anantharaman waren al begonnen in 1985. Murray Campbell kwam er in 1987 bij. In 1989 werd IBM de sponsor van het project en kwam grootmeester Joel Benjamin in het team.
Kasparov speelde twee matches tegen Deep Blue in 1996 en in 1997. In 1996 verloor Kasparov de eerste partij van Deep Blue. De tweede partij won hij. Daarna volgden er twee remises, en twee winstpartijen van Kasparov. Die verliespartij van Kasparov genereerde ontzettend veel publiciteit; daarom wilde IBM een revanche.
In 1997 won Kasparov de eerste partij en gaf hij de tweede partij op na 45.Ta6 van Deep Blue. Opnieuw sensatie, en het werd nog erger. Ze lieten Deep Blue de eindstelling analyseren: na tien minuten vond Deep Blue 45…De3 46.Dxd6 Te8 47.h4 h5 met eeuwig schaak. Kasparov had te vroeg opgegeven!
Kasparov antwoordde: “It reminds me of the famous goal which Maradona scored against England in 1986. He said it was the hand of God.” Kortom hij beschuldigde het Deep Blue team van valsspelen! Maar volgens mij had hij er vooral de pest in dat hij de tweede partij te vroeg had opgegeven.
In de derde partij speelde Kasparov 1.d3 om Deep Blue zo snel mogelijk uit zijn openingenboek te krijgen en in de vierde partij met zwart 1.e4 c6 2.d4 d6. Deze partijen en ook de vijfde partij werden allemaal remise. Pas in de zesde en laatste partij speelde Kasparov gewoon Caro-Kann 1.e4 c6 2.d4 d5.
Zo verloor wereldkampioen Kasparov een match met normale bedenktijden van een computer. Kasparov meende dat hij met een betere voorbereiding nog wel van Deep Blue kon winnen in een volgende match. Maar IBM had sinds die persconferentie van Kasparov geen zin meer. Het Deep Blue-team werd ontbonden en IBM schonk de hardware van Deep Blue aan het Smithsonian’s National Museum of American History in Washington D.C.
Fritz
De overwinning van Deep Blue op de wereldkampioen schaken was een triomf voor de wetenschap, een mijlpaal op het gebied van kunstmatige intelligentie, bla, bla. Maar in de schaakwereld bleven schakers gewoon schaken. Het grote publiek vond het heel normaal dat een computer de wereldkampioen had verslagen zoals auto’s sneller rijden dan wielrenners en vorkheftrucks zwaarder tillen dan gewichtheffers.
Ondertussen waren er in de computerschaakwereld al sinds 1970 schaaktoernooien voor computers en vanaf 1974 om de drie jaar zelfs wereldkampioenschappen. In Hongkong 1995 werd Fritz van Frans Morsch de achtste computerwereldkampioen. In Hongkong 1995 deed Deep Blue Prototype mee, maar verloor van Fritz. Dat was opmerkelijk, omdat Deep Blue op een IBM-supercomputer met speciale schaakchips draaide en Fritz op een normale personal computer. Bovendien was Fritz gewoon te koop bij ChessBase!
De combinatie Fritz en ChessBase op een voor veel schakers betaalbare computer heeft, volgens mij, het schaken ingrijpend veranderd. Clubschakers kochten Fritz om hun eigen partijen te analyseren. Correspondentieschaken werd een totaal nieuwe tak van de schaaksport door computers. Toen de computers sneller en de nieuwe versies van Fritz steeds beter werden, volgden de grootmeesters. Sindsdien stijgt het niveau van correspondentieschaken en het professioneel voorbereiden op tegenstanders en openingen gestaag. En deze ontwikkeling gaat tot op de dag van vandaag door.
Nederlands kampioenschap schaken 2000
Het leek een tijdje alsof computers mochten meedoen in gewone toernooien. Nog nooit had het Nederlands kampioenschap schaken zoveel publiciteit als in Rotterdam 2000. Er waren televisieploegen en er verschenen artikelen in een ongelofelijk aantal tijdschriften. En er was meer prijzengeld. Allemaal omdat Fritz meedeed.
Vooraf waren er wel protesten. Fritz zou allerlei reglementen overtreden: zoals een openingenboek raadplegen tijdens de partij. Bovendien had Fritz zich niet geplaatst. Paul van der Sterren weigerde tegen Fritz te spelen. Erik van der Doel, Herman Grooten en Dennis de Vreugt verloren van Fritz. Manuel Bosboom speelde drie zetten en bood vervolgens remise aan. Toen Frans Morsch namens Fritz weigerde en doorspeelde, gaf Bosboom de partij meteen op. De partij Fritz – Sergei Tiviakov werd ook een drama na een remiseaanbod.
Behalve Tiviakov, speelden ook Jeroen Piket, Dimitri Reinderman (tegenwoordig lid van onze schaakvereniging) en Friso Nijboer remise tegen Fritz.
Tot grote opluchting van iedereen verloor Fritz van Loek van Wely en van John van der Wiel. Van Wely verloor geen enkele partij en werd in 2000 voor het eerst Nederlands kampioen (en daarna nog 7 keer).
Na een samenwerking van vier jaar met hoofdsponsor Broekhuis Training in Rotterdam, moest de KNSB een nieuwe sponsor vinden. Het toernooi had weliswaar veel publiciteit opgeleverd, maar niet voor Broekhuis Training. Siem Broekhuis: “Ik kijk er met gemengde gevoelens op terug. Ik denk dat ChessBase de grote winnaar is.”
Computerschaaktoernooien bestaan nog steeds, maar computers als deelnemer in gewone schaaktoernooien zijn sindsdien helemaal verdwenen. Schakers schaken liever tegen elkaar.
Stockfish
Voor het vakgebied software engineering is open source misschien wel de belangrijkste ontwikkeling van de laatste 25 jaar. Dat geldt ook voor open source computerschaak.
Ten eerste ontstond de Universal Chess Interface oftewel de UCI. Dat is een specificatie van hoe de chess engine “praat” met andere software. Het belangrijkste voordeel is dat verschillende UCI-engines uitwisselbaar zijn. ChessBase ondersteunt UCI al sinds 2002 en daarom kan je binnen ChessBase stellingen analyseren met andere engines dan Fritz.
Een andere toepassing van UCI is dat je verschillende engines tegen elkaar kunt laten schaken. Dat kan op dezelfde computer of via het internet tegen andere computers. Dit is vooral leuk voor schaakprogrammeurs om te testen. Bovendien hoef je als schaakprogrammeur een heleboel software niet zelf te ontwikkelen. Een direct gevolg van de UCI-standaard was een golf van honderden nieuwe schaakprogrammeurs en engines. Totaal zelfs meer dan 333 UCI-engines!
Ten tweede kwamen er schaakprogrammeurs zonder commerciële motieven die hun engines een GPLv3-licentie gaven. Dat betekent dat iedereen de source code van de engines mag gebruiken, delen en wijzigen. Het enige wat niet mag, is verkopen. De mijns inziens belangrijkste open source engine is Stockfish. De leidende programmeurs van Stockfish: Tord Romstad, Marco Costalba, Joona Kiiski en Gary Linscott hebben het ontwikkelen en testen van hun engine naar een ongekend hoog niveau gebracht. Dat deden ze echter niet alleen: inmiddels hebben meer dan 200 programmeurs aan het Stockfish project gewerkt en meer dan 1000 testers!
Met als resultaat: de stratosferische hoge Elo ratings. En dit gaat gewoon door. Dat kan je bijvoorbeeld volgen bij de Top Chess Engines Championships.
Schaken als kijksport
Oudere schakers herinneren zich nog de bordenjongens van het Hoogovens schaaktoernooi. Die jongens liepen tussen de borden van de grootmeesters, noteerden de zetten en voerden ze uit op demonstratieborden in de speelzaal voor de toeschouwers. De zetten werden ook doorgegeven aan de persdienst, die er een toernooibulletin van maakte. Bovendien werden de zetten doorgegeven naar café de Zon. Daar stonden ook demonstratieborden en er waren toeschouwers, die probeerden de partijen van de grootmeesters te begrijpen. We riepen dan allerlei zetten waarbij de sterkere schakers de zwakkere schakers corrigeerden. Als we geluk hadden kwam zo’n grootmeester na afloop van zijn partij wat uitleg geven, maar meestal begrepen we de partijen pas na het toernooi als de grootmeesters hun analyses publiceerden in tijdschriften of boeken.
Tegenwoordig kunnen we alle grote schaaktoernooien live volgen via en Chess.com of de websites van die toernooien. Computers mogen weliswaar niet meer meedoen in schaaktoernooien, maar zijn inmiddels wel essentieel voor de websites van die toernooien!
Ze geven de zetten van de grootmeesters vanaf de DGT-schaakborden automatisch door aan een webserver en op de server analyseert een engine alle lopende partijen in real time. Zo zien wij als toeschouwers hoe goed of slecht de grootmeesters staan volgens Stockfish (of een andere engine) en de varianten die de grootmeesters zouden kunnen spelen.
Dankzij chess engines en het internet is schaken meer een kijksport geworden. Schaken begint zelfs op voetballen te lijken, want op die websites roepen de toeschouwers: “Wat een prutser! Hoe is het mogelijk dat ie die zet niet ziet?” Net zoiets als het verschijnsel dat sommige mensen denken dat ze meer weten, omdat ze het kunnen opzoeken met Google.
Tata Steel schaaktoernooi 2020
De geschiedenis van schaken met computers kort samengevat: die begon in 1957 op een computer in een zaal, een supercomputer in 1997 en evolueerde via Fritz op een personal computer naar Stockfish op een apparaatje dat iedereen in een jas- of broekzak bij zich draagt.
Het Tata Steel schaaktoernooi 2020 had een bijzondere primeur. De deelnemers van de masters- en challengers-groepen moesten door een scanner-poortje zoals op een vliegveld. Mobiele telefoons en andere elektronische apparaten waren absoluut verboden, want die dingen schaakten sterker dan de wereldkampioen. En zelfs de amateurs en toeschouwers mochten niet in de zaal komen met een mobiele telefoon!
Ook voor wedstrijden van gewone clubschakers zijn de reglementen aangepast. De KNSB heeft een “Richtlijn mobiele telefoon in de speelzaal” die minder streng is dan de maatregelen van het Tata Steel schaaktoernooi.
– Je mag de mobiele telefoon niet meenemen als je door de speelzaal loopt of bij een bezoek aan het toilet. Een overtreding van deze regel wordt bestraft met het verlies van de partij.
– Indien vastgesteld wordt dat een mobiele telefoon niet uitgeschakeld op een toegestane plek in de speelzaal is, wordt de speeltijd van de eigenaar verminderd met 10 minuten of gehalveerd. Een tweede overtreding wordt bestraft met het verlies van de partij.
Grootmeesters zijn ondertussen grootgebruikers van computers geworden. Bovendien blijkt het analyseren met computers een nieuw specialisme te zijn. Deze grootmeesters / specialisten gebruiken chess engines niet altijd om de beste zet te vinden, maar vaak ook om varianten te vinden, die juist onschuldig lijken. Ze lokken hun tegenstanders als het ware een doolhof in van varianten, in de hoop dat ze ergens een verkeerde afslag nemen. Wesley So is zo’n specialist. In de volgende partij geeft hij oud-wereldkampioen Viswanathan Anand de mogelijkheid van een verleidelijk stukoffer, waarvan So weet dat het voor hemzelf gevaarlijk is. So had echter met de computer uitgezocht dat hij waarschijnlijk remise kon maken, dat Anand veel moeilijke zetten moest spelen om de aanval gaande te houden en dat er voldoende verkeerde afslagen waren. Uiteindelijk had So de hele partij en grote delen van het doolhof al vooraf op zijn computer gezien!
Wereldkampioen beschuldigt tegenstander van valsspelen 2
Ik weet niet in hoeverre de huidige wereldkampioen Magnus Carlsen een computerschaakspecialist is. Maar de secondanten van Carlsen bij de match Ian Nepomniachtchi – Magnus Carlsen in Dubai 2021 waren in ieder geval wel zulke specialisten.
Secondant Daniil Dubov was heel enthousiast. Hij verklaarde voor de match dat chess engines de afgelopen drie jaar meer waren verbeterd dan in de 15 jaar daarvoor. Dus meer bruikbaar voor zijn werk.
Grootmeesters dachten drie jaar voor de match nog dat ze intuïtief meer begrepen van bijvoorbeeld openingen. Maar meteen in de eerste partij kwam iets bijzonders op het bord 8…Pa5 in een Anti-Marshall van het Spaans. (Deze en andere hier genoemde partijen kan je opzoeken via de links.) “Hoe bedenken jullie zulke zetten?” vroegen ze aan secondant Peter Heine Nielsen. Zijn antwoord was: “You can turn on the computer, it won’t say it’s the best move but it wil say it’s there.”
In de vierde partij forceerde Carlsen remise door zetherhaling. Dat was op zet 33. Volgens Anish Giri, die live commentaar gaf op chess24.com, was het allemaal nog voorbereiding. Het was echter nog erger: beide spelers hadden de hele partij al gezien van hun secondanten! En Giri begreep dat blijkbaar ook.
Secondant Jorden van Foreest vertelde in het NRC over werken voor Magnus Carlsen: “Elke dag probeerden we hem zo goed mogelijk voorbereid te krijgen. Dat is uitermate goed gelukt, want na de eerste zes enorm zware partijen heeft hij eigenlijk gemakkelijk gewonnen. Terwijl hij sliep, werkten wij vanuit Thailand aan de beste openingen en mogelijke zetten. Gelukkig wordt Magnus redelijk laat wakker.” Jorden van Foreest won in 2021 het Tata Steel schaaktoernooi. Daarna investeerde hij om te kunnen werken op het hoogste schaakniveau. “Inmiddels gebruik ik de cloud. Ik huur computerkracht in die grote bedrijven gebruiken voor hun diensten en data. Ik gebruik het om er een sterke chess engine op te laten draaien.”
Van het kamp van Nepomniachtchi weten we dat ze toegang hadden tot de Russische supercomputer Zhores. Desondanks won Carlsen de match en bleef hij dus wereldkampioen. In 2022 won Nepomniachtchi weer het kandidatentoernooi en zou hij weer voor het wereldkampioenschap tegen Carlsen mogen spelen. Dat gaat niet door, omdat Carlsen geen zin heeft om tegen een Russische uitdager te spelen. Niet zo vreemd van wege de oorlog van Rusland tegen Oekraïne.
Later in 2022 won grootmeester Hans Niemann het TePe Sigeman toernooi in Malmö en het Capablanca herdenkingstoernooi in Havana en won hij een partij van Carlsen in het toernooi om de Sinquefield Cup toernooi te Saint Louis. Het werd vreemd toen Carlsen zich terugtrok uit dat toernooi.
Een week later speelde Carlsen in een online schaaktoernooi van de Meltwater Champions Chess Tour 2022 weer tegen Nieman. Na 1.d4 Pf6 2.c4 gaf Carlsens op! Carlsen speelde wel gewoon tegen de andere spelers en hij won het toernooi en de hele tour.
In een verklaring schreef Carlsen: “I believe that Niemann has cheated more – and more recently – than he has publicly admitted. His over the board progress has been unusual, and throughout our game in the Sinquefield Cup I had the impression that he wasn’t tense or even fully concentrating on the game in critical positions, while outplaying me as black in a way I think only a handful of players can do.”
Concreter werd het niet! Uiteraard reageerden advocaten namens Niemann met een miljoenenclaim. Zo gaat dat in Amerika.
Sindsdien zijn valsspelen met computers en buttplugs voortdurend in het nieuws en eergister kwam het Tata Steel schaaktoernooi op het 8 uur journaal, omdat ze voor de editie van 2023 nog strengere maatregelen nemen! Vandaag is de opening van het “Wimbledon van het schaken” in Wijk aan Zee en ja, Carlsen doet mee en Niemann niet…
Serie
In 2021 schreef ik Schaken met computers 1. Dit begint dus een serie te worden. Het eerste artikel is bijgewerkt, omdat onder andere een link naar de online NicBase was verdwenen en omdat New in Chess in 2022 stopte met de New in Chess jaarboeken. Dit tweede artikel gaat met grote stappen door de geschiedenis van schaken met computers: Deep Blue, Fritz en Stockfish, maar IGM en Alfa Zero zijn nog niet eens genoemd. Daarom komt er ieder geval nog een vervolgartikel Schaken met computers 3.
2 Comments
Leave A Comment
You must be logged in to post a comment.
Goed stuk Peter!
Enige kleine kanttekening: dat Carlsen zijn titel niet verdedigt, heeft niet met de oorlog te maken, maar met zijn motivatie. En hij vindt het format eigenlijk niet goed.
Ja, dat zegt Magnus Carlsen. Maar de belangrijkste reden is toch echt dat het commercieel niet zo handig is om in deze tijd van oorlog tegen een Russische uitdager te spelen.