Eenhoorn tenonder
De uitwedstrijd van het eerste in Hoorn tegen de sympathieke Eenhoorners had alles wat een wedstrijd spannend maakt: onbegrijpelijke beslissingen, een wedstrijdverloop waarbij de uitslag zich lange tijd raden laat en tragiek. Wie schaakt weet, dat wat er voor de toeschouwers weliswaar eenvoudig uitziet door de spelers heel anders wordt beleefd. Al is het na afloop nog zo simpel, tijdens de partij is er vaak een bepaalde onzekerheidsmarge: zelfs de grootste spelers overzien soms de eenvoudigste legale zetten. Geplaagd door twijfel probeert de schaker zich zo goed mogelijk te oriënteren te midden van een bij tijd en wijle ondoordringbaar woud aan mogelijkheden. Na afloop van de wedstrijd vertelde Danny tijdens het eten dat een zekere schaker die we om privacyredenen alleen met R.S. zullen aanduiden ooit had beweerd, dat schaken een simpel spelletje was: je hoefde bij elke zet alleen maar elke legale zet te bestuderen om de juiste keus te maken. Hoe deze menselijke computer er vervolgens in slaagde om niet door te draaien, vertelde hij er niet bij. Achteraf lijkt alles zo logisch. Hoe anders is dat terwijl de seconden wegtikken. Voor de toeschouwers viel er het nodige te genieten. Laten we de borden afgaan.
Bij FM Danny volgden wat theoretische zetten, waarna wit, op eigen kracht aangewezen, zich toch wat onnauwkeurigheden liet ontglippen. Tegenstander Arne Moll toonde zich van zijn sympathiekste kant door zetten te herhalen tegen de reuzendoder van weleer. Vjeko kon ons team weer eens bijstaan en mocht het opnemen tegen Martijn Monteban. Vanuit een Engelse opening ontstond een ingewikkelde manoeuvreerstelling waarin het wit lukte om een sterk paar tegen een minder goede loper op het bord te houden. Vjeko dacht dit probleem met een handigheidje op te lossen dat helaas tactisch faalde:
Op bord 3 mocht Maaike het proberen tegen de topscorer van vorig seizoen, Mihai Dorokhin (8,5/9). Dorokhin heeft een originele speelstijl en houdt ervan vanuit ‘mindere’ of gedrongen stellingen te counteren. Hij bracht op zet 7 een nieuwtje in de Caro-Kann dat waarschijnlijk niet veel navolging zal vinden:
Keetman-Dorokhin na 7…b5?!
Na een boeiende manoeuvreerfase, had zwart meer zwaktes dan wit en in deze stelling kon Maaike daarvan profiteren door het sterke 34.De5! op het bord te brengen, met als pointe dat zwart na 34…Dxe5 35.dxe5 c5 36.Lc1! Lxc1 37.Txc1 c4 een pion moet inleveren. In de partij volgde ook logisch
34. Dd7 en in het volgende eindspel waren er nog voldoende mogelijkheden om langzaam progressie te boeken, ofschoon het zeker niet eenvoudig was en uw verslaggever in de analyse zonder enige moeite meerdere verliespogingen ondernam.
Hoe ingewikkeld schaken is, blijkt wel uit het feit dat we in het eindspel met z’n vieren niet exact wisten hoe wit progressie kon boeken. In de onderstaande stelling miste Maaike nog een goede kans, ofschoon het daarna nog steeds niet recht-toe-recht-aan is.
Keetman – Dorokhin na 53…Lxd4
Hier kan wit door 54.Lxd5! Lxf2 55.Lb2+ Kd7 56.Ke4 eindelijk terreinwinst boeken en achter de zwakke pionnen op zwarts koningsvleugel aan. Uiteindelijk is het wits h-pion die de partij lijkt te beslissen. Na de partijzet 54.f3 behield Maaike ook nog enige druk, maar omdat met remise de teamwedstrijd beslist was, koos ze ervoor af te wikkelen naar een potremise ongelijke lopereindspel. Dat is Teamgeist!
Dan de partij van mijn jeugdidool: het dilemma van de sterkere speler is dat je de partij niet teveel wilt laten vervlakken, om het niet te snel in remise te doen verzanden. Arlette speelde een opening waarmee ze vertrouwd was en speelde de openingsfase sterk. Onze grootmeester moest alle zeilen bijzetten om in de partij te blijven na het sterke 22.e5! Speciaal voor Ruud: wat dreigt wit? En daarna: heeft zwart nog een verdediging?
Van Weersel – Reinderman na 23.e5!
Na een wat ongeduldige zet was zwart weer helemaal veilig en wist Dimitri het resterende eindspel met toren en ongelijke lopers fraai uit te spelen. Wits koning stond afgesneden en cruciaal was dat wit niet in staat werd gesteld om de loper op c6 te posteren, vanwaar beide zwakke pionnen tegelijkertijd konden worden gedekt. Cruciaal was daarom de profylactische zet 44…Tc5! waardoor de loper niet via d7 naar c6 kon. (Na torenruil zou het resterende eindspel zonder witte koning eenvoudig gewonnen zijn voor zwart).
Van Weersel – Reinderman na 44…Tc5!
Dan komen we bij de spannendste partij van de dag: die van de mannen met de koppeltekens. Yong-Hoon speelde een variant die hij tijden terug uitgebreid had bestudeerd, maar die grote nauwkeurigheid van beide partijen vergt. Henk-Jan speelde het goed en kwam snel goed tot gewonnen te staan. Nadat de genadeklap uitbleef, kreeg Yong-Hoon juist weer de overhand.
De Rover – Visser na 9…exd4
Hier is 10.La3 de theoretisch aangewezen zet. Yong-Hoon speelde 10.0-0?! en kwam na 10…Lg4! in zwaar weer. De witte koning staat niet veilig, dat is hier het cruciale element. In de onderstaande stelling is wit niet te benijden, al zijn stukken lijken op onhandige velden te staan. Toch wist Yong-Hoon nog wat te vinden en speelde in arren moede dan maar 15.h3!?.
De Rover – Visser na 14…0-0-0
Even later stond het zo:
Hier had zwart met het eenvoudige Pg6! zijn superioriteit kunnen bevestigen. In plaats daarvan speelde Henk-Jan 19…Kb8? en kon Yong-Hoon na 20.fxe5 Pxe5 21.Txe5!? weer een beetje terugkomen in de partij. Volgens onze elektronische vriend is 21.b6!? nog beter, maar welk mens zou daarvoor kiezen? Vervolgens kon Yong-Hoon de controle in de stelling naar zich toe trekken en zou deze in vliegende wederzijdse tijdnood na 36.Pe4! kunnen bevestigen. Yong-Hoon koos voor het eveneens sterke 36.Pb3, maar na Df4+ kon zwart nog wel wat rommelen.
De Rover – Visser na 35…Dc1
Het laatste spannende moment in de partij ontstond in het eindspel. Logischerwijs wil zwart de laatste witte pionnen ruilen, maar in dit geval was het beter om ze te laten staan op hun oorspronkelijke positie en de loper te irriteren (Tb3, Tb2+ en terug).
De Rover – Visser na 65…h5?
Het was zeer lastig te zien, maar met de vrije g-pion heeft wit goede winstkansen, terwijl zwart in de partij een fraai verdedigingsmechanisme kan inbouwen. Henk-Jan liet fraai de pointe van zijn idee zien, toen de witte h-pion was opgerukt. Door zijn toren tegen het paard te geven, bleef wit opgezadeld met de loper van de verkeerde kleur. Een razend spannende partij, die alle kanten op had gekund.
Op bord 6 mocht Frank A het opnemen tegen zijn eigen favoriete openingsopzet (het Engels). Een partij waar ik direct getuige van was en die goed in aanmerking had kunnen komen voor de chaosprijs, ware het niet dat die al aan de heren De Rover en Visser vergeven was. In de diagramstelling probeerde Frank zijn stelling te bevrijden met 11…d5 (normaalgesproken is dat pas noodzakelijk als wit Pc2 heeft gespeeld en met Pce3 veld d5 geheel onder controle dreigt te krijgen). Een solider alternatief was ongetwijfeld 11…0-0 geweest. De computer claimt nu dat wit beter staat na twee keer slaan op d5 en dan b2-b4!?, maar dat is heel lastig te zien. Tijdens de partij was ik, als buurman met name bezorgd over de witte optie 12.Db3!? vanwege de ongedekte loper op e6, die ook op het bord kwam. Omdat het een fascinerende stelling was, zat ik even mee te rekenen tot de hele variant tot en met Kc6 ook werkelijk op het bord kwam. Het ziet er uit alsof zowel wit als zwart iets te creatief is geweest, maar het blijkt allemaal precies te passen.
Zult – Agter na 11…d5?!
Zult – Agter na 19…Kc6!
Tot zover volledig geforceerd. Beide spelers lieten zich van hun beste kant zien. Een enorm gecompliceerde stelling: wit moet oppassen dat zijn dame niet wordt ingesloten door Tb7, zwart moet een beetje op de veiligheid van zijn koning letten, waardoor wit altijd wel wat compensatie heeft. De enige zet voor wit (die hebt u inmiddels al gevonden, neem ik aan?) is 20.d4! en na 20…Tb7! 21.d5! Pxd5! 22.Da6+ maakte Frank een slippertje met 22…Tb6, waarna wit met 23.Dc4! het beste van het spel kreeg. In de onderstaande diagramstelling had Frank zijn goede spel kunnen bekronen met het vooraf geplande 34…f5! (Na 35.Lxg7 valt het paard op d2 en is de zwarte pionnenstructuur optimaal.) Het zal de tijdnood zijn geweest, waardoor hij koos voor het passieve 34…Te8?? waarna wit weer terug was in de partij. Het ging van kwaad tot erger, maar ook Daan was ongeduldig .
Zult-Agter na 34.Pd2
Zult – Agter na 37…Td5
Hier had Daan kunnen toeslaan met het toch niet al te moeilijke 38.Ld4! Lf8 39.b4! en wit staat met zijn mooie verbonden vrijpionnen op winst.
In de partij volgde 38.b4!? f5 39.Lxg7 fxe4 en ook hier had de terugtocht 40.Ld4 in plaats van 40.bxc5? (wat de pionnen splitst) het zwart heel lastig gemaakt. Frank wist goed aan te klampen en had de remise eigenlijk voor het grijpen, toen kramp in de hand, vermoeidheid of een diepe onbewuste wens tot zelfvernietiging tot de fatale blunder leidde. Een interessante, spannende partij, die helaas niet goed uitpakte.
Over mijn eigen partij valt niet veel zinnigs te vertellen: in een zijvariantje wist ik niet veel te bereiken vanuit de opening en was ik op zoek naar manieren om het spel te verscherpen. Dat had in deze stelling gekund:
Van Tellingen – Manshanden na 14.Pd4!
Na 14…Dxe5? volgt 15.Pfxe6! fxe6 16.Te1 Df6 17.Txe6 Df7 18.De2! en na bijvoorbeeld 18…Pd4 19.Lxd4 Pc8 20.Tae1 Kd7 evalueerde ik de stelling als zeer veelbelovend voor wit (zie analysediagram). In een vormcrisis is het altijd wel lekker als je een keer wat berekent, dat achteraf ook standhoudt.
Analysediagram Van Tellingen – Manshanden
Zoals ik wel gewend ben, had mijn tegenstander deze varianten geenszins overwogen, gewoonweg omdat het er te gevaarlijk uitzag en besloot praktisch op d4 te slaan. Daarna ontstond er een gesloten stelling, waarin alles er optisch zo uitzag als zou wit het heft volledig in handen moeten hebben. Toch zag ik al voor me hoe zwart het initiatief naar zich toe trok door in onderstaande stelling zijn pionnen in beweging te zetten op de damevleugel, torens erachter en binnenkomen. De gedachte aan de gehospitaliseerde oud-wereldkampioen Anatoly Yevgenevitsj drong zich aan me op. Wat zou Karpov hier spelen? Het is zeker niet de beste zet (dat is 26.Kf1 met de idee Ke2 benevens Dh2), maar ik was tevreden met 26.Dh2!? omdat het voor nu h6 en g5 tegenhoudt. Na 26…h6?! zou namelijk 27.h5! volgen. Zwart mag dan niet doorschuiven vanwege Lxf5 en anders kan wit gunstig hxg6 spelen.
Van Tellingen – Manshanden na 25…Tg8
Er werd wat heen-en-weer geschoven, waarbij ik probeerde zwart eraan te herinneren dat zijn paard op c4 niet onaantastbaar was (niet dat het nou zoveel deed, maar een toekomstig Pd2-e4 kan toch vervelend zijn). Daardoor ontstond de volgende stelling:
Van Tellingen – Manshanden na 29…Kg7
Zwart heeft een gapend gat op f6 en het liefst zou wit Lxc4 benevens Le3-g5-f6 spelen om de controle over de stelling te vergroten. (Goed, het idee van de engine om f3 en g4 te doen, heb ik ook serieus overwogen, maar het leek me te riskant). Nu zou na 30.Lxc4 dxc4 31.Le3 simpelweg h6 volgen. Een klein beetje profylactisch denken leidde daarom tot de zet 30.Ta2!? – misschien niet het beste idee in de stelling, maar ik ben er toch wel tevreden over. Na 30…Kh8?! 31.Le2! Dh6 32.Lxc4!? dxc4? liep het geheel volgens plan. Wit staat ook meteen heel erg goed. Er volgde nog 33.Le3 Dh5 34.Lg5 h6 35.Lf6+ Kh7 36.Td2 Ld5 en daar kon ik met 37.Txd5! de kroon op het werk zetten. Geen hoogstaande partij, maar eindelijk weer een paar aardige ingevingen.
Op bord 8 was Rob bezig om de soliditeit van het Schots Vierpaardenspel te bewijzen. Er was een interessant moment, waarop wit de partij gunstig had kunnen compliceren:
Doggers-Konijn analysediagram na 23.Dg3!
In plaats van het gespeelde 23.Lc2 had wit hier groot voordeel in het vooruitzicht. Het is lastig om een goede zet voor zwart te vinden. Na bijvoorbeeld twee keer nemen op b3 krijgt wit een winnende aanval na 25.Ph5! Pxh5 26.Lxh7+! Een leuke rekenopgave: waarom kan zwart niet nemen op h7?
Doggers-Konijn Analysediagram
Na 26…Kxh7 27.Txh5+ Kh8 28.Dh4 f6 29.Th8+ neemt wit op e8 en daarna op e6, met damewinst. Ook instructief is wat er gebeurt na bijvoorbeeld 23…Tbd8
Doggers – Konijn analysediagram
Nu kan wit 2x nemen op g6 benevens Dg5. Enigszins verrassend zijn de witte zware stukken zo gevaarlijk dat zwart ook door een stuk terug te geven niet meer kan ontsnappen. Nadat Peter deze kans had laten glippen, werd even later de vrede getekend. Op bord 9 zat Daan in zijn favoriete opening, met een heel tempo meer. Gelukkig had Daan maar 15 minuten nodig om alle standaardzetten te doen
Geerke-Duson na 14…f6. De standaardwending voor elke zichzelf respecterende Grünfeldspeler is sinds jaar en dag 15.fxe5 fex5 16.Le3 d4 17.Lf2 benevens 18.e3. Zwart heeft problemen met het herbergen van zijn koning en de instabiliteit van zijn centrum. Daan koos na een peinspauze van
27 minuten voor 15.fxe5 fxe5 16.Lg5!? wat ook niet slecht was. Even later lag groot voordeel voor het grijpen, hoewel dat zeker geen standaardmanoeuvre behelsde en daarom snel buiten het blikveld raakt:
Geerke-Duson na 18…exd4?
Zwart had er hier verstandiger aan gedaan Pxd4 terug te nemen en een pion te geven. Nu had Daan sterk 19.Pa4! kunnen voortzetten. Door de ongelukkige positie van de zwarte koning heeft wit na 19…Ta5 20.Tac1 tot zijn beschikking. Alle stukken doen mee en het paard is onkwetsbaar. Na 20…Ld5 21.Lh3! g6 22.Txd4 blijkt weer hoe kwetsbaar de zwarte koning in het midden is. Uiteindelijk won Daan met het nodige geluk, maar hij is nooit in gevaar geweest en elk punt telt. Dat laatste adagium gaat ook op voor de partij van Tycho. Hoewel alle Eenhoorners zeer sympathiek zijn, is Alexander Geerts wellicht wel de allersympathiekste. Een voorbeeld van sportiviteit (geen greintje ironie, echt niet!). In een originele opening – na 8 zetten werd de database verlaten – vanuit een Trompovsky had Tycho ergens een pion op b2 mee kunnen snoepen. Ondanks zijn voornemen iets agressiever te gaan spelen, was dat net teveel van het goede. Desondanks was de stelling solide. Zwart had het loperpaar en weinig echte zwaktes. Zwarts zet e6-e5 was dan wellicht ook niet de handigste, omdat wit daardoor een doelwit aangeboden kreeg:
Geerts-Bakker na 12…e5?!
Met Tc8, Ld6, Ke7 had zwart een klassieke minderheidsaanval kunnen opzetten met b7-b5, a7-a5 en b5-b4. Een comfortabele stelling, waarin zwart langzaam maar zeker zijn stelling kan verbeteren. In de partij hield wit druk op d5 en had na Lb5? van Tycho kunnen toeslaan, door Tycho’s slechte loper te ruilen (slechte lopers kunnen belangrijke pionnen dekken, zoals we weten sinds Ivanchuk-Anand!)
Ivantsjoek – Anand, Linares 1992
Hier ontvoude Anand een fantastisch concept met 17…gxf6!! De idee is dat de loper op e7 belangrijk is in het dekken van zwarts zwakke pion op d6 (alles bij elkaar houdt) en dat zwart de dubbele f-pion goed kan gebruiken door later met f6-f5 het witte centrum op te blazen na 18.Txd2 h5! kan wit zijn structuur namelijk niet bijeen houden met 19.h3. Voor iedere geïnteresseerde: https://www.365chess.com/game.php?gid=1983430
Terug naar de partij van Tycho:
Geerts-Bakker na 20.Lf1
Een zet eerder had Tycho er verstandig aan gedaan middels Lh6 de druk op d5 te verlichten door het witte paard van het bord te verwijderen. De loper moet echter op het bord blijven en 20…a6? was een lelijke positionele zet, waarop wit verzuimde met 21.Lxb5! axb5 te profiteren. Wit kan nu met a3 en c3 alle tegenspel op de damevleugel eruit halen, zet zijn paard op f5 en breekt daarna met f3 de stelling open. De zwarte pionzwaktes zullen zich dan laten voelen. Gelukkig voor Tycho bleek ook weer hoe sympathiek Alexander werkelijk was. Weigerend te profiteren van een ongelukkig moment van de onervarener tegenstander speelde hij 21.c4?! om er nog een partij van te maken. Uiteindelijk ontstond er een toreneindspel, waarin wit ook erg goed stond, maar in toreneindspelen kun je altijd blijven hopen op remise. Als je maar actief speelt. Het is niet gemakkelijk te zien, maar in de onderstaande stelling staat wit gewonnen. De winstmethode is erg instructief.
Geerts-Bakker na 35…Td5
Even tevoren had Tycho de andere toren geruild (een principiële fout: in dubbele toreneindspelen is de remisemarge groter). Maar hoe nu verder? Als wit zijn toren achter de vrijpion krijgt of met zijn koning naar voren kan, heeft hij goede winstkansen, omdat de zwarte koning is afgesneden en de zwarte vrijpion niet gevaarlijk is. Een beetje hulp van stokvis is hier leerzaam: 36.Te5! Txd4 37.Te3! (dreigt Tg3) h4 (voorkomt Tg3) 38.Kf3 en nu volgt na A.38…Kc7 39.g6 Td6 40.Te7+ Kb6 41.g7 Tg6 42.Te6+! of A2…40…Kd8 41.g7 Tg6 42.Tf7 en Tf8+ met promotie. Of B. 38…h3 39.Te8+ Kc7 40.Th8 Kd7 41.g6 en de pion loopt door. Of B2… 40…Td2 41.Txh3 Kd6 42.g6 Ke6 43.Tg3 en wint. Alexander speelde echter 36.g6 – zeer sympathiek.
En na 36…Tg5 is het dan echt gelijk. De barmhartige witspeler ging echter geheel onbedoeld door de vlag. Hij was nu ook – nadat hij weer gekalmeerd was – nog zo sportief om met Tycho te analyseren. Een mate van sportiviteit waar sommigen nog een voorbeeld aan kunnen nemen.
Eindstand 4-6. We staan nu gedeeld eerste in de poule. Als dat na 7 ronden nog zo is, dan zien we wel weer verder. Volgende ronde tegen het tweede team van de landskampioen van 2018, LSG uit Leiden.
3 Comments
Leave A Comment
You must be logged in to post a comment.
Een fraai verslag Frank! Wat betreft de partij van Frank tegen Daan: ik zat in de eindfase naast beide spelers en de vraag, die pas later kwam, was of er niet 3x maal dezelfde stelling op het bord is gekomen? Beide spelers speelden op hun increment, dus snel, en dus ook lastig te beoordelen of de zetten herhaald zijn. Maar dan nog, als ik zou constateren dat de stelling 3x maal voorkwam is het nog altijd aan de spelers om te claimen en mag de scheidsrechter niet ingrijpen. Had Frank overigens in die fase i.p.v. Te5 Td5 blijven spelen als hij al 2 zetten lang had gedaan en de loper op d8 blijven aanvallen dan was de kans op herhaling van zetten groot geweest omdat Daan weinig andere keuzes had. Het wordt natuurlijk een ander verhaal als de scheidsrechter constateert dat de dezelfde stelling 5x maal voorkomt of dat spelers 75 zetten hadden gespeeld zonder te slaan of een pion te verzetten. Dan mag hij wel ingrijpen. En wat het vallen van de vlag bij Tycho betreft taxeer ik dat de vlag van Alexander viel om 16.37.00,18 en dat hij zijn zet deed om 16.37.00,19 dus 1/60 seconde te laat. Wat het digitale tijdperk al niet vermag. Overigens was de scheidsrechter van dienst niet overtuigd van het vallen van de vlag aangezien Alexander luidkeels verkondigde dat de klok niet deugde maar het display vertoonde desondanks het zwarte vlaggetje. Ik moest wel even de scheidsrechter overtuigen dat de tijdcontrole niet gehaald was.
Een kritisch puntje naar Caïssa bij Daan tegen Frank: beide spelers hadden hun notatiebiljet bijna vol en ik voorzag Frank van een nieuwe. Daan keerde zijn biljet al om om de zetten op de achterkant te noteren en dus voorzag ik Daan ook maar van een nieuw notatiebiljet. Eigenlijk moet er ook van de andere club iemand aanwezig blijven om in dit soort situaties te voorzien.
Antwoord op de vraag van Frank in de partij van Maaike: Wit dreigt met Dd5 mat, en valt de toren aan op c6, Tfc8 lost het beide op….
Correctie, partij v Weersel-Reindermann