Marten Coerts

De Waagtoren 3 – Aartswoud; een wedstrijd om snel te vergeten..

Dat dit niet alleen geldt voor het Derde, maar ook voor een aantal spelers van het Tweede zal ongetwijfeld door hen worden bevestigd. Diep ongelukkig vanwege de vele gemiste  kansen, was er slechts één manier hiermee om te gaan: het drinken van een goed glas bier.

Als er ooit een prijs zou worden uitgereikt voor Treurig Kijken zou deze ongetwijfeld zaterdagmiddag naar Ton Fasel zijn gegaan; alsof zijn hele wereld was ingestort..

Eén schrale troost: hij was niet de enige. Ook Ronald Groot was nog ‘urenlang’, na zijn ongetwijfeld ‘onterechte’ nederlaag, bezig aan talloze omstanders te laten zien hoe briljant hij wel niet had gespeeld, maar door een Fingerfehler (benoem ik zo, omdat ik weet dat ik Frank van T. hiermee een groot plezier doe!), alsnog het volle punt, zelfs geen halfje, aan zich voorbij zag gaan. Met slechts één overwinning, van Dirk van der Meiden, en drie remises, ging het team met 5,5-25, kansloos ten onder.

Helaas deed het Derde het met een halfje meer niet of nauwelijks beter, met dien verstande dat zowel onze tot dusver uitstekend acterende kopman David Baanstra en Alex Albrecht (die met name een hele goede score heeft tegen Marc Helder), ontbraken en – die vlieger gaat wel vaker op – het kwartje ook onze kant op had kunnen vallen. Hoewel gezegd moet worden dat de twee matchpunten uiteindelijk toch naar het team ging dat het het meest verdiende: Aartswoud.

Ik zeg het niet snel (arrogant en stronteigenwijs als ik ben), maar van mijn partij tegen de sympathieke Marc Helder, heb ik écht het e.e.a. opgestoken.

Marten Coerts (1855) – Marc Helder (2097)

Na in de opening meerdere kansen te hebben laten liggen groot voordeel te krijgen, staat het na 28..Te8 zo:

29.Kf2?

Een strategische blunder. De torens hadden absoluut op het bord moeten blijven, omdat het pionneneindspel alleen zwart winstkansen biedt vanwege zijn meerderheid op de koningsvleugel en het hebben van de ‘verste’ vrijpion.

29..Tf8!

De zwartspeler kent zijn eindspellesje..

30.e4 dxe4 31.Txf8+ Kxf8 32.Ke3 Ke7 33.Kxe4 Ke6 34.c4 Kd6 35.h3 h6 36.a3 b6 37.b3 a6 38.Kf4 Ke6 39.b4??

Ja hoor, daar is ie weer, een blunder van formaat (en een zet die ik juist NIET wilde doen; vandaar alle vorige witte zetten in dit pionneneindspel..), hoewel ook na bijvoorbeeld 39.Ke4 of 39.h4 wit zo goed als zeker zou verliezen.

39..b5

Natuurlijk!

40.d5+ cxd5 41.c5 g5+ (0-1)

Wim die weer eens de honneurs aan het eerste bord mocht waarnemen, speelde een goede partij, maar greep in een remisestelling alsnog mis.

Wilko van der Gracht (2047) – Wim Nieland (1859)

50..Kc5?

Na 50..b5! is er nog steeds niet veel aan de hand, omdat na 51.f5 gxf5 52.Txf5, zwart 52..Te5 kan doen.

51.f5 gxf5 52.Txf5 en opgegeven. Wellicht iets te vroeg..

Het gevecht tussen de twee Robben (of Robs?) werd in het voordeel beslist van jonge Rob die met een ‘lullig’ tussenzetje oude Rob supersnel een nul bezorgde.

Rob van de Heuvel (1871)– Rob Freer (1828)

Het gaat om de volgende stelling en zwart aan zijn foutieve combinatie begint.

15..c5

Een aardig idee, maar 15..a5 was sterker!

16.bxc5 Lxf3?

Dit is de beslissende fout. Na direct 16..Pxc5 heeft zwart na 17.dxc5 Ld5 nog tot zijn beschikking.

17.gxf3 Pxc5 18.dxc5 Lxb2 19.Tad1

En klaar is Kees! Na nog tien zetjes ging wit er met de buit vandoor. (1-0)

Een spannende partij werd er aan het derde bord uitgevochten. Ruud die lang slecht had gestaan, was het gelukt tegenkansen te creëren met als gevolg dat onderstaande stelling op het bord is gekomen. Helaas, met een verdiende remise binnen handbereik, grijpt hij alsnog mis.

Jeroen Bakker (1986) – Ruud Niewenhuis (1781)

46..Kc4?

Jammer! De tekstzet heeft tot gevolg dat de zwarte koning op de a-lijn terechtkomt en niet meer meedoet aan de ontwikkelingen op het bord. Na bijv. 46..Te3+ 47.Kf4 Thh3 48.a4 Kd6 doet zwart nog volop mee.

47.Tc7+ Kb4 48.Tb1+ Ka5 49.Ta7+

Geeft al zijn voordeel uit handen. Na 49.Tb3! (met de dreiging 50.Ta7!) 49..Ta6 50.Tbxc3 kan zwart opgeven.

49..Ta6 50.Txa6+ Kxa6

Vanaf dit moment vliegt de partij van de ene na de andere zet heen en weer tussen remise en winst voor wit.

51.f6?

51.Tc1.

51..Tf3?

Na 51..c2, een zet die zwart voortdurend nalaat te doen, is de remisehaven een stuk makkelijker te bereiken.

52.Ke6 Te3+ 53.Kd7 Td3+ 54.Ke8 Tf3 55.f7 Te3+ 56.Kf8 Ka5?

Wederom was 56..c2 prima geweest.

57.Tf1 c2

Eindelijk, maar zes zetten te laat..

58.Kg7 Tg3+ 59.Kf6 Tf3+ 60.Txf3 c1(D) 61.f8(D) (1-0)

Good old Bert was samen met Leonard (die wel héél gemakkelijk won door een enorme bok van de zwartspeler), de enige die zijn partij in winst wist om te zetten door een, wellicht uit nood geboren, kwaliteitsoffer te brengen.

Bert Buitink (1851) – Erik van Tooren (1970)

Na zijn enorme openingsvoordeel langzamerhand te hebben zien verdampen, staat wit objectief verloren met twee pionnen minder, waarvan hij er in ieder geval eentje kan terugwinnen door Pxf6 en Txd4, maar kiest een gevaarlijker pad, dat uiteindelijk wordt beloond.

30.Txd4?! Lxd4 31.Dxd4 Kf7?

Verdedigen lijkt toch altijd moeilijker te zijn dan aanvallen, zeker als je niet heel veel tijd meer hebt. Na 31..Tg8 of 31..Th7 is wit zo goed als uitgepraat.

32.Dg7+

Wit heeft nu minimaal remise.

32..Ke6 33.De5+ Kd7 34.Te3!

Maar daar neemt wit geen genoegen meer mee! Na 34.Dd4+ kon de vrede direct worden getekend.

34..Dd6 35.Df5+ De6

36.Da5

Niet gemakkelijk te zien, maar objectief veel sterker is 36.Txf3!! en zwart gedwongen is om 36..Dxf5 te doen, omdat na 36..exf3 37.Dd3+ Kc8 38.Dc3+ Dc6 (na 38..Kd7 kan zwart onmiddellijk opgeven omdat 39.Dc7+ Ke8 40.Pg7+ dodelijk is), 39.Dxh8+ Kd7 40.Dxa8 f2 41.Pg3 Dg2 42.Ka2 Dxh2 43.Dxb7 Kd8 44.Db8+ Kd7 45.Da7+ Kd8 46.Pf1 Dg2 47.Dxa6 volgt eveneens met winst.

36..Tac8

Een logische, maar verliezende zet. Na 36..Thg8 lijkt zwart stand te kunnen houden.

37.Dd2+ Ke8

Doet de zwarte dame in de aanbieding, maar ook het na het alternatief 37..Kc6 38.Tc3+ Kb5 (38..Kb6? is mat in twee), 39.Pg7! gaat het punt naar wit.

38.Pg7+ (1-0)

Het paard dat zettenlang werkloos aan de rand stond, deelt uiteindelijk de coup de grâce uit.

Van de rest van de partijen is slechts te vermelden dat Marit en invaller Jawdat tegen op rating veel hoger ingeschatte tegenstanders beiden keurig remise speelden. Een compliment waard!

Maar al met al toch een wedstrijd om snel te vergeten..

 

De Waagtoren 3 Aartswoud 1    
Nieland, G.W.H. (Wim) 1857 Gracht van der, W.G.M. (Wilko) 2047 z-w 0 – 1
Coerts, M. (Marten) 1855 Helder, M.J.G. (Marc) 2097 w-z 0 – 1
Niewenhuis, R. (Ruud) 1781 Bakker, J. (Jeroen) 1986 z-w 0 – 1
Buitink, A.J. (Bert) 1851 Tooren van, E. (Erik) 1970 w-z 1 – 0
Freer, R. (Rob) 1828 Heuvel van den, R. (Rob) 1871 z-w 0 – 1
Haakman, L.P.A. (Leonard) 1787 Grolman, P. (Paul) 1831 w-z 1 – 0
Boer de, M. (Marit) 1617 Bijpost, R. (Rob) 1737 z-w ½ – ½
Adib, J. (Jawdat) 1692 Stapel, J. (Jan) 1798 w-z ½ – ½

 

Leave A Comment