KLT 2018 – Schaken met bier en Pikachu
De tweede editie van ons eigen Kroegloperstoernooi (sorry Arlette) had plaats op 8 juli 2018. Het aantal deelnemers lag iets lager dan vorig jaar, vermoedelijk door niemendalletjes als het NK en het Science Park toernooi. Desalniettemin gaven in totaal 34 dorstige koppels acte de présence om te genieten van de koperen ploert, het nodige gerstenat en de daaruit voortvloeiende blunders op de 64 velden. De argeloze leek zou dit aantal veel hoger schatten, aangezien de halve stad deze zondag werd bevolkt door wereldvreemd gespuis met geitenwollen sokken in lederen sandalen, druk in de weer met hun mobiele telefoons. U herkent hierin vermoedelijk het prototype schaker. Navraag leerde echter dat niet de kroegen en indelingen werden opgesnord, maar Pikachu en zijn Pokémon kameraden. Vraag me niet exact naar het hoe en waarom, maar ik meen dat er een virtuele wereld gecreëerd wordt, waarin allerhande anime-figuren zich verschansen in de straten van (in dit geval) Alkmaar. Zo kon het gebeuren dat Bulbasaur hielp een matnet te vormen voor Squirtle die zich verschool achter de zwarte koning. En dat al voor het 14e glas bier. Deze namen heb ik uiteraard gegoogeld; schaken alleen is wel even genoeg afwijkend gedrag.
Ik probeerde de inleiding te rekken, om niet al te veel woorden vuil te hoeven maken aan de partijen. De reden laat zich raden. Ik speelde met Jerrel Thakoerdien, de Rijswijkse Caïssa-Eenhoorn crack. Vanwege een sluimerend virusje had hij de auto gepakt, zodat zijn bierconsumptie beperkt diende te blijven. Het strijdplan was derhalve rap gesmeed. Ik dronk voor twee, Jerrel scoorde voor twee, en de bordindeling zou het lot beslissen. Tot zover de theorie. Maar voordat ik het eindresultaat uit de doeken doe, neem ik u mee langs koffiehuizen, pilaren en deugnieten.
Nadat de gele Decathlon brigade eenieder welkom heette in Het Gulden Vlies, mochten wij er blijven hangen om in de eerste ronde good old Arie Boots te bestrijden, samen met diens kompaan en naamgenoot Lukas. Het werd een rappe 2-0 overwinning, waardoor ik extra lang kon genieten van mijn laatste alcoholarme consumptie. Voor ronde twee togen we richting het Alkmaars Koffiehuis. Dat wil zeggen, we liepen er twee keer langs, alvorens we het mij onbekende koffiehuis hadden gelokaliseerd. We kregen te maken met jeugd, in persoon van de talentvolle Robin Duson en Stefan Vleming. Ik was nog scherp en leverde zowaar een goede partij af, waarna Jerrel mijn voorbeeld volgde. 4 op 4, we lagen op schema. Maar het bier bleek geen goede smeerolie voor de raderen. Dat werd voor het eerst zichtbaar in ronde 3, tegen de winnaars van vorig jaar, Miguoel Admiraal en Vincent Blom. Jerrel verloor naar zijn zeggen vrij kansloos, waarna ik de schade leek te beperken door via een eindspel met lichte stukken te vluchten in een ongelijk lopereindspel met twee pionnen minder. Potremise, maar met beiden een seconde of 20 op de klok was Vincent toch net wat sneller dan ik, dus moesten we een 0-2 nederlaag slikken. Met frisse moed slenterden we richting De Ritsz, waar Henk-Jan Visser en Arne Moll ons reeds opwachtten. Hier leek een nieuwe 2-0 overwinning in de maak. Zonder problemen won ik een volle toren en ook nog 2 pionnen, waarna de pot in mijn beleving reeds beslist was. Bij normale schakers was dit uiteraard het geval, maar mijn Texels biertje en ik deden de ene na de andere ridicule zet, waarna ik met een kwal tegen een pion in remise leek te moeten berusten. Tot overmaat van ramp schudde ik echter opnieuw een wagonlading flaters uit mijn mouw, en moest zelfs een nederlaag incasseren. Het enige geluk was dat Jerrel nog een puntje uit het vuur sleepte. Althans, dat kon bijna niet misgaan met een minuut of 5 op de klok tegen 15 seconden voor Henk-Jan. Laatstgenoemde rammelde echter de ene na de andere zet op het bord en zette Jerrel pardoes mat met nog 4 seconden op de klok. 0-2, het kan verkeren. Nu restte ons weinig anders dan driemaal de tegenstander te verpulveren, om nog een derde plaats eruit te slepen. Daarvoor moesten we bij de Pilaren eerst afrekenen met het niet te onderschatten duo Van der Meiden – Groot. Het was een klein wonder dat er nog een behoorlijke wedstrijd uit mijn vingers kwam, na de deceptie van zojuist. Het waren wel kleine middelen, waarmee ik een voordeeltje moest zien uit te bouwen. Dirk hielp echter een handje, waarna ik een ‘slimme’ tussenzet van zijn hand kon beantwoorden met een slimme tussenzet zonder aanhalingstekens. Nog enkele zetten later was het punt binnen. Jerrel worstelde tegen Ronald, maar kreeg hem uiteindelijk met een fraaie combinatie in het eindspel op de knieën. Op naar De Kleine Deugniet, waar naast een smakelijk speciaalbiertje ook het duo Albrecht – Niewenhuis op het menu stond. Vergeleken met mijn openingsopzet tegen Ruud kan het London-systeem worden bestempeld als een wilde kamikazeactie. Zelfs Dick Bouma zou er pardoes van in slaap vallen. Er ontstond een paardeindspel, waarin ik nog kansen zag als ik met a5 zijn pionnenstructuur kon verminken. Zetten lang had ik die mogelijkheid, maar besloot het voor te bereiden. Ik vergat echter dat Ruuds Pc6 veld a5 onder controle kreeg, waarna mijn pion zonder pardon van het bord werd gegrist. Jerrel maakte korte metten met onze voorzitter, maar voor mij zat er niet meer in dan remise. De kansen op eremetaal waren verkeken, zelfs nadat Fasel en Van der Meiden II in café Bruintje met 2-0 aan de kant werden geschoven. Gedeeld vierde was het eindresultaat. Meer bier dan punten, maar wel een gezellige dag en een rood hoofd. Alleen jammer dat ik Pikachu niet heb getroffen. Volgend jaar ben ik weer van de partij. U toch ook?
P.s. Frank van Tellingen zou het verslag larderen met de nodige partijfragmenten, maar de hersencellen die dit mogelijk zouden kunnen hebben gemaakt, zijn onderweg verdronken.
2 Comments
Leave A Comment
You must be logged in to post a comment.
Zeg Frenk, nu ben ik wel benieuwd welke variant de gemiddelde aficionado van het London Systeem in slaap doet vallen…
Als jij volgend seizoen nou weer eens 1.e4 speelt, dan ga ik serieus kijken naar 1.c4, voordat we allemaal met pensioen kunnen.
Ik zal de Veli weer eens oppoetsen.