Talent
Wat is talent? Het is zoiets als intelligentie: iedereen weet in principe wat het is, maar kan het niet definiëren anders dan met synoniemen als aanleg of gave. Niemand zal ontkennen dat talent deels aangeboren is. Op welk niveau je ook speelt, zonder enig denkwerk wordt schaken lastig en verwordt het tot zoiets als een potje tegen mijn dochter: na twee zetten zijn de magneetjes in de stukken interessanter dan de routes die ze kunnen afleggen.
Maar weinigen zullen tegenwoordig nog ontkennen dat talent voor een groot deel bestaat uit training, oefening en nog veel meer training. Bekend in dat opzicht is de befaamde ‘10.000 uur regel’, geïntroduceerd door bestsellerauteur Malcolm Gladwell. Zonder dergelijke trainingsarbeid is het onmogelijk om tot de top te behoren, of het nu gaat om concertpianist, voetballer of schaker. Je weet wat je te doen staat om grootmeester te worden: meer dan een jaar non-stop serieuze schaaktraining.
In dat opzicht is het beroemde verhaal dat de grote Capablanca niet eens een schaakbord in huis had, laat staan studiemateriaal, hoogstwaarschijnlijk een fabeltje. Een mythe. De moderne evenknie van het Cubaanse genie, de Peruaan Julio Granda Zuniga, beweert eveneens nooit tijd te besteden aan schaakstudie. Vandaar dat hij veelal na een zet of 5, 6 out of book is en niet zelden in ernstige tijdnood geraakt. Hoewel zijn openingsstudie vermoedelijk minder grondig is dan die van Kramnik of Anand, gaat het er bij mij niet in dat er in Julio’s vrije tijd geen enkele rol voor de 64 velden zijn weggelegd.
In mijn Pioniers tijd hadden we training van de legendarische jeugdtrainer Rob Brunia. Hij beweerde dat van mijn generatie mogelijk alleen Erik van den Doel ooit grootmeester zou worden. Anderen bezaten simpelweg te weinig talent, zo bevroedde hij. Inmiddels is algemeen bekend dat 1979 (ja, je zou het niet zeggen (Rob F.), maar ik ben pas 34 (of, als je dit na 6 september leest, 35) het allersterkste (geboorte)jaar uit de Nederlandse schaakgeschiedenis is, met onder meer grootmeesters Sipke Ernst, Maarten Solleveld, Ruud Janssen Martijn Dambacher, die het allen door ontelbare eenzame uurtjes gekromd achter hun schaakbord tot grootmeester hebben geschopt. Van den Doel werd inderdaad ook GM, maar of hij over meer talent beschikt, waag ik te betwijfelen.
Talent is ploeteren. Goed nieuws voor gedisciplineerde werkers, maar niet voor mij.
Mijn 10.000 uur zijn voornamelijk opgegaan aan uitgaan, voetballen, en aan nutteloze randzaken als school en werk. In de loop der jaren heb ik vele personen mij voorbij zien streven die vroeger werden afgedaan als volslagen talentloos. Lachertjes van toen hebben het tot FM of zelfs IM geschopt. Minder hersencellen in alcohol laten verdrinken, maar gestimuleerd door eindspelboeken.
De laatste jaren onthouden mijn twee lieftallige dochters mij de grootmeestertitel. En tegen de tijd dat zij iets minder van de spaarzame vrijetijd opslokken, zal het sterk verminderde absorptievermogen van mijn brein de vijand zijn. Eén keer trek je de conclusie, Grootmeester Agter is een illusie. Of ik moet eens voor schaaksoftware informeren bij Wesley Vermeulen.
9 Comments
Leave A Comment
You must be logged in to post a comment.
Quid est ergo tempus. Si nemo ex me quaerat scio, so quaerenti explicare velim, nescio.
Ik heb iets te veel hersencellen laten verdrinken om Latijn onder de knie te krijgen.
Mijn hersencellen hebben helaas nooit kennis mogen maken met Latijn. Ook zal ik van elk talent gespeend zijn, MAAR wat beleef ik een PLEZIER aan het schaken en het lesgeven aan kinderen, zoals ook Rob Brunia altijd had.
Ook dit soort overwegingen van drulovic blijven mij boeien, graag meer Frank!!
Frank, Grotendeels eens met het stuk. Echter, als je onder talent iets verstaat als zijnde aangeboren, dan speelt het denk ik toch een grote rol. Vooral namelijk het aangeboren ’talent’ om schaken (of winnen) zo leuk te vinden dat je heel veel gaat oefenen!
Misschien waren die talentloze prutsers uit jouw jeugd dus op schaakgebied toch talentvoller dan jij.
Maar ik ben het wel helemaal eens met Theo. Schrijf meer stukjes! Aan iemand met talent daarvoor, zoals jij, hebben we minstens zoveel, als aan iemand met het talent om 10000 uur te kunnen besteden aan het schuiven met houten poppetjes. Al deed Capablanca dat dan waarschijnlijk op een bord dat hij virtueel voor zich zag.
Wat is dan de tijd. Als niemand vraagt van mij die ik ken, dus ik wil hem uit te leggen, ik weet het niet.
@Frank: Waar een wil is, is een omweg.
De volgende wijze uitspraak lijkt in dit geval relevant: “I spent 90% of my money on women and drink. The rest I wasted”.
Wordt niet toegeschreven aan een schaker, wel aan een groot sportman.
George Best. Hoewel hij volgens mij letterlijk ‘booze, birds and fast cars’ zei.
Mooie man. Hij beweerde ook ooit te zijn gestopt met drinken. Maar alleen als ‘ie sliep…
Ik zei het al eerder Frank, maar talent voor schrijven heb je. 10.000 van dit soort stukjes graag.