Krommenie hapt naar adem, maar breekt niet
In mijn jeugdjaren had ik een stickerboek. Sterker nog, ik had er vier of vijf. Tja, dat heb je wanneer vader eigenaar is van een zeefdrukkerij. Vriendjes lieten hun oog doorgaans vallen op bontgekleurde dieren, malle poppetjes, opgestoken middelvingers of overig schunnig materiaal. Welkome opvulling van de volgestouwde albums, maar ik was meer geïntrigeerd door een zwart exemplaar met zilverkleurige letters. Stichting Pandora, als ik me niet vergis. Nu heb ik u in het verleden regelmatig deelgenoot gemaakt van mijn falende geheugen, maar in dit geval staat de tekst me nog kraakhelder voor de geest.
Bent u normaal?
zo zo
Bent u eigenlijk wel helemaal normaal?
da’s vreemd
zo, dus u bent helemaal normaal?
da’s gek
Ik moest gisteravond tijdens de wedstrijd tegen Krommenie terugdenken aan de bewuste sticker, toen ik te maken had met een tegenstander die iedere twintig seconden naar adem hapte alsof hij net twee minuten onder meters dik poolijs had gesparteld. Ik dacht dat ik alles inmiddels wel een keer gehad had. De sissers, de fluiters, de hummers, de puffers, de zuchters, de mompelaars, de grommers, de kuchers, de neuriërs, de smakkers, de wippers, de buigers, de snuivers en de tikkers. En dan vergeet ik vast nog wel enkele exoten. Maar een happer had ik nog nimmer getroffen.
(meer…)