Michaël van Liempt

NHSB-beker ronde 1: Alkmaars Sportploeg van het Jaar maakt haar reputatie waar

Het is niet mijn gewoonte om een stuk te beginnen met een rectificatie op wat nog geschreven moet worden. Toch zal ik dat hier moeten doen, simpelweg vanwege het feit dat ik het rijmpje in de titel niet kon laten liggen.

Op zaterdag 2 december werd het vlaggenschip van de vereniging in de landelijke competitie ontboden bij Sportcomplex De Meent voor een fotoshoot. Dit hadden we te danken aan de promotie naar het hoogste landelijke niveau (of, zoals teamcaptain Jan Poland pleegt te zeggen: de Eredivisie van het schaken), waarmee we genomineerd waren voor de prijs van Alkmaars Sportploeg van het Jaar, waarvan de uitreiking op maandag 11 december plaatsvond. Aan de titel van dit stukje is te zien dat we de prijs in de wacht gesleept hebben. Voor de meeste van ons was dit onverwacht, al merkte een van ons op: “een vlekkeloze Chigorin op de mat leggen is aan hen niet besteed”.
Zelf was ik deze avond niet aanwezig. Ik was net een week ziek geweest, en met twee externe wedstrijden voor de boeg leek uitzieken en aansterken me een iets beter idee.

Daags na de uitreiking stond de bekerwedstrijd voor de NHSB-beker tegen Aartswoud op het programma. De vrijdag ervoor werd hetzelfde Aartswoud met 1½-6½ opgerold door ons N1-team in een wedstrijd die ik dus verstek heb moeten laten gaan. Bij de return waren de omstandigheden echter nog beter: er waren geen invallers nodig, we speelden thuis, en we wisten ons gesterkt door de sportprijs, de poster (die op de middelste zuil voor De Meent te zien is – zie de foto hieronder) en de terugkeer van een uitermate beroerd spelende verslaggever (1½ uit 7) die op dit moment voor ongeveer 77% was hersteld van zijn malaise.

De poster bij De Meent. Foto: Jan Poland

Jos: “Ze hebben wel de knapste twee mensen voor de foto genomen.”
MvL: “Ja, en daarna hebben ze op een of andere manier tóch voor ons gekozen…”

De bekerwedstrijd

Met een selectie van vier spelers, waaronder inmiddels twee bekende Nederlanders, traden we op 12 december aan voor de bekerwedstrijd tegen Aartswoud. Om te zorgen dat Jos en ik geen diva-issues of andere sterallures zouden krijgen, werden we op bord 3 en 4 weggemoffeld. Dat was echter wel een goede plaats om de poster neer te zetten.

Ik (Michaël van Liempt) was op bord 4 het eerste klaar. Mijn tegenstander Ron van Putten ruilde op zet 10 zijn gefianchetteerde koningsloper vrijwillig voor een paard met het idee om de stelling te sluiten. Hij had bij voorbaat al twijfels over deze beslissing en had mijns inziens naar dit unheimische gevoel moeten luisteren. Aangezien mijn centrum mobiel bleef en mijn overgebleven zwartveldige loper aanmerkelijk actiever was dan Zwarts witveldige tegenhanger, werd de zwakte van de zwarte velden rond de koning een levensgroot probleem toen de stelling werd opengetrokken. De rest van de partij laat zich samenvatten in: pionoffer, kwaliteitsoffer, stukoffer, ondekbaar mat. Hoe dan ook een opsteker om na een erg slechte reeks weer eens een partij in 20 zetten te winnen.

Kort na mij kon ook Frank Agter op bord 2 een punt bijschrijven. Doordat zijn tegenstander Lukas Boots bij het terugslaan op f5 een kleinigheid overzag, kreeg onze man een pion cadeau. Dit ging tevens gepaard met de beheersing van een halfopen b-lijn en druk tegen Zwarts centrum, of wat daar nog van over was. De stelling werd van kwaad tot erger, en toen er ook nog een kwaliteit verdween en Zwarts witveldige loper ingesloten raakte, had de Zwartspeler genoeg gezien.

We stonden dus 2-0 voor, en we hadden aan een halfje genoeg om de bekerwedstrijd te winnen.

Op bord 3 was Jos Vlaming wat onhandig bezig. Hij draaide twee zetten om, waardoor hij enkele tempi verloor en in een lastige stelling kwam. Zijn centrum werd een zorgenkindje, en hij zou heel tevreden geweest zijn met dameruil. Tot zijn ongeloof bood zijn tegenstander Jan Stapel die dameruil even later vrijwillig aan, waardoor een flink deel van de druk op Zwarts stelling verdween. Toch bleef Jos’ stelling minder, en greep hij het aangeboden halfje met beide handen aan.

Nico Hauwert was op bord 1 tot het einde van de avond bezig (er was slechts één interne partij die nog langer doorging). Zijn tegenstander Jean-Paul Ory ruilde in het vroege middenspel zijn lopers voor loper en paard, waardoor een stelling ontstond van paard tegen loper. Zwarts loper kon op de lange diagonaal een aanvallende functie vervullen, wat werd ondersteund door de halfopen c-lijn tegen een achtergebleven c-pion. Wit besloot tegenkansen op de koningsvleugel te zoeken en sjoelde de g- en f-pion naar voren. Na ruil van loper tegen paard had Wit enkele aanvalslijnen op de koningsvleugel. Wit had zijn kansen daar iets te rooskleurig ingeschat.

Zwart riep de ambities van zijn tegenstander met 30…h5! ogenblikkelijk een halt toe, waarna Dh4 en Th3 ondoelmatig stonden opgesteld en pionverlies op de c-lijn niet meer te verhinderen was (31.gxh6 Dxh4 32.Txh4 Txc3 betekent effectief pionverlies, omdat h6 nergens heen gaat en de c-lijn een gezonde basis betekent om daar wat poppetjes te winnen). In de 16 zetten die nog volgden, voerde Zwart de druk op, hield in de verdediging alles onder controle en viel uiteindelijk vernietigend met de dame binnen, wat Wit dwong tot opgave omdat hij er begrijpelijk erg weinig voor voelde om de rest van zijn pionnen op de koningsvleugel te zien verdampen.

Eindstand: 3½-½

Al met al een eenzijdige wedstrijd, en een overwinning waar – gelet op het krachtsverschil – niet veel op af te dingen viel.

Individuele uitslagen:

Dan nog even die rectificatie van het begin. De prijs voor Alkmaars Sportploeg van het Jaar hebben we gekregen voor de prestaties van het landelijke eerste team, en niet voor die van het regionale (beker)team.

~ Michaël van Liempt

Leave A Comment