De illusie van een briljante partij
In zijn boek Timman’s Triumphs, My 100 Best Games (2020) zegt Timman: ‘Toen ik 40 werd, vroeg Gert Ligterink van de Volkskrant welke partijen ik de beste vond uit mijn carrière, omdat hij in zijn rubriek hieraan aandacht wilde besteden. Ik noemde een aantal partijen, die achteraf, na een computeranalyse minder goed waren dan ik dacht. Maar (bijvoorbeeld) mijn overwinning op Gulko was een goede keuze. Het is waar dat wit in het middenspel een goede kans laat liggen op groot voordeel, maar als de dames zijn geruild, slaag ik erin met subtiel spel het punt binnen te halen.’
Toch opvallend: een grootmeester van wereldniveau, die jarenlang de illusie had een aantal briljante c.q. ‘foutloze’ partijen te hebben gespeeld, ontdekt dat deze veel minder goed blijken te zijn dan gedacht. En – en dat zegt Timman hier niet bij – andersom dit eveneens het geval was: partijen waarvan hij in de veronderstelling verkeerde dat deze niet goed waren, achteraf van een behoorlijk niveau bleken te zijn.
Jos Vlaming (zie de Waagtorensite) liet op 24 februari – ik was er zelf niet bij – na afloop aan ‘iedereen’ zijn geweldige overwinning zien tegen Frank Agter. En zelfs de week daarop – ik ga maar even af op wat er op de website staat – hij er nog steeds niet over was uitgepraat. Door dit verhaal werd bij mij (misschien héél naïef) ‘enigszins’ de indruk gewekt dat dit een vrijwel foutloze zege was geweest met fantastisch schaak van beide spelers. Zoals Yong Hoon later al even aangaf, bleek dit echter nogal mee te vallen. Frank had volgens hem een enorme kans gemist in één zet de zege binnen te halen en was het eerder zwart dan wit die beter had gestaan. Maar op dat moment was dit nog niet bekend, met als gevolg dat de redactie deze ‘briljante’ zege, graag wilde publiceren met enig aanvullend commentaar van de dolgelukkige winnaar. Zo geschiedde.
Dit alles wekte mijn interesse, omdat zoals hiervoor gezegd, zelfs topgrootmeesters, zoals Jan Timman zich kunnen vergissen als het gaat om het altijd juist in te kunnen schatten van het niveau van bepaalde zetten(reeksen). Dit bevestigt eens te meer dat schaken, althans voor het menselijk brein, veel moeilijker blijkt te zijn dan soms op het eerste gezicht lijkt. Ik kan mij dan ook soms ergeren aan medeschakers, die tijdens de ‘analyse’, zonder met hun ogen te knipperen, schaamteloos binnen fracties van seconden en gespeend van elke vorm van realiteitszin de ene na de andere flutvariant op het bord laten verschijnen, Om de lieve vrede te bewaren zal ik de namen van degenen die nu spontaan in mijn brein opborrelen, daar stilletjes laten zitten, maar geloof me: het zou me geen enkele moeite kosten minimaal een handjevol op te lepelen..
Gelukkig mag je natuurlijk altijd de illusie hebben briljant te hebben gespeeld. Vandaar dat er ongetwijfeld schakers zijn die nooit hun partijen zullen invoeren en laten analyseren door een computerprogramma om deze illusie tot in lengte der jaren in stand te houden.
Of je dit gedrag zou kunnen duiden als het jezelf te ontnemen van enige vorm van inzicht te verschaffen in de ‘werkelijkheid’, of plastisch geformuleerd: jezelf voor de ‘gek houden’, is een tweede..
De partij Vlaming – Agter
Genoeg gefilosofeerd: laten we de partij Vlaming-Agter eens wat kritischer bekijken met behulp van een computerprogramma en laat ik hem/haar/het voor het gemak ‘Het Beest’ noemen. (Een ‘creatieve’ variant op Kasparov, die als bijnaam Het Beest van Bakoe had, omdat hij vanaf 1981, het winnen van het USSR-kampioenschap, tot Linares 1990, alle toernooien (vijftien in totaal) op zijn naam schreef.)
Graag wil ik voorafgaande deze analyse het volgende opmerken: ik bewonder Jos – en laat dit volkomen duidelijk zijn! – dat hij, zonder gebruik te maken van enige software, behalve zijn eigen herseninhoud, het heeft ‘aangedurfd’ zijn hersenspinsels op papier te zetten en deze met ons te hebben gedeeld! Ten tweede: ik kan mij heel goed voorstellen dat Jos uitermate content was (en is!) met zijn zege op Frank. Frank is vrijwel onverslaanbaar dit seizoen, zowel in de interne als in de externe, plus in allerlei ‘toernooi(tjes)’ (Tata, Kampioenschap van Alkmaar), en hem een vol punt afsnoepen, is geen sinecure.
Jos Vlaming – Frank Agter
Alkmaar, 14 februari 2023
1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 e5 5.Pb5 d6 6.P1c3 a6 7.Pa3 Le7 8.Pc4 b5 9.Pe3 Pf6 10.g4
Jos noemt dit koffiehuisschaak: ‘De tekstzet is zeer verzwakkend, maar ik hoopte er het beste van..’
Het Beest: Dit valt wel mee: -0.22 in vergelijking met de beste voortzetting 10.Ld3: +0.32.
10..0-0 11.g5 Pe8 12.h4 Le6 13.a4
Yong Hoon: 13.a4 zou ik niet hebben gespeeld om eventueel de optie 0-0-0 te spelen open te laten. Denk dat je met 13.Pcd5, Lg2 en evt. Pf5 een prettig positioneel voordeeltje hebt.
Het Beest: 13.Pcd5 is inderdaad de eerste keus, maar met een minimaal verschil van slechts 0.09, is de tekstzet een prima alternatief!
13..Pc7 14.axb5 axb5 15.Txa8 Dxa8 16.Pcd5
Het Beest: Niet de sterkste voortzetting. Ontwikkelen van de loper naar g2 lag meer voor de hand.
16..Pxd5 17.exd5 Pd4
Het Beest: nu staat zwart toch echt (iets) beter (-0.51).
18.Lg2 Ld7 19.Le4(?)
Jos: Om te zorgen dat zwart geen Pf5 kan spelen om het witte paard op e3 af te ruilen.
Het Beest: Dit is het niet. 19.c3 was aangewezen. Na 19..Pf5 en dan 20.Le4 g6 21.h5 of 20.Le4 Pxe3 21.Lxe3 staat het in ieder geval gelijk (-0.09)
19..b4(?)
Het Beest: Veel sterker is 19..f5! 20.gxf6 Txf6 21.c3 Tf4 22.Lg2 De8! met groot voordeel voor zwart.
20.c3 bxc3 21.bxc3 La4
Jos: Frank overzag mijn volgende zet. Wellicht in slaap gesust door het vreemde witte spel?
Het Beest: 21..Pb5 is iets sterker, maar er is weinig mis met de tekstzet.
22.Lxh7+
Yong Hoon: Niet goed. 22.Dd3 is beter.
Het Beest: Dit is juist. Na 22.Dd3: +0.42, na de tekstzet (22.Lxh7+): -0.50.
22..Kxh7 23.Dd3+ Kg8 24.cxd4 Tb8 25.f3
Jos: Het ziet zeer dreigend uit voor (wit), maar een concrete winst lijkt er niet in te zitten (voor zwart). Wellicht dat een computer deze wel weet te vinden in een paar nanoseconden?
Het Beest: Voordeel voor zwart: -1.01. Maar wit staat – dat klopt – nog (lang) niet verloren.
25..Tb3 26.Dc4 Ld8! 27.dxe5
27..dxe5
Yong Hoon: Hier mist zwart met 27..Tc3! een directe winst.
Het Beest: Zelfs een IM als Yong Hoon kan zich vergissen. Na 27..Tc3 (slechts ietsje pietsje beter dan de tekstzet 27..dxe5: 0.00 versus 27..Tc3 -0.20) volgt 28.Dxc3 La5 29.Ld2 Lxc3 30.Lxc3 Lb5 31.Kf2 Da2+ 32.Kg3 Da3 33.Ld4 dxe5 34.Ta1 Dd6 35.La7 met slechts licht voordeel voor zwart (-0.57).
28.Kf2 Lb6 29.Te1 De8
Het Beest: Beter is 29..Ld4 (-0.46).
30.Kg3 La5 31.Te2 Tc3
Jos: Het initiatief ligt bij zwart (..) maar op de één of andere wonderbaarlijke wijze werken de stukken toch behoorlijk samen..
Het Beest: -0.64 voor zwart.
32.Da6
32..Lb4(?)
Het Beest: Een zet die onbesproken blijft, maar het initiatief (voor de eerste keer in de partij!) naar wit gaat. Na 32..Lc7! 33.Ld2 e4+ 34.f4 Td3 staat zwart (nog steeds) beter: -1.49.
33.Ta2(?)
Het Beest: Veel beter is 33.Ld2 (+0.70) i.p.v. de tekstzet: -0.06.
33..Txc1
Het Beest: Na 33..Lb5 staat het gelijk (0.00). Nu kantelt de partij in wits voordeel. Met een pion achter, is het voor zwart niet gemakkelijk de remisehaven te bereiken.
34.Dxa4 Le1+ 35.Kg2 Tc8 36.Dxe8+ Txe8 37.Kh3 e4 38.f4 Lb4 39.Kg4 Lc5
40.Te2
Het Beest: Een logische keuze. Wit vreest waarschijnlijk de opmars van de zwarte e-pion en kiest het zekere voor het onzekere door de ruil op e3 toe te staan. Toch heeft 40.Pf5 (+1.74) de voorkeur in vergelijking met de tekstzet: +1.10.
40..Lxe3 41.Txe3
Jos: En zo is er een toreneindspel ontstaan waarvan ik dacht dat het weinig of geen winstkansen bood. Met de allengs slinkende speeltijd blijft het onverwachts toch gevaarlijk voor zwart en met een minorpromotie weet wit het toch te winnen.
41..Td8 42.Txe4 Txd5 43.h5 f5+(?)
Het Beest: Dit maakt wits taak alleen maar makkelijker. Hij had met 43..Kf8 of 43..Td7 rustig moeten afwachten. Nu verschijnt er binnen een mum van tijd een witte toren op de zevende rij.
44.gxf6 gxf6 45.Te7!
Het Beest: +1.90.
45..Ta5 46.Tb7 Tc5 47.h6 Ta5 48.Tg7+ Kf8 49.f5
Het Beest: +2.24.
49..Tb5 50.Tg6 Kf7 51.h7 Tb8 52.Kh5 Tb1
53.h8(P)+! Ke7
54.Kh6??
Het Beest: Ook deze zet blijft onbesproken, maar is (achteraf wel te verstaan..) de grootste ‘blunder’ in de partij, die in één klap een gewonnen stelling in remise laat verzanden. De winnende voortzetting bestond uit 54.Tg7+ Kf8 55.Ta7 Tg1 56.Kh6 Ke8 57.Ta6 Kf8 58.Pg6+ Kf7 59.Ta7+ Ke8 Kg7 etc.
54..Tf1??
Het Beest: Zwart mist een dot van een kans alsnog remise te maken. Na 54..Th1+ 55.Kg7 Th5! verliest wit zijn goudhaantje, de pion op f5, en is het in theorie alleen zwart die nog op winst kan spelen! Na de tekstzet is het pas écht afgelopen.
55.Tg7+ Kd6 56.Pf7+ Kd5 57.Kg6 Ke4 58.Ph6 Th1 59.Te7+ Kf4 60.Pf7 Ta1 61.Kxf6 Ta5 62.Pd6 Ta6 63.Te4+ Kf3 64.Ke6 Ta8 65.f6 1-0
Conclusie: commentaar van amateurschakers (en in dit geval plus een IM) bij partijen zonder een engine te hebben geraadpleegd, neem het serieus, maar niet te…
Re-Engineering the Chess Classics
Terwijl ik bezig was met dit verslag zag ik dat er een nieuw boek gepubliceerd is met de veelzeggende titel: Re-Engineering the Chess Classics van Matthew Sadler en Steve Giddins met als inhoud 35 ‘most fascinating and complex chess games’ en beide auteurs een frisse blik werpen op klassieke schaakpartijen als Anderssen-Dufresne (1852), Botwinnik-Bronstein (1951) en Geller-Euwe (1953). En nu komt het: ‘Met als doel – met behulp van vereende krachten (collective power!) van computerprogramma’s als Leela, Komodo en Stockfish – ‘gewone’ mensen/schakers zoals wij beter leren begrijpen wat er écht heeft plaatsgevonden in partijen van schaakhelden als Boris Spassky, Michail Tal, Bent Larsen en Bobby Fischer. Het boek zal – de lat ligt gelukkig niet al te hoog – ons leren op een andere manier te kijken naar strategische en technische patronen en een andere waardering te geven aan een eindspel van Capablanca, kwaliteitsoffers van Petrosjan en een king hunt als in de partij Spassky-Tal. Ook zal hierdoor (vanzelfsprekend!) het niveau van zowel de clubschaker als de expert, zienderogen vooruit gaan.
De vraag die nu nog rest is: ga ik dit boek aanschaffen om aan de weet komen welke strategische en tactische fouten er toentertijd zijn gemaakt door een Anderssen, Botwinnik, Spassky, Tal, Larsen en Fischer, of houd ik toch liever de illusie in stand dat zij allen fantastische partijen hebben gespeeld, inclusief de ongetwijfeld aanwezige fouten en het nemen van verkeerde beslissingen? (Met het besef dat juist dit maakte, wie zij uiteindelijk zouden worden: de giants of chess, omdat zij mensen waren en geen machines..).
Het woord is aan de lezer.
4 Comments
Leave A Comment
You must be logged in to post a comment.
Een interessant werkstuk Marten, hoewel ik de barpraat en post mortem juist toejuich. Achteraf kun je altijd de varianten nog controleren met een computer. Voor de opgroeiende jeugd zou ik de methode Tal van harte aanbevelen: De eigen analyse zonder computer, waarbij je de tijdens de partij berekende variantenen oordelen invoert en daarna pas met computer gaat checken.
Overigens hangt wat je foutloos noemt of correct ook af van je tegenstand (hoe sterk was deze?) en van de risico’s die je neemt. Anish Giri had een boeiende dingen observatie: in partijen van Tal was
bijvoorbeeld het percentage centipionverlies – een begrip waarmee bijvoorbeeld op lichess de nauwkeurigheid van een partij wordt gemeten, hoger zijn, omdat hij veel risico neemt, dan in partijen van Carlsen. Dat op zich zegt nog niet zoveel. Wel interessant (voor Jos en Frank zelf) zijn momenten waarop hun evaluatie of keus de wijzers enorm lat uitslaan.
Was in de tijd van Tal een computer een zinvol hulpmiddel op GM-niveau?
Edwin van Haastert schreef over het begrip “centipionverlies” een interessant artikel op de website van lsg.
https://www.lsg-leiden.nl/wattages-trappen-op-lichess/
Interessant stukje! Toch een opmerking van mijn kant bij zet 27, waarbij het van mijn kant niet de intentie is om er een engine discussie van te maken. Mij lijkt 27…Tc3 28.Dxc3 La5 29.Ld2 Lxc3 30.Lxc3 Lb5 31.Kf2 Da2 32.Kg3 Db3 33.Ld2 dxe5 heel goed , misschien gewonnen voor zwart. Als ik deze stelling door Stockfish 15.1 laat beoordelen geeft die -1,5 aan en geeft die als nog sterker 31…Da3 32.Ld4 Db4 33.Td1 La4 34.Td3 dxe5 35.Lxe5 Dxh4 en Dxg5 en -2,14.