Michaël van Liempt

Waagtoren N1 Kampioen NHSB-competitie

Het NHSB-seizoen zit er inmiddels bijna helemaal op. De laatste matches worden nog gespeeld. Ons N1-team was echter een ronde voor het einde al verzekerd van het kampioenschap. Wijker Toren waren na 8 speelrondes uitgespeeld en hadden 12 matchpunten, waar wij nog een ronde te gaan hadden en al minimaal 3 matchpunten voor liepen op alle overige concurrenten.

Voor het eerste team van HWP Haarlem stond er eveneens niets meer op het spel. Met 8 matchpunten stonden zij al royaal boven de degradatiestreep. De laatste ronde telde dus alleen voor de statistieken, en voor het kampioenschap hoefden we niet meer te doen dan met minimaal 5 spelers aan te treden. Aangezien het een thuiswedstrijd betrof, lag het in eerste instantie niet voor de hand dat we op de laatste speeldag punten in mindering zouden krijgen (al werd daar overigens uit onverwachte hoek nog wel een dappere poging toe gedaan).

Voor de vijfde keer op rij werd mij gevraagd om in te vallen. Tot nu toe was dat best goed gegaan (4/4, zij het met een redelijke portie geluk). Danny, die op bord 5 had moeten plaatsnemen, was om onverklaarbare redenen niet aanwezig, waardoor we last-minute nog een vervanger moesten regelen. Uiteindelijk werd dat Alex Albrecht.

 

Peter Hoekstra op bord 2 was als eerste klaar. In een stelling waarin Wit iets meer ruimte had gepakt, deed onze man een pionzetje te veel, waardoor zijn tegenstander Max Merbis met een elementaire combinatie een stuk buit kon maken. Peter zag geen heil meer in doorspelen en streek de vlag.

Peter Kalisvaart speelde op 1 met Zwart tegen een oude bekende, Collin Boelhouwer. Op het moment dat ik keek, had Wit twee lopers voor een toren, en met nog wat zware stukken op het bord bleken de lopers beter in staat om een initiatief te ontketenen en vast te houden. Ook aan bord 1 werd het helaas vrij snel een 0. Een herhaling van de laatste drie keer 7-1 zat er voor ons dus niet meer in.

Tussenstand: 0-2.

Zelf had ik, Michaël van Liempt met Zwart op 3 tegen Harry Lips een stelling in min of meer bekend vaarwater gekregen: een dameloos middenspel waarin Wit iets meer ruimte had en het loperpaar tegen loper + paard. Mijn paarden hadden echter goede steunpunten, het centrum was stabiel, en mijn loper was actief langs de lange diagonaal. Ik was redelijk tevreden over mijn stelling.
Op bord 4 ging Ruud Adema met Wit voortvarend te werk. Teneinde tegenspel te ontwikkelen offerde zijn tegenstander Peter Beerens wat materiaal om de witte koningsstelling onveilig te maken. Tevens had Zwart een sterke witveldige loper die vervaarlijk samenwerkte met de zwarte dame.
Danny Alex Albrecht had op bord 5 met Zwart vanuit de opening iets minder ruimte, maar behield wel perspectief op tegenspel tegen Wits centrum. Zijn tegenstander Tim Mazajchik stelde het echter secuur op en ontzenuwde langzaamaan Zwarts operaties.
Op bord 6 had Frank Agter met Wit een pion geofferd voor een open d-lijn, en veronderstelde dat dit een langdurig initiatief zou opleveren. Zijn tegenstander Ardjan Langedijk kwam echter zonder kleerscheuren onder de druk uit en behield het geïnvesteerde materiaal.
Met Zwart op bord 7 kreeg Gerard de Geus een stelling waarin hij tot een solide centrumvorming wist te komen. Zijn tegenstander Ben de Jong besloot om het centrum te sluiten, al was het wel de vraag voor wie dat uiteindelijk voordeel zou opleveren.
Jos Vlaming kreeg met wit op 8 te maken met vroeg oprukkende koningsvleugelpionnen. Tegenstander Hubrecht van den Brekel dirigeerde zijn stukken richting de koningsvleugel, maar moest tegelijk rekening houden met witte tegenoperaties in het centrum.

Tussenstand: nog altijd 0-2.

Voor Frank waren zijn ambities om iets uit de partij te halen als sneeuw voor de zon verdwenen. Geleidelijk hadden alle lichte stukken het strijdtoneel verlaten, waardoor Zwart nu de beschikking had over een gevaarlijke vrijpion op de d-lijn. Onze teamcaptain had weinig trek in een langdurige en uitzichtloze verdediging en gooide de handdoek in de ring.
Aan bord 3 had ik inmiddels een pion buitgemaakt en enkele stukken geruild, waardoor een eindspel met dubbele torens en ongelijke lopers overbleef. De stelling bleef op slot, en mijn pluspion hing als een Zwaard van Damocles over Wits stelling heen, temeer daar Wits loper geen aanvalsdoelen had en dus niets kon uitrichten. Wit zag geen andere mogelijkheid om de pion te stoppen dan zijn toren als fysiek obstakel te gebruiken, wat praktisch op hetzelfde neerkwam als overgave. Toen ik het staatsbezoek van mijn monarch aan Wits stelling had verzekerd, hield mijn tegenstander het voor gezien.
Ruud had een toren meer, maar offerde deze toren op om de gevaarlijke witveldige loper onschadelijk te maken. Daarna hield hij nog altijd een stuk meer over, wat spoedig genoeg bleek voor de winst.
Alex was ondertussen in een wurggreep terechtgekomen waar hij niet meer uit los kwam. Het bleek een lijdzaam afwachten totdat Wit de genadeklap zou uitdelen. Aldus geschiedde.

Tussenstand: 2-4.

De hoop op een respectabele 4-4 lag dus bij onze staartborden.

Gerard was onderweg een pion kwijtgeraakt, en bovendien had Wit een gedekte vrijpion op e5. Gelukkig stond daartegenover dat er ongelijke lopers op het bord stonden, waardoor de stelling scherp bleef en er altijd kansen op complicatie bleven bestaan. Teneinde het karakter van de stelling te veranderen gaf Wit zijn vrijpion op om de loper voor zijn paard te ruilen, maar het verwachte initiatief bleef uit. Integendeel: Zwarts paard op e4 bleek aanmerkelijk meer gewicht in de waagschaal te leggen dan Wits loper. Na enkele schermutselingen bleek ook Zwarts c-pion een factor van betekenis. Deze pion eindigde op c2. Wit kon materiaalverlies (en mat) niet langer afwenden en staakte de strijd.
Bij Jos tenslotte was een stelling ontstaan met (wederom) ongelijke lopers, waarin beide partijen een ondersteunde vrijpion in het centrum hadden. Wat in de stelling de beslissende doorslag gaf, was dat Zwarts koning aanmerkelijk minder veilig was dan die van Wit. Dit bleef onveranderd toen beide vrijpionnen van het bord verdwenen waren. Successievelijk vielen Zwarts loper en dame van het bord.

Eindstand: 4-4

Het was zeer beslist niet onze beste wedstrijd van het seizoen. Bij enkele partijen kwamen we zeer goed weg. Maar zonder geluk vaart niemand wel, en uiteindelijk zijn we toch behoorlijk overtuigend kampioen van de NHSB geworden.

   De Waagtoren       (2012) 4-4 Het Witte Paard Haarlem (2038)
1. Peter Kalisvaart   (2042) 0-1 Collin Boelhouwer       (2120)
2. Peter Hoekstra     (2018) 0-1 Max Merbis              (2059)
3. Michaël van Liempt (2147) 1-0 Harry Lips              (2049)
4. Ruud Adema         (1918) 1-0 Peter Beerens           (2088)
5. Alex Albrecht      (1771) 0-1 Tim Mazajchik           (2073)
6. Frank Agter        (2204) 0-1 Ardjan Langedijk        (2025)
7. Gerard de Geus     (1912) 1-0 Ben de Jong             (1890)
8. Jos Vlaming        (2084) 1-0 Hubrecht van den Brekel (1998)

 

Leave A Comment