TF

Overpeinzingen van een huisschaker #1 – vanonder een laag roet

De eerste zinnen van dit stukje waren al geschreven toen het oproepje van Marten binnenkwam met de vraag om toch vooral een Tata-partij op te sturen. Ik besloot niet voor de makkelijke weg te kiezen en mijn minst rimpelige partij op te sturen (om vervolgens ongetwijfeld bejubeld te worden om mijn schaaktechnische inzichten) maar besloot mijn oorspronkelijke idee vast te houden. Eén karakteristieke partij voor dit toernooi en het ten grave dragen van “De Rommelaar”. Tijd voor een stukje zelfreflectie.

Deze Tata was de eerste sinds de Covid-uitbraak en over alle doorgevoerde wijzigingen is al veel gezegd en geschreven. Zoals van zovele veranderingen, kun je ook van de afbraak van het Tata-toernooi heel wat vinden. Met het gevaar in de categorie “oude zeurpieten“ te vallen kies je voorzichtig je woorden (en de plaats waar je die uit) en ben je naarstig op zoek naar de lichtpuntjes. Zo vond ik de nieuwe wanddoeken in de speelzaal niet onaardig.

Ondanks alle veranderingen, is het Tata-toernooi voor vele schakers nog steeds het jaarlijks hoogtepunt. Reikhalzend wordt uitgekeken naar het toernooi en stiekem wordt gehoopt op een groepszege of in ieder geval een plusscore of in ieder geval 50% of in ieder geval geen negatieve TPR of in ieder geval een enkel puntje. En ja, qua gezelligheid zal het toernooi niet mogen onderdoen voor voorgaande jaren en wordt gehoopt op minstens even korte nachten, even volle glazen en even rijkgevulde tafels tijdens de urenlange analyses.

De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik vooraf niet de gewenste focus had waarop ik hoopte. Nog wat zaken afronden voor werk, wat afspraken in de avonden die ik niet wilde afzeggen en ook het feit dat ik stiekem had gehoopt een groepje hoger te mogen spelen waren daar zeker debet aan. Mijn hoofd stond er eigenlijk niet naar. En zo vertrok ik dagelijks naar het altijd vrolijk ogende Wijk aan Zee, her-en-der wat gestrande clubgenoten oppikkend.

En mijn toernooi? Werkelijk totaal inspiratieloos en haast zonder na te denken deed ik mijn zetjes, om er vervolgens achter te komen dat ik de boel weer hopeloos had verprutst en totaal verloren stond. Als ik vervolgens met nog 1.30 uur op de klok voor de keuze stond om op te geven (om vervolgens als Bob nog uren te moeten wachten op mijn passagiers) of om toch maar wat door te spelen, koos ik toch maar voor het laatste.

Zoals ik in de inleiding van dit stukje al meldde, één karakteristieke partij van mijn inspiratieloze gerommel. Gewoon omdat 1 partij meer zegt dan 1000 woorden. En geloof mij, de andere 8 partijen waren echt niet veel beter!

Omdat ik schaaktechnisch weinig zinnigs kan melden over bovenstaande partij, volsta ik qua ingevoegd commentaar met het soort gedachten die opkwamen tijdens mijn spel. U kunt zich voorstellen dat walging en zelfhaat continu op de loer lagen na 9 van dit soort partijen.
De fronsende blikken van toeschouwers met soms een minimum aan schaakinzicht, waren veelzeggend. En bij iedere keer dat ik na een partij mijn schaakluiheid probeerde te verbloemen door op te merken dat ik ook niet had nagedacht (alsof dat een verdienste was) realiseerde ik mij dat als ik een beetje spelvreugde wil houden, het roer om moet.

Na een negendaagse martelgang in een groep waarin iedereen elkaar afmaakte (maar mij net iets minder vaak), stond ik opeens eerste en mocht ik bij de prijzentafels vol winkeldochters weer een paar boeken uitzoeken. In verbijstering riep ik naar Dennis en Michaël die namens NIC de honneurs waarnamen wat ik toch in vredesnaam met al die boeken moet. Nog meer papier dat ongelezen in mijn kast een plekje krijgt?

De dagen na Tata bedacht ik mij dat het tijd wordt om eens te stoppen met het kiezen van de makkelijke weg, me verschuilen achter het feit dat ik nimmer iets heb gedaan aan schaken in combinatie met de wetenschap dat ik toch wel rommelkansjes krijg (als het niet al te laat is). Dat als ik het spelletje leuk vind ik voor de verandering ook eens kan kijken of ik iets verder kan komen als ik er wel iets aan doe. Gericht op onderzoek gaan op welke vlakken ik er het minste van bak en hopen dat kleine verbeteringen zijn aan te brengen. Wellicht dat ik toch iets opsteek van al die meters ongelezen boeken.
U bent gewaarschuwd, De Rommelaar is dood. Lang leve De studerende Rommelaar!

3 Comments

  1. drulovic
    drulovic 8 februari 2023 at 11:10

    Goed om te lezen Ton!

    Maar ik zag gisteren volgens mij nog wel wat rommelaar-naweeën…

    • TF
      TF 8 februari 2023 at 11:48

      Ja klopt, die rommelcapaciteiten blijven natuurlijk een zeer waardevolle asset in onmogelijke posities. Gisteren wel bewust geen London gespeeld en gekozen voor iets KI-achtigs (voor het eerst in mijn schaakcarrière).
      Het was geen verrassing dat ik daarmee het gevaar opzocht.

      Het was aan Ger zijn tactische vaardigheden te danken dat hij glad gewonnen kwam te staan.

  2. Peter van Diepen
    Peter van Diepen 10 februari 2023 at 17:39

    Het lijkt mij voor een jeugdtrainer inderdaad heel nuttig om eens wat schaakliteratuur te bestuderen!

Leave A Comment