Marten Coerts

Chess Buccaneer The Life and Games of Manuel Bosboom

Als het werkelijk zo zou zijn dat als A van B wint, B van C en A dus van C, dan had ik in ieder geval één keer van Kasparov kunnen winnen..

Op 15 oktober 1977 wordt tijdens het Witte Paard-toernooi in Zaandam, de volgende (onsterfelijke) partij gespeeld.

Manuel Bosboom – Marten Coerts

Zaandam, 1977

1.e4 e5 2.Pc3 Pf6 3.Lc4 Lc5 4.d3 0-0 5.Lg5 Pc6 6.Pd5 Le7 7.Lxf6 Lxf6 8.Pf3 d6 9.Dd2 (Met het idee lang te rokeren en aan te vallen op de koningsvleugel.) 9..b6? 10.h3 Pa5 11.0-0-0 c6 12.Pc3 (12.Pxf6+.) 12..b5 (Nu staat zwart beter.) 13.Lb3 Db6 14.g4 Lb7

(Tot dusver zijn ernstige fouten achterwege gebleven met als resultaat kansen voor beide partijen.) 15.g5 Le7 16.h4 c5 17.De2 Tac8 18.Pd2 Da6 19.Ld5 Pc6 20.Tdg1 Pd4?! (Beter is 20..Kh8.)

21.Dd1?! (Een opvallend passieve zet van de geboren aanvalsspeler. Veel sterker was 21.Dh5! g6 22.Dg4 Tce8 23.Lxb7 Dxb7 24.h5 en zwart is in grote moeilijkheden.) 21..Ld8! (De juiste reactie.) 22.Kb1 Kh8 23.h5 La5 (Hier staat de loper een stuk actiever.) 24.Lxb7 Dxb7 25.Pe2 c4 26.Pxd4 exd4 27.h6 (Beter is 27.Pf3.) 27…g6 28.dxc4? (Met de tekstzet opent wit vrijwillig de b-lijn voor de zwarte stukken. Waarschijnlijk vreesde hij de opstoot c4-c3. Ten onrechte: Na 28.Pf3 c3 29.b3 Lb6 30.Dc1 b4 31.Te1 is de strijd nog lang niet gestreden.) 28..bxc4 29.Pf3?? (Maar dit verliest onmiddellijk. Na 29.Ka1 doet wit nog steeds mee.)

 

29..Lc3 30.Dc1 Tb8 31.b3 cxb3 (0-1). (Zowel 32.cxb3 Dxe4+ 33.Dc2 Dxf3 als 32.axb3 Da6 bieden geen enkele hoop voor wit.)

De dan 14-jarige witspeler, die heeft leren schaken als hij 5/6 jaar oud is, verliest van de 18-jarige zwartspeler, die drie jaar daarvoor de regels heeft geleerd. Een paar jaar later zal de verliezer van deze partij vele malen sterker zijn dan de zwartspeler ooit zal worden.

Het zal schakend Nederland niet of nauwelijks zijn ontgaan – gezien de enorme publiciteitsgolf in schaaktijdschriften, sites en dagbladen – dat Chess Buccaneer The Life and Games of Manuel Bosboom, afgelopen jaar is verschenen bij New in Chess. Naast zijn onvolprezen schaakstijl heeft ongetwijfeld zijn manier van leven, en hij een van de meest populaire schakers van Nederland wordt, hieraan bijgedragen. Ook Bosboom zelf doet hier met veel plezier aan mee door zich meerdere malen uitgebreid te laten interviewen op Schaaksite. In deel 1: ‘Hoe maak je partijen spannender’, geeft hij een aardig inkijkje van dé zet waarmee hij – tenminste in Nederland – bekend is geworden: g2-g4. Bosboom, die een aantal briljante, (aanvals)partijen op zijn naam heeft staan, speelde deze zet regelmatig vanwege drie redenen: 1) Het zwarte paard, dat vaak een goede verdediger van de zwarte koning is, dreigt te worden verdreven. 2) Wit creëert ruimte op de koningsvleugel voor zijn stukken, die achter deze pion kunnen worden geplaatst. 3) Een ver opgerukte pion (op g5) kan zowel in het middelspel als in het eindspel een voordeel zijn. Bosboom: ‘Dan is deze pion nog maar een paar stapjes van promotie verwijderd.’

Wim Andriessen

Bij het bekijken van de namenlijst, kwam ik binnen luttele seconden (niet zo vreemd als je bij de A begint..), de naam tegen van een wel héél goede bekende: Wim Andriessen. Dit, in het kader van het jeugdkampioenschap van 1982 in Hilversum dat door Wim uitgebreid wordt besproken in Schaakbulletin 174, en hij o.a. Bosbooms partij tegen Piet Peelen analyseert waarvoor Bosboom de prijs ontvangt voor de meest briljante partij van het toernooi. Over de 19-jarige Bosboom zegt hij: ‘Na vijf van de negen ronden heeft hij een honderd procent score en met zijn zeer op aanval aangelegde spel grote indruk gemaakt op de overige deelnemers. Na eerst Yvo Volman, Nico Kuijf en Mark Kremer verslagen te hebben, versloeg hij in de vierde en vijfde ronde twee directe concurrenten, namelijk Klaas Landsman en Piet Peelen.’

Manuel Bosboom – Piet Peelen (Aantekeningen Wim Andriessen (A) in Schaakbulletin 174, mei 1982 en Merijn van Delft (MvD) in Chess Buccaneer)

Hilversum, 1982

1.e4 d6 2.d4 Pf6 3.Pc3 g6 (MvD: De Pirc een spannende opening die in die tijd door Manuel zowel met wit als met zwart werd gespeeld.) 4.Pf3 Lg7 5.Le2 0-0 6.0-0 c6 7.Le3 (MvD: Gewoonlijk wordt hier eerst 7.a4 gedaan.) 7..Dc7 (MvD: Hier had zwart door 7..b5 meer ruimte kunnen pakken.) 8.h3 a5 (MvD: Hier lijkt 8..Pbd7, gevolgd door ..b7-b6 en ..Lb7 flexibeler.) 9.a4 Pa6

10.Pd2 (MvD: Het begin van een bekende paardmanoeuvre.) 10..e5 11.Pc4! (MvD: Het perfecte veld voor het paard.) 11..Pd7 (MvD: 11..exd4 12.Lxd4 De7 was een betere verdediging.) 12.f4! (MvD: Manuel grijpt het initiatief.) 12..Pb4 13.dxe5 dxe5 14.fxe5? (MvD: Een vreemde beslissing. Na 14.f5 domineert wit de zwarte stelling.) 14..Td8? (A: Omdat op direct 14..Pxe5 15.Lc5 Td8 16.Ld6 zou volgen. MvD: (waarvan het vraagteken afkomstig is): De zwartspeler ziet waarschijnlijk af van het normale 14..Pxe5 vanwege 15.Lc5 Td8 16.Ld6, maar overziet dat het positionele kwaliteitsoffer 16..Txd6 16.Dxd6 Dxd6 17.Pxd6 Le6 hem uitstekende compensatie zou hebben geboden.)

15.Txf7! b5 (A: In een poging de velden c5 en c4 onder controle te houden.) 16.axb5 Kxf7 17.Pd6+ (MvD: Nu heeft de zwarte koning geen goed veld tot zijn beschikking.) 17..Kf8 (MvD: 17..Kg8 18.Lc4+; 17..Ke7 18.Lg5+) 18.Df1+ Pf6 (A: Nu zou op 19.Lc5 cxb5 kunnen volgen, want wit heeft geen nuttig aftrekschaak.) 19.exf6 Pxc2 (A: 19..Dxd6 20.fxg7+ Kxg7 21.Td1.) 20.fxg7+ Kxg7 21.Lf4 (A: Sneller won 21.Lh6+ Kxh6 22.Df4+ Kg7 23.Pe8+.) 21..De7

22.Td1 g5 (A: Zo wint zwart een kwaliteit, maar zijn stelling wordt ermee ondraaglijk verzwakt. Op 22..Tf8 volgt echter 23.bxc6 waarna wit zowel 23..Pe3 als 23..g5 met 24.Pd5 kan beantwoorden.)

23.Lg3! (MvD: De juiste beslissing: door de kwaliteit te geven, behoudt wit drie sterke, actieve lichte stukken tegen twee passieve torens en een veel veiliger koning.) 23..Pe3 24.Df2 Pxd1 25.Dd4+ Kh6 26.Pxd1 cxb5

27.Pe3 (MvD: De strijd is gestreden; wit heeft alles wat hij kan wensen.) 27..Tf8 28.Lg4 Lxg4 29.Pxg4+ Kh5 30.Dd1 Kg6 31.Pe5+ Kg7 32.Pc6 De6 33.Pd4 Df6 34.P4f5+ Kh8 35.Dd5 (MvD: Maakt de centralisatie volledig. Zwart had hier kunnen opgeven.) 35..Tae8 36.Pxe8 Txe8 37.Lf2 De6 38.Dd4+De5 (1-0).

Door later toch nog twee partijen te verliezen, komt Friso Nijboer alsnog langszij en verliest Bosboom de beslissingstweekamp met 1,5-0,5. Desalniettemin is dit voldoende om zich met Nijboer te plaatsen voor het Europees Jeugdkampioenschap in Groningen dat jaar en hij met 7,5/13 als gedeeld zesde/zevende eindigt. In Schakend Nederland is men hoe dan ook lovend over de Zaankanter: ‘Manuel Bosboom stool de harten van het publiek met zijn spectaculaire speelstijl, zijn ideeënrijkdom en zijn onbreekbare optimisme.’

Swindles

Een van de leukste hoofdstukken in het boek is ‘Swindles’. En om toch nog even bij Wim Andriessen (en Manuel!) te blijven: Wim had vroeger in zijn onvolprezen schaakrubriek in de Volkskrant altijd een stukje gereserveerd voor het onderwerp ‘Blunder’. Hierbij ging het nooit over het zomaar weggeven van een stuk of dame, maar om een blunder waar een ‘idee’ achter zat en er regelmatig sprake was van een schwindel die een dergelijke blunder provoceerde. In ‘Swindle’ wordt dit fenomeen uitgebreid besproken aan de hand van een in New in Chess nr. 1, 2021 verschenen artikel waarin The Complete Chess Swindler van David Smerdon wordt aangehaald en hij uitlegt wat er voor een échte schwindel nodig is:

  • Het actief stimuleren van een blunder door een schwindel-set up
  • Het gebruik van schaakpsychologie door chaos te creëren en allesbehalve voor de handliggende zetten te doen
  • Creativiteit en diepte van de schwindel
  • De aard van stelling: hoe verloren men staat

In een artikel, begin jaren tachtig, in het clubblad van Zukertort Amstelveen ‘De kunst van het schwindelen’, geeft Bosboom zelf aan dat ‘met schwindelen wordt bedoeld dat je je tegenstander irriteert in een ogenschijnlijk verloren stelling, totdat deze uiteindelijk een fout maakt. (..) Zoals iedereen weet, is tijdnood hierbij een belangrijke factor.’

Een mooi voorbeeld komt eveneens uit het jeugdkampioenschap van 1982 als Bosboom in onderstaande stelling tegen Klaas Landsman niets meer te hopen heeft, maar alsnog aan het langste eind trekt.

Landsman – Bosboom (Aantekeningen Wim Andriessen in Schaakbulletin nr. 174, 1982)

Hilversum, 1982

36..Txg5 (Nog een laatste poging, want na 36..axb6 37.Txb6 Txg5 38.Tb7 heeft wit eeuwig schaak.) 37.b7 Pg4+ 38.Kh3?? (En wit loopt erin. Na 38.Kg3 moet zwart eeuwig schaak houden met 38..Pe5+, omdat 38..Pe3+ 39.Kh2 Tf4 40.g3 zelfs verliest.) 38..Pf2+ (En zo wordt wit dus toch nog mat gezet.) (0-1). In Chess Buccaneer geeft men aan dat Landsman waarschijnlijk heeft gedacht het paard te kunnen slaan en daarna te promoveren met de b-pion, maar dan volgt na 39.Txf2 Th1 mat. En dit geldt ook voor 39.Kh4 Tg4 mat. Een ‘smerige’ truck..

Combinaties

Naast het biografische deel en 66 geanalyseerde partijen, maken hoofdstukken als  ‘Swindles’ en ‘Combinations’ (+ oplossingen) het boek heel aantrekkelijk. In ‘Combinations’  kwam ik wederom een oude bekende tegen: Roland Punt, die jarenlang een van steunpilaren was van het eerste team.

Manuel Bosboom – Roland Punt (Aantekeningen Merijn van Delft in Chess Buccaneer)

Amsterdam, 2012

Vraag is hoe wit kan doorbreken.

18.hxg6! (Wat anders? zou Bosboom zeggen.) 18..fxg6 (Als zwart de dame zou nemen, gaat hij niet direct mat, maar is wits initiatief overweldigend: 18..Pxc3 19.gxh7+ Kh8 (19..Kg7 20.Pxg4 Lxg5 21.Lxc3 f6 22.Ke2 en wit heeft zelfs tijd om eerst 23.Tag1 te doen en dan pas 24.f4. Zonder 23.Tag1 kan wit nog in troebel water vissen met 23..Lxf4! gevolgd door enige schaakjes.) 20.Pxg4 Lxg5 21.Lxc3+ f6 22.Th5 en er is niets beters dan 22..Dd3 23.Txg5 Dxc3 24.dxc3 fxg5 en wit staat heel goed.) 19.Pxg4 Pxc3 20.Ph6+ Kg7 21.Lxc3+ Tf6

22.Pg4! (Wit krijgt meer dan genoeg materiaal voor de dame, terwijl de aanval doorgaat. Essentieel is dat wit het monster op c3 op het bord houdt.) 22..Kg8 23.gxf6 Lf8 24.Ke2 Dd6 25.Tag1 Te8 (Alles wint, maar Bosboom kiest natuurlijk de meest elegante weg.)

26.Txh7 Kxh7 27.f7 Te5 28.Lxe5 (1-0).

Resultaten

In september 2019 schrijft de in mei 2020 overleden schaakjournalist Johan Hut op Schaaksite onder de kop ‘Het diepe inzicht van Manuel Bosboom’ dat diens grootste succes het gedeeld winnaar is (samen met Casper Schoppen), van het Open kampioenschap van Dieren in ditzelfde jaar. Hut zegt er terecht bij: ‘Althans in het klassieke schaken.’  Het is dan een behoorlijk lange tijd geleden dat Bosboom – ondanks dat ze het prijzengeld moeten delen – een dergelijk bedrag van 2000 euro met schaken heeft verdiend. Zijn beste partij speelt hij tegen het jongere broertje van Jorden van Foreest, Lucas, eveneens grootmeester, die een maand daarvoor Nederlands kampioen is geworden door zijn broer in de play-off te verslaan.

Bosboom in 2018. Foto: Frans Peeters.

 

Manuel Bosboom – Lucas van Foreest (Aantekeningen Merijn van Delft in Chess Buccaneer)

Dieren, 2019

1.d4 Pf6 2.Lf4 (Het Londen-systeem dat aanstuurt op een solide stelling.) 2..d5 3.e3 e6 4.Pf3 c5 5.c3 Pc6 6.Pbd2 Ph5 (Een scherpe voortzetting. 6..Ld6 is het belangrijkste alternatief.) 7.Lg5 f6 8.Lh4 g6

9.g4 (Nauwelijks verrassend speelt Manuel de zet die zijn handelsmerk is geworden.) 9..g5 (Eveneens mogelijk is 9..Pg7 met een interessante stelling.) 10.gxh5 (Na 10.Lxg5 fxg5 11.gxh5 moet zwart maar aantonen of hij genoeg compensatie heeft voor de pion.) 10..gxh4 11.dxc5 Lxc5 (De stelling is min of meer in evenwicht.) 12.Pb3 Le7 13.Tg1 (Wit is niet geïnteresseerd in het nemen van de h-pion, omdat zijn eigen h-pion van weinig waarde zou zijn. In plaats daarvan bezet hij liever de g-lijn.) 13..Ld7 14.Dc2 f5 15.0-0-0 Dc7 16.Kb1 0-0-0

17.c4 (De tweede fase van partij is begonnen waarin wit vecht voor het initiatief.) 17..Pb4? (Hier had zwart direct 17..dxc4 18.Lxc4 Kb8 moeten doen, met een volkomen gelijke stelling.) 18.Dc3 dxc4 19.Lxc4 Kb8 20.Pbd4? (Na 20.a3! wordt het paard teruggedrongen met duidelijk voordeel voor wit.) 20..Lc6! 21.a3 Le4+ 22.Ka1 Pc2+ 23.Ka2 (De pointe van zwarts spel was 23.Pxc2 Lxf3.)

23..Pxd4 (Nauwkeuriger was eerst 23..Lf6.) 24.Pxd4 Lf6 25.Lxe6 Dxh2 (De stelling wordt scherper.) 26.f3 Lxd4 (Beter was 26..Ld5+ 27.Lxd5 Txd5; na 28.Pc6+ bxc6 29.Dxf6 Tc8 staat het vrijwel gelijk.) 27.exd4 Ld5+ 28.Lxd5 Txd5 (Het belangrijkste verschil is dat de witte koning veel veiliger staat dan de zwarte monarch.) 29.Tg7

29..Tb5?? (Zwart verliest de controle. De kleine zet 29..a6 was noodzakelijk om de verdediging op orde te houden.) 30.d5 (De d-pion begint een belangrijke rol te spelen.) 30..Tc8 31.Dd4! (De witte centralisatie neemt steeds grotere vormen aan.) 31..Dd6 (Na 31..h3 32.d6 is wits vrijpion veel sterker.) 32.Txh7 h3 33.Th8 h2 (33..Tbc5 wordt beantwoord met 34.h6. En na 34..h2 35.h7, gevolgd door Tg8 wint wit.) 34.Tc1 Td8

35.De5! (Bekroont de aanval.) 35..Txb2+ 36.Ka1! (Een mooie zet om de partij mee te beëindigen.) (1-0).

In het snelschaak kent iedereen zijn overwinning op Kasparov in 1999, maar daarnaast heeft hij volgens Hut misschien wel meer dan honderd toernooizeges behaald in deze bijzondere tak van sport. Alleen al het snelschaaktoernooi van Amstelveen heeft hij achttien keer gewonnen. (Hut schrijft dit in 2019, dus wellicht zijn het er nu nog meer..). Bosboom (1963) heeft zijn toptijd rond 1990, hetgeen ook in Chess Buccaneer wordt vermeld in een apart hoofdstuk ‘Power play – the 1990s’. Van 1988 tot en met 1992 plaatst hij zich vier van de vijf keer voor het Nederlands kampioenschap. In 1990 wordt hij gedeeld vijfde na overwinningen op Van der Wiel, Nijboer, Douven, Pliester en Blees en wint hij zelfs één partij meer dan toernooiwinnaar Jeroen Piket die ‘slechts’ vier zeges boekt. De andere keren scoort hij onder de vijftig procent. Dat doet hij ook in 2000, 2004, 2007 en 2008. Hij behoort dus twintig jaar tot de Nederlandse top. Tijdens de editie van 2000 valt hij op door tegen de computer Frits SSS, waarvan de deelname omstreden was, uit protest na een paar zetten op te geven.

Grootmeesternormen

Naast Dieren is zijn prestatie in het open toernooi van Leeuwarden 1997 minstens zo groot. Achter Sokolov en Gleizerov wordt Bosboom derde, samen met Speelman, Van Wely en Lobron, voor onder anderen Van den Doel, Landa, Reinderman en Nijboer. Het is zijn eerste grootmeesternorm.

In de hoogste klasse van de KNSB is Bosboom een van de topscorers aller tijden. Hij speelt voor HWP Zaandam, VAS, Amstelveen, Rotterdam, De Variant, Apeldoorn en En Passant. Met deze laatste club boekt hij twee grote individuele successen. Bij de Europacup 2013 op Rhodos scoort hij 5 uit 7 een tweede grootmeesternorm en herhaalt dit een jaar later in Bilbao waar hij Peter Leko (in 2004 op een haar na wereldkampioen), in slechts 26 zetten  verslaat. Met drie grootmeesternormen voldoet Bosboom helaas niet aan de vereiste dat deze over minimaal 27 partijen moeten gaan en zal hij nooit voldoen aan de ELO-grens van 2500.

Voorbereiding

Hij heeft een vrij leven als bohemien en is volgens Hut een vrijbuiter zonder strak levensritme. Hij woont in een molen op de Zaanse Schans, rijdt geen auto en koopt pas een computer als iedereen allang op het internet zit. Over zijn financiën zegt hij: ‘Ik hoef niet veel geld te hebben, maar ik moet wel kunnen leven natuurlijk. Omdat ik voor dit bestaan heb gekozen, moet ik ook accepteren dat het financieel soms wat minder gaat. Een tijdje geleden ging ik naar het Bevrijdingstoernooi in Wageningen in de wetenschap dat ik nog maar elf euro had. Gelukkig won ik het toernooi, ik moest wel. De eerste prijs was 800 euro, dus wist ik dat ik het weer twee maandjes kon uithouden.’ Op een NK bereidt hij zich niet altijd – of beter gezegd nauwelijks, voor. ‘Ik vind het toch wel leuk om creatief te zijn achter het bord. Bovendien, je kunt wel voorbereiden, maar dan speelt je tegenstander opeens na twee zetten iets heel anders en heb je niks meer aan al die varianten die je thuis hebt zitten uitpluizen.’

Manuel Bosboom en Hing Ting Lai, twee ras-snelschakers. Foto Harry Gielen in 2017.

Met lede ogen ziet hij de invloed van databases aan. ‘Schaken is nog net geen boter, kaas en eieren, maar het begint er toch op te lijken dat straks iedere topper weet hoe hij niet hoeft te verliezen.’

Positioneel inzicht

Bosboom speelt vaak gekke partijen waarin hij zomaar zijn g- of h-pion naar voren gooit en zijn koning in het midden houdt. Hij is er zich volledig van bewust dat het tegen goede spelers niet veel oplevert. ‘Mijn stijl is vooral geschikt voor partijen tegen de net wat mindere spelers en in rapidpartijen. Daar loont het nogal eens.’ Toch zijn deskundigen lovend over zijn stijl waar veel meer achter zit dan je zou denken. Een van de auteurs van Chess Buccaneer, Merijn van Delft, zegt al in 2018 in Schaakmagazine na het Batavia-toernooi: ‘Mensen denken vaak dat Manuel Bosboom een tactische speler is die gekke zetten doet. Het fundament van zijn spel is echter strategie en positiespel. Het bijzondere zit hem in een diep begrip van hoe de elementen tijd, ruimte en materiaal op elkaar ingrijpen. Hij zoekt daarin de grenzen op en schuwt het offeren van materiaal niet, voor het bereiken van een goed uitziende stelling. Door deze experimentele insteek worden zijn partijen uiteindelijk vaak wild en ongewoon, maar het begint altijd met een positionele strijd om de controle over cruciale velden.’ Herman Grooten beaamt dit later op Schaaksite: ‘Daarnaast kan hem een uitstekende eindspeltechniek worden toegedicht. Zijn liefde voor eindspelstudies heeft hem ongetwijfeld geholpen diverse vaardigheden te ontwikkelen.’

Ook Hans Ree is vol lof over deze Zaanse meesterschaker. In de NRC zegt hij dat als er een schaker is waarover hij een boek zou willen lezen dit Manuel Bosboom zou zijn. En als er iemand in Nederland is die de vraag ‘wilt u het totale schaak?’ met een daverend ‘jawel!’ kan beantwoorden, is dit Manuel Bosboom. Ree: ‘Schaken is zijn leven, en naast schaken de dingen die daar voor hem bij horen: roken, drinken, kletsen, andere spelletjes en feestvieren. Hij hoorde lang bij de Nederlandse top, maar niet bij de top van die top. Hij was wel iemand die won van de wereldkampioenen Kasparov en Smyslov en van Peter Leko en  hoewel hij de koning van het onorthodoxe spel is – er gebeurt bijna altijd iets bijzonders – speelde hij juist in zijn partijen tegen Kasparov, Smyslov en Leko juist orthodox en gezond positioneel. Dat kan hij ook.’

Wat Ree eveneens constateert is dat geld en gebrek daaraan een belangrijk thema in het boek vormen. ‘Bosboom had nooit een baan of een baas. Het was altijd een vrij leven van de hand in de tand, met onregelmatige inkomsten uit toernooien en toernooitjes en uit de clubcompetities van Nederland, België, Duitsland en zelfs even van IJsland. Dat wordt niet gemakkelijker als je ouder wordt. ‘Forever young’ is de titel van een van de laatste hoofdstukken en Manuel probeert er naar te leven.’

Tot slot een van Bosbooms mooiste partijen uit het boek. Een partij, die Ree eveneens in zijn schaakrubriek de revue laat passeren en laat zien hoe goed Manuel Bosboom kon, of beter gezegd, kán schaken. Een pareltje!

Manuel Bosboom – Igor Khenkin (Aantekeningen Ree in de NRC)

AKN-toernooi, Haarlem 1997

1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pc3 dxc4 4.Pf3 b5 5.a4 b4 6.Pe4 Dd5 (Heel onvoorzichtig.) 7.Peg5 (Zwart staat al aan de afgrond. Na 7..Pf6 komt 8.Pe5 en na 7..h6 zou 8.e4 Dd6 9.Pxf7 Kxf7 10.Pe5+ wit een winnende aanval geven.) 7..f6 8.e4 Da5

9.Lxc4 (Wit offert graag een stuk.) 9..fxg5 10.Pxg5 Ph6 11.0-0 La6

12.Le6 (Dit kwaliteitsoffer zal Bosboom weinig hoofdbrekens hebben gekost.) 12..Lxf1 13.Dxf1 (Met een toren voor zit zwart geheel in de klem.) 13..Da6 14.Dd1 Pd7 15.Lf4 g6 (Ook met 15..0-0-0 vindt zwart na bijvoorbeeld 16.Tc1 geen veiligheid.) 16.Tc1 Lg7 17.Lc4 Da5 18.Pe6

18..Kf7 19.Df3 (Het is afgelopen. Na 19..Pf6 komt 20.Lc7 met damewinst.) 19..Dh5 20.Lxh6+ Dxf3 21.Pxg7+ e6 22.Lxe6+ Ke7 23.gxf3 (Wit heeft een vracht materiaal gewonnen en zwarts koning is nog steeds in groot gevaar.). 23..Tac8 24.e5 Tc7 25.Lb3 Pb6 26.Lg5+ Kd7 27.Le6 mat. (1-0).

Voorwoord

In het voorwoord van Chess Buccaneer geeft Bosboom aan dat hij als Internationaal meester met drie grootmeesternormen op zijn naam, kan worden beschouwd als een gelukkige én gevaarlijke speler. Ook hoopt hij dat de lezer van het boek zal genieten en ‘we elkaar eens zullen tegenkomen achter het schaakbord’. Volgens hem kan schaken heel eenvoudig zijn: ‘Ik offer mijn stukken en jij trakteert mij op een biertje..’

 

 

2 Comments

  1. TF
    TF 4 januari 2022 at 09:54

    Wow Marten, je hebt jezelf weer overtroffen. Een zeer lezenswaardig artikel. Gelukkig niet enkel ingegaan op de inhoud van het boek (dat ik zeker ga lezen) maar omlijst met persoonlijke memoires en observaties. Wat mij betreft komt de boekenrubriek weer op maandbasis terug 😉

  2. Jan Poland
    Jan Poland 4 januari 2022 at 22:26

    Mijn exemplaar heb ik bij Manual gekocht tijdens het Rapidtoernooi in Volendam en natuurlijk even laten signeren.

Leave A Comment