Frits Leenart

Gamesmanship

By Published On: 9 mei 2016Categorieën: ColumnsViews: 17983s Reacties on Gamesmanship

Ons sympathieke clublid David Baanstra meldt in een reactie op een reactie op onze website dat hij de Konings-Indische verdediging gaat hanteren. Het lijkt niet handig dit in het openbare domein bekend te stellen. Zelf ben ik 3 jaar geleden begonnen me te bekwamen in de Franse verdediging. Ik laat dit natuurlijk niet weten. Want zodra dit bekend wordt gaat men tegen mij niet meer met e4 beginnen. Of wordt er gebruik gemaakt van obscure zij-variantjes  met valletjes.  David is niet dom en weet dit ook wel. Wij  mogen dus aannemen dat hier sprake is van ‘Gamesmanship’. Ik kom hier later nog op terug, of misschien ook niet.

Het Engelse woord ‘Gamesmanship’ betekent zoveel als ‘gewiekstheid in het spelen van het spel’. En bij het spelen van het spel gaat het de ‘Gamesman’ niet louter om het verzetten van de stukken op het bord, maar om een totaal-aanpak. Houding, kleding, gelaatsuitdrukking, consumptiekeuze, behandeling van geslagen stukken, het noteren van zetten en vele andere schijnbaar nietige zaken kunnen de uitkomst van een schaakpartij beïnvloeden. De ‘Gamesman’ gebruikt ze. Vóór, tijdens en na de partij.

‘Gamesmanship’ bestaat al sinds mensen spelen. Er is in de loop van de tijd verrassend weinig aandacht aan dit fenomeen besteed waar het schaken betreft. Pas in 1914 verscheen een doorwrocht artikel hierover in de Londense Daily Herald van de hand van Eric Blarney. We kunnen gevoeglijk stellen dat het bestuderen ervan nog steeds in de kinderschoenen staat en dat het onderzoeksterrein met de opkomst van de vrouwen in het mannenschaak nog aanmerkelijk is uitgebreid. Dr. Jelle Torenstra, bekend van zijn schaakratingproject, bereidt onderzoek voor naar het belang van ‘Gamesmanship’ voor het schaken, waarvoor hij het woord ‘Schaakmanschap‘ heeft geïntroduceerd, wat al tot veel discussie heeft geleid op de talenfaculteiten van de Universiteit van Leiden.

De bedoeling van ‘Gamesmanship’ is het denkpatroon van de tegenstander op geoorloofde wijze te onderbreken of te beïnvloeden. Zijn gedachtegang moet op het verkeerde spoor gebracht worden. Zelf overkwam me een sterk staaltje van ‘Gamesmanship’ in een partij in 2007 tegen Andrzej Pietrov (2109)  tijdens het NOVA-college toernooi in Haarlem. Ik heb er destijds verslag van gedaan in de clubkrant onder de titel ‘Koffie verkeerd’. Overigens zonder het te koppelen aan ‘Gamesmanship’. Intussen weet ik wel beter, gaaf werk van Andrzej. De moeite waard om de betrokken clubkrant er nog eens op na te slaan.

Het zuchten bij een goede zet, het duidelijk zichtbaar noteren van één of meer vraagtekens bij een zet van de tegenstander, gevolgd door drie uitroeptekens bij de eigen zet terwijl er niets aan de hand is, het zijn de ‘tools’ van de ‘Gamesman’.  Hij laat zich tijdens de partij storen door een teamgenoot met de mededeling ‘ Telefoontje van Mark Rutte ‘ of  ‘ Maxima aan de lijn voor je ‘. Ook de mededeling bij aanvang van de partij dat hij zich niet lekker voelt, komt regelmatig voor. Hierop kan het best geantwoord worden : “Oh, ik ben arts, wij hebben hier een ruimte waar ik U wel even kan onderzoeken” .  Dit is ‘One-upmanship’.

Minder subtiele voorbeelden zijn het binnenshuis schaken met Panama-hoed op, fel rood gekleurd haar, vreemde brilglazen en diep uitgesneden decolleté. Het laatste werkt bijzonder goed als het wordt toegepast door rondborstige ‘Gameswomen’, lees hiervoor de lectuur van Karel van der Weide. Nu U dit leest realiseert U zich  mogelijk dat U al aardig wat ‘Gamesmanship’ bent tegengekomen. Misschien bent U zelf wel een ‘Gamesman’. Professor Torenstra ziet voor zijn onderzoek graag bijzondere gevallen tegemoet.

En David, die wil natuurlijk niet Konings-Indisch spelen. Hij lokt ons uit tot e4 en speelt dan Weens. Dat heeft hij net nog voorbereid. En mocht hij aan Konings-Indisch gedacht hebben, dan is hij er wel van afgestapt na de enorme lijst van verplichte kost  die Frank van Tellingen hem heeft opgegeven in een reactie op zijn voornemen. Het schaken moet geen werk worden.

 

3 Comments

  1. Frank van Tellingen
    Frank van Tellingen 9 mei 2016 at 18:34

    Maar Frits, maak je niet twee denkfouten? Ten eerste, om Botwinnik te parafraseren, sinds wanneer spelen we dan voor de lol? En ten tweede: het bestuderen van al deze klassiekers is toch juist het “Fest des Denkens”?

  2. Frits Leenart
    Frits Leenart 9 mei 2016 at 19:13

    Frank, ik verplaatste me in de laatste alinea in een mogelijke denkwijze van David. Ik schat hem daarbij misschien verkeerd in. Dat kan de denkfout zijn, ik ben benieuwd.

  3. TF
    TF 9 mei 2016 at 20:13

    Er bestaan toch geen andere manieren om een partij te winnen?

Leave A Comment