Topborden van het Tweede houden stand
In een van zijn vlijmscherpe analyses, merkt Jan Poland ergens over het Tweede team op: ‘Het team wat kampioen werd in de promotieklasse was sterker dan wat er nu in 3D speelt’. Beter had ik het niet kunnen zeggen. Maar wat wil je ook, Daan Bes is tijdelijk met het schaken gestopt (Daan als je dit leest begrijp je misschien dat we je er graag weer bij hebben de laatste wedstrijden), terwijl Rob Konijn en Henry Veneman zijn doorgestroomd naar het Eerste.
Het opmerkelijke is desondanks, dat de topborden van het Tweede het in verhouding heel goed doen. Wim N, Wim A, Dirk, Ronald en Ruud scoorden met een gemiddelde rating van 1977, 7.5 uit 17 en als we de bijdrage van Jan Poland er bij optellen is het totaal 7.5 uit 18. Curieus genoeg is dat precies dezelfde score van het top-viertal uit het Eerste: Frank T, Jos, Roland en Frank A (gemiddeld 2118) komen ook op 7.5 uit 18 uit.
Het verschil zit in de staartborden. Terwijl Rob en Henry er in het Eerste lustig op los scoren, lijken de staartspelers van het Tweede in een ernstige vormcrisis te verkeren. Misschien moeten ze tijdelijk een stapje terug doen om weer bij te tanken.
Ook in de vijfde ronde deden de topborden van het Tweede het weer goed. Wim Nieland, uit tactische overwegingen deze keer aan bord drie geplaatst, kreeg al spoedig de partij in handen.
Stelling na 16…Lxb4 uit Nieland-Molenaar
Wim speelde hier 17.d6 een goede zet, maar nog veel sterker was 17.c5! Lxc3 18.bxc3 wellicht had Wim in zijn vooruitberekening niet gezien dat 18…Pxd5? 19.c4 een stuk wint. Gedwongen is daarom 18…Pc8 19.d6 met een superieure stelling voor wit. In de partij volgde17…Tfc8 18.Pb5 Dit geeft definitief zijn voordeel prijs, dat met het eenvoudige 18.b3! was te behouden. Na 18…Lc5 19.Df4 Lxe3+ 20.Dxe3 Pxc4 stond het weer gelijk en werd het uiteindelijk remise, hoewel Wim aan het slot nog een mooie kans kreeg.
Ruud Adema verdedigde deze keer op verzoek het eerste bord. In verband met de beoogde tactische opstelling vroeg ik hem of hij tegen de sterke Chris de Saegher zou willen spelen. Dat deed hij graag en hij deed het ook goed. Na een typische openingsopzet à la Ruud, wist hij niet alleen de partij in balans te houden, zo tegen de dertigste zet had hij een overzichtelijke stelling met een klein plusje. Jammer genoeg ging de tijdnood hem toen parten spelen. Eerst verdween zijn plusje en daarna werd het zelfs een minnetje. Het minnetje groeide daarna uit tot een vette min, maar hij kreeg een herkansing van zijn tegenstander. Die ontging Ruud, maar al met al een eervolle nederlaag.
Willem Andriessen