WGT2 – Net geen gelijkspel tegen kampioenskandidaat
Had Marten C., die als laatste overgebleven was, remise in handen en daarmee een wedstrijdpunt voor het team? En gaf Dirk v.d.M. ten onrechte op in de veronderstelling mat gezet te worden?
Dit is de stelling waarin Dirk het opgaf.
Stelling na 36…Th8+ uit Van der Meiden-Floor
Prangende vragen, die na afloop van de wedstrijd door het hoofd van de teamgenoten speelden. Maar alvorens die vragen te beantwoorden eerst een paar woorden over de andere zes spelers. Om te beginnen met die van de verliezers. Aan bord één had Wim Nieland zijn dag niet en trouwens ook gewoon een sterke tegenstander. Ook Wim Meyles zat kennelijk niet goed in zijn vel, want bij hem gebeurde reeds in de opening opmerkelijke zaken. Het begon Slavisch met 1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pc3 Pf6 4.Pf3 dxc4 5.a4 Lf5 6.Ph4 Hierop heeft zwart niet minder dan zeven zetten tot zijn beschikking, waarvan 6…Lc8 de meest gespeelde is , maar Wim kwam met een heel nieuw idee op de proppen 6…Dd7. Nu weet je het maar nooit tegenwoordig, want er zijn tal van boekjes waarin de meest vreemde openingsideeën worden behandeld. Komt deze zet uit zo’n boekje? Ik kan het me nauwelijks voorstellen en al helemaal niet waarom wit nu niet het lopertje sloeg maar7.f3deed. Dit bood zwart de kans met 7…Le6! niet alleen zijn loper te redden, maar ook de pion op c4. Na 8.e4 Pa6 en 9…0-0-0 staat zwart prachtig! Ook het door Wim gespeelde 7…Lg6 ging nog wel, maar drie zetten later greep hij definitief mis. Overigens moet hierbij wel opgemerkt worden dat hij tegen de man speelde die tot dan toe 3 uit 3 had gescoord met een TPR van 2251!
De enige remise kwam op naam van Ronald Groot. Hij kreeg met zwart al spoedig makkelijk spel en ook in de slotstelling stond hij iets beter, maar te weinig om ijzer met handen te breken.
Van de winnaars moet in de eerste plaats Leo van Steenoven worden genoemd. In 23 zetten knoopte hij zijn tegenstander op. Dat ging middels een stukoffer en een onversneden koningsaanval. Met een 2.5 uit 3 heeft hij nu de beste score van het team. Rob Freer lijkt zijn vorm weer hervonden te hebben. Hij liet zien dat er niet alleen ongelijke lopers bestaan, maar ook ongelijke paarden. Zijn paarden bleken superieur aan die van de tegenstander en dat gaf de doorslag. Zelf geef ik meestal na goed openingsspel een partij uit handen. Deze keer viel er juist op mijn openingsbehandeling het een en ander aan te merken, maar gelukkig kon ik nog enkele slimme verdedigingsresources inbouwen die deze keer mijn tegenstander teveel werden.
Blijft over de twee in de aanhef genoemde partijen. Dirk van der Meiden gaf, zoals gezegd op in de diagramstelling. Hij had echter met 37.Kg1 Pf4 38.Pe4 het mat kunnen voorkomen. Doet zwart 38…Lxg2 dan heeft wit na 39.Pg3 met een kwaliteit meer weinig te duchten. Zwart heeft beter: 38…Pxg2 39.Pg3 Pxe1 40.Txe1 Td8! met winstkansen, maar dit had Dirk zich toch nog even kunnen laten bewijzen. Toen stond het dus al met al 3.5-3.5 en hing alles af van de partij van Marten Coerts. Marten had onderweg waarschijnlijk een stuk kunnen winnen, maar was nu in een nogal lastig eindspel verzeild geraakt. Was het te houden of niet? Achter het bord lukte het Marten niet om een beetje aan een heldenstatus te bouwen en er valt hem ook weinig te verwijten want uiteindelijk laat de computeranalyse zien dat de stelling onhoudbaar was.
Het tweede bewees opnieuw goed mee te kunnen in de derde klasse en nauwelijks onder te doen voor een van de sterkste teams uit deze groep. Maar er moeten natuurlijk wel wedstrijdpunten gescoord worden.
De Waagtoren 2 | – | Oud Zuylen | 3,5–4,5 |
Wim Nieland | – | vd Tuuk | 0-1 |
Dirk vd Meiden | – | Floor | 0-1 |
Ronald Groot | – | Mackaay | rem |
Willem Andriessen | – | Surewaard | 1-0 |
Rob Freer | – | Sanijs | 1-0 |
Leo van Steenoven | – | Gouw | 1-0 |
Willem Meyles | – | Olij | 0-1 |
Marten Coerts | – | van Veen | 0-1 |
5 Comments
Leave A Comment
You must be logged in to post a comment.
Wim,
Marten heeft die heldenstatus natuurlijk al. Bij mij kan hij niet meer stuk sedert hij mij, in eerdere e-mail correspondentie, op één lijn stelt met Lodewijk Prins, in zijn tijd lang geen onverdienstelijk schaker.
Schaakblindheid.
Afgelopen zaterdag vond in mijn partij tegen de heer Van Veen het volgende staaltje van schaakblindheid plaats dat ik niemand wil onthouden.
Wit: Kf2, Tc1, Ld2, Lb5, Pa1,a4,b4,d4,e3,f4,h2
Zwart: Kf7,Te7,Lb7,Lh6,Pf5, a7,b6,d5,e4,g6,h5
Na wits 40.b4! (zo goed als winnend omdat wit minimaal een pion wint en een vrijpion creert) produceerde zwart het ongelooflijke 40..Pxd4?? dat door mij werd beantwoord met het nog veel slechtere 41(!)bxa5?? in de veronderstelling dat 41.exd4! niet goed zou zijn vanwege 41..e3+ 42.Lxe3 Txe3 en 43.Kxe3 niet zou kunnen vanwege 43..Lxf4+ en verlies van de toren op c1.Wat ik even vergeten was, is dat de koning de pion op f4 gewoonweg dekt..
Kortom, na 41.exd4 had zwart direct kunnen opgeven en hadden we 2 i.p.v. 0 matchpunten gehad. Mijn oprechte excuses voor dit vervelende ‘misverstand’.
Heel jammer Marten, maar we rekenen je het niet aan. Je hebt gevochten voor wat je waard was.
Inderdaad een staaltje van schaakblindheid. Later in de partij, toen jij veld d2 onder controle had met zowel het paard als de loper en zwart met zijn koning naar de damevleugel liep, dacht ik dat je met de koning naar de h-pion van zwart kon lopen. Ik heb de notatie van de partij niet, dus ik kan het niet nagaan. Was dit nog een kansrijke optie?
Zelf moet ik me natuurlijk echt schamen. Ten eerste dacht ik dat ik mat ging. Met nog 30 seconden voor beide spelers moesten er nog 4 zetten worden gedaan. Zowel na Kg3 als Kg1 dacht ik dat het mat in 1 was.
Nog erger was het dat ik de winst vlak daarvoor heb gemist. Mijn tegenstander was (en is) een betere schaker. Ik werd met wit langzaam (en op een gegeven moment heel snel) overspeeld. Hij wilde het in grootse stijl uitmaken en offerde een volle toren op h2, op het moment dat er ook nog een stuk op b4 van hem instond. In die fase greep ik mijn kans, wist de matdreigingen te omzeilen speelde daarna een paar puike zetten (Lh6 in combinatie met Df4, Df6 en Dh4 en stond technisch en materieel gewonnen. Vervolgens moesten we allebei nog een zet of tien binnen een minuut doen en toen…. wat een geklungel. En dan de opgave terwijl ik Kg1 kon doen. Objectief is het dan waarschijnlijk verloren, maar hij moest er nog 4 doen in 30 seconden.
Marten, we moeten ons maar meer met schaken bezig houden, dan met de randverschijnselen. Dit levert alleen maar verloren energie en partijen op.
… en nu ik dit schrijf weet ik waar mijn schaakblindheid vandaan kwam.
Miin koning stond bijna de hele partij op h1.
Ik gaf op omdat ik dacht dat ik na 37. Kg1, Pf4 38. Pe4 Lxg2 schaak zou staan. In mijn beleving moest ik dan 39. Kg1 doen waarna Th1 mat zou zijn.
Nooit opgeven, dat is de les uit deze stelling. Laat het de tegenstander maar uitvoeren.