Willem Andriessen

WGT 2 – Met kop en schouders er bovenuit: Wim Nieland

Was het allemaal zo vreselijk slecht, zoals de 6.5 -1.5 uitslag doet vermoeden? Natuurlijk, al die nederlagen zijn niet weg te poetsen, maar aan verschillende borden werd toch behoorlijk weerstand geboden, maar ging het veelal rond de tijdcontrole mis. Zo stond Ruud aan het eerste bord lange tijd beter net als Ronald aan drie, maar beiden lieten zich plotseling geheel wegdrukken. Aan de middenborden viel  in de eerste plaats het curieuze openingspel van de captain op. Na de zevende zet van zwart stond het zo:

Stelling na 7…d6 bij Slisser-van der Meiden

De zwarte stukken zijn van Dirk. Je vraagt je af hoe hij deze stelling op het bord heeft gekregen. Zwart heeft twee pionzetten gedaan tegenover wit drie en die heeft ook nog twee stukken ontwikkeld. En hoewel het in een gesloten positie minder bezwaarlijk is als je een paar tempi achter ligt, je moet toch een ‘kleine Petrosjan’ zijn om zoiets tot een goed einde te brengen (Voor de jongeren onder de lezers, Petrosjan was wereldkampioen van 1963 tot 1969 en stond vooral bekend om zijn diepzinnige, veelal ondoorgrondelijke manoeuvres). Voor wie zelf niet heeft uit kunnen vinden hoe de diagramstelling tot stand kon komen, geeft ik aan het slot de openingszetten.

De captain had de twee invallers aan bord vijf en zes geplaatst. Dennis Keetman zat aan vijf. Met zijn veertien jaar is hij ongetwijfeld de jongste debutant uit de geschiedenis van het Alkmaarse schaak in een  KNSB-team. Helaas zag hij kort na de opening een tactische wending over het hoofd, maar hij verdient zonder meer een herkansing en hij zou bijvoorbeeld dit seizoen eerst nog wat ervaring in het derde op kunnen doen.
Albert van der Meiden zat aan bord zes. Op korte termijn zal ik iets laten zien van zijn uitstekende verrichtingen in de interne en ook nu speelde hij lang voortreffelijk. Jammer genoeg miste hij rond de dertigste een belangrijke finesse en kwam daardoor van een betere in een iets mindere stelling terecht. Gezegd moet worden dat zijn tegenstander  daarna zeer sterk speelde en verdiend won.

Er was er maar één die met kop en schouders boven al dit gedoe uitstak:  Wim Nieland aan bord twee. Hij moest tegen Tom de Ruiter –deelnemer aan het NK in zowel 1969 als 1970- een man met wie ik vroeger  menig duel uitvocht en won zijn partij die hier volgt met een fraaie matcombinatie.
De partij van Dirk begon als volgt: 1.d4 e6 2.Pf3 Pf6 3.c4 Lb4+ 4.Pbd2 Pe4 5.a3 Pxd2 6.Lxd2 Lxd2 7.Dxd2 d6.

Willem Andriessen

2 Comments

  1. Avatar
    DvdM 23 november 2010 at 13:12

    Wim,
    Ik sta klaar om te rokeren, terwijl wit hiervoor nog 2 zetten moet doen.
    Volgens mij heeft het niet aan mijn opening en middenspel gelegen, wellicht schatte ik mijn stelling te positief in?

  2. Willem Andriessen
    Willem Andriessen 24 november 2010 at 09:25

    Dirk! Je curieuze openingspel zou Petrosjans goedkeuring hebben kunnen verkrijgen, want inderdaad zwart staat niet slechter dan in een ‘normale’ variant, maar je moet zo’n stelling wel kunnen hanteren, zou Petrosjan gedacht hebben.

Leave A Comment