Jan Poland

V.A.S. 3 – De Waagtoren: 2 – 6

Zaterdag 8 maart betraden wij wederom het speellokaal ‘De Rooie Hen’ aangezien de rooie haan verzuimd had op bezoek te komen. Het gebouw zag er nog deerniswekkender uit dan ten tijde van ons vorig bezoek, om de eenvoudige reden dat onderhoud, in welke vorm dan ook, niet had plaatsgevonden. Binnen brandde in elk geval de kachel, geen overbodige luxe gezien het jaargetijde. Na de opstelling overhandigd te hebben bleek good old Henk Westerman niet aanwezig bij VAS 3. Beetje de bibbers, Henk? Hij was niet de enige afwezige, VAS 3 had nog een invaller opgesteld en ons team was ook niet in de voltallige bezetting. Jeroen belde vrijdag af wegens ziekte, opgelopen door een steek van een Nederlandse variant van een bekende Thaise mug. Wim wist ik gelukkig te strikken voor zijn vierde invalbeurt.

Wat valt er verder te vertellen over een regelmatige overwinning? Nou dat ehh…Jos al vrij snel goed stond tegen ene Benno Drewes, waarschijnlijk een ver familielid van onze interne wedstrijdleider, Frank Agter ook al snel een overwicht opbouwde en ook Rob Konijn goed stond. Nu speelden Jos en Frank tegen de invallers, maar Rob zorgde voor het eerste punt. Rob steekt in een blakende vorm en de wijze waarop hij de tegenstander zoek speelde dwong bewondering af. Het resultaat was ondekbaar mat op g7 of groot stukverlies. Niet veel later stonden wij reeds met 3-0 voor want Frank stormde met een verbonden d en e pion naar voren, welk duo verwoestend uithaalde en Jos won een handvol pionnen en de tegenstander had zijn er zijn buik van vol. Niet van pionnen, maar van frustatie. Daan, ondertussen, had een remise aanbod gekregen, al in een vrij vroeg stadium eigenlijk. Daan mocht  de remise aannemen, maar zei ik hem, je mag het ook nog even ‘proberen’. Dus ging Daan onverdroten verder en kwam nog ver. Zijn pion stond op promoveren, maar Daan kon eeuwig schaak niet ontlopen. Een mooie remise op karakter! Op bord 1 kwam de climax bij de eerste tijdcontrole. Een stelling vol combinaties waar Frank op zijn best de tegenstander tot wanhoop dreef. Moe gebeukt gaf de tegenstander op. Toen had Gerard tegen de enige Dame in het gezelschap met het van hem bekende gegoochel de stelling naar zijn hand gezet en winst kon hem niet meer ontgaan. De teamzege was daarmee binnen. Wim raakte in het late middenspel de draad kwijt en had naar eigen zeggen ‘veel’ NIET gezien, kwam her en der wat klein grut achter en gaf op. ‘Nu stel je mij niet meer op, zeker?’ was de hoopvolle vraag van Wim. ‘Ik peins er niet over’ was het antwoord. En Wim ging vervolgens met een aantal oude bekenden in debat, zeer tot ongenoegen van de scheidsrechter. Het gesis was niet van de lucht, maar van de scheids.

Er was steeds minder volk in de speelzaal. Ons oud lid Sybolt Strating speelde ook weer eens een partij in aanwezigheid van zijn oude club genoten en won vrij makkelijk middels een Toren eindspel. Hij had 4 pionnen tegen zijn tegenstander maar één. Deze riante stand was op het bord van Roland ver te zoeken, want hij was nog als enige aan het spelen. Nou ja, spelen, het was meer ploeteren. Roland heeft last van een vormcrisis en het gaat niet zo vlotjes. In het middenspel was Roland ergens een pion kwijt geraakt en tegen de tijd controle stond hij zo goed als verloren. Met een Loper die tweemaal aangevallen stond en slechts één maal verdedigd wist hij met een op het oog simpel pionzetje zoveel dreiging te creëren dat de tegenstander diep begon na te denken en de achterstand in tijd bijna ingelopen werd. De tegenstander vond het juiste antwoord en de strijd ging voort. Wederom raakte Roland in de verdrukking en het enige wat kans bood was een kwaliteitsoffer, welk aangenomen werd. Vervolgens begon de tegenstander weer lang na te denken, want bij nadere beschouwing stond zijn stelling hem steeds minder aan. Prompt gaf hij de kwaliteit weer terug. Een Dame eindspel kwam op het bord met Roland nog steeds een pion in de min. Geforceerd werden de Dames geruild en het was remise. De tegenstander kon weliswaar op de Damevleugel een vrijpion forceren, maar door het kwaliteitsoffer had Roland ook een vrijpion. En de taak van de witte Koning was vrij simpel: hij mocht de zwarte vrijpion niet zijn gang laten gaan. En zo werden de handen geschud, maar toen liep het al tegen zevenen. 

Jan Poland

Leave A Comment